Sura, Verse
1 2, 221| opdat zij lering zullen trekken. ~
2 3, 156| land reizen of ten strijde trekken, zeggen: "Waren zij bij
3 5, 26 | zullen zij door het land trekken. Bekommer u daarom niet
4 6, 80 | gij er dan geen lering uit trekken?" ~
5 6, 126| volk dat er lering uit wil trekken. ~
6 6, 152| gij er lering uit moogt trekken. ~
7 7, 26 | zij er lering uit mogen trekken. ~
8 7, 57 | gij er lering uit moogt trekken. ~
9 7, 130| zij er lering uit mochten trekken.
10 7, 138| kinderen Israëls door de zee trekken en zij kwamen tot een volk
11 8, 57 | zij er lering uit mogen trekken. ~
12 9, 83 | toestemming vragen om uit te trekken (tot het gevecht), zeg dan: "
13 9, 122| opgelegd, allen tezamen op te trekken. Waarom trekt dan niet van
14 9, 126| tonen zij geen berouw noch trekken zij er lering uit. ~
15 10, 3 | Wilt gij dan geen lering trekken? ~
16 11, 24 | dan geen lering (hieruit) trekken? ~
17 11, 30 | dan geen lering hieruit trekken?" ~
18 11, 114| degenen die er lering uit trekken. ~
19 13, 19 | met begrip zijn begiftigd trekken er lering uit, ~
20 14, 25 | opdat zij lering mogen trekken. ~
21 14, 52 | hebben er lering uit mogen trekken. ~~
22 16, 13 | volk dat er lering uit wil trekken. ~
23 16, 17 | gij dan er geen lering uit trekken? ~
24 17, 41 | zij er lering uit zouden trekken, doch dit doet hen slechts
25 20, 44 | opdat hij er lering uit moge trekken, of vrezen." ~
26 23, 85 | gij er dan geen lering uit trekken?" ~
27 24, 1 | gij er lering uit moogt trekken. ~
28 24, 27 | opdat gij er lering uit zult trekken. ~
29 25, 46 | 46. Daarna trekken Wij haar langzaam tot Ons
30 25, 50 | zij er lering uit mogen trekken, maar de meeste mensen weigeren
31 25, 62 | die er lering uit willen trekken, of hun dankbaarheid betonen. ~
32 27, 34 | zij er (met geweld) binnen trekken en maken de hoogsten van
33 28, 43 | zij er lering uit mochten trekken. ~
34 28, 46 | zij er lering uit mogen trekken. ~
35 28, 51 | zij er lering uit mogen trekken. ~
36 32, 4 | dan geen lering (hieruit) trekken? ~
37 37, 13 | wanneer zij vermaand worden, trekken zij er geen lering uit. ~
38 38, 29 | verstandigen er lering uit trekken. ~
39 39, 9 | Maar alleen de verstandigen trekken er lering uit. ~
40 39, 27 | opdat zij er lering uit trekken. ~
41 44, 58 | opdat men er lering uit moge trekken. ~
42 45, 23 | dan geen lering hieruit trekken? ~
43 51, 49 | gij er lering uit moogt trekken. ~
44 73, 20 | anderen op reis door het land trekken, zoekende naar Allah's genade,
45 74, 56 | zullen er geen lering uit trekken tenzij Allah het wil. Hij
46 80, 12 | laat hem er lering uit trekken. ~
47 87, 10 | vreest zal er lering uit trekken; ~
|