Sura, Verse
1 2, 93 | was vervuld van het kalf, wegens hun ongeloof. Zeg: "Slecht
2 2, 95 | zullen deze nooit wensen, wegens het werk hunner handen.
3 2, 202| zal er een aandeel zijn wegens hetgeen zij hebben verdiend.
4 2, 233| geen leed worden aangedaan wegens haar kind, noch zal de vader
5 2, 233| vader leed worden aangedaan wegens zijn kind en hetzelfde geldt
6 2, 240| geen schuld op u rusten, wegens datgene, wat zij omtrent
7 2, 273| beschouwt hen als rijken wegens hun hescheidenheid. Gij
8 3, 155| omkeerden, werden door Satan wegens hun daden aan het wankelen
9 4, 46 | geweest. Maar Allah heeft hen wegens hun ongeloof vervloekt,
10 4, 88 | Allah heeft hen neergeslagen wegens hetgeen zij verdienden.
11 4, 153| Toen trof hen de bliksem wegens hun overtreding. Daarna,
12 4, 155| neen, Allah heeft deze wegens hun ongeloof verzegeld,
13 4, 160| 160. En wegens de onrechtvaardigheid van
14 5, 13 | 13. En wegens hun breken van het verbond
15 5, 32 | een mens doodt, behalve wegens het doden van anderen of
16 6, 124| overtreders voorzeker treffen, wegens hetgeen zij beramen. ~
17 6, 127| Heer en Hij is hun Vriend, wegens hetgeen zij doen. ~
18 8, 57 | achter hen zign vrees aan wegens hen, opdat zij er lering
19 9, 114| vader, geschiedde alleen wegens een belofte die hij hem
20 10, 9 | werken doen, hun Heer zal hen wegens hun geloof leiden. Rivieren
21 11, 78 | Allah en onteer mij niet wegens mijn gasten. Is er onder
22 13, 31 | rampen getroffen worden wegens hun daden, of het zult bij
23 14, 2 | Maar wee de ongelovigen wegens een strenge straf. ~
24 17, 69 | opkomen en u verdrinken wegens uw ongeloof, zodat gij daarin
25 17, 111| noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid." En verkondig
26 18, 42 | begon zijn handen te wringen wegens hetgeen hij aan de tuin
27 18, 49 | de schuldigen zien vrezen wegens hetgeen daarin staat en
28 18, 106| De hel is hun beloning wegens hun ongeloof en de spot
29 20, 66 | Dan ziet, het scheen hem wegens hun toverkunst toe, dat
30 21, 18 | zij vergaat. En wee u, wegens hetgeen gij beweert. ~
31 22, 10 | 10. "Dit is wegens hetgeen uw handen hebben
32 22, 37 | Allah moogt verheerlijken wegens hetgeen waartoe Hij u heeft
33 23, 111| heb Ik hen heden beloond wegens hun geduld. Voorzeker, zij
34 24, 14 | het Hiernamaals, zo zou u wegens hetgeen gij hebt begaan,
35 24, 58 | morgengebed, wanneer gij wegens de middaghitte u van uw
36 24, 62 | geloven, en die, wanneer zij wegens iets dat voor allen belangrijk
37 27, 47 | antwoordden: "Wij voorzien kwaad wegens u en degenen die met u zijn."
38 27, 85 | oordeel zal op hen vallen wegens hun ongerechtigheid en zij
39 28, 47 | ramp over hen zou komen wegens hetgeen zij verdienen, mogen
40 29, 33 | kwamen was hij verdrietig wegens hen en voelde zich daardoor
41 29, 34 | dezer stad nederzenden, wegens hun overtredingen." ~
42 34, 17 | Daarmee vergolden Wij hen wegens hun ondankbaarheid, en Wij
43 39, 49 | hij: "Dit is mij alleen wegens mijn verdiensten geschonken."
44 42, 34 | Hij kan ze vernietigen: wegens hetgeen zij (de mensen)
45 43, 65 | Wee de onrechtvaardigen wegens de straf van een smartelijke
46 48, 25 | kunnen vertrappen zodat wegens hen een blaam aan u kon
47 52, 19 | Eet en drinkt met genoegen wegens hetgeen gij placht te doen. ~
|