Sura, Verse
1 2, 126| tot een oord van vrede en geef vruchten aan haar bewoners,
2 2, 223| gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de gelovigen. ~
3 2, 258| sterven", zeide hij: "Ik geef leven en doe sterven." Abraham
4 3, 38 | tot zijn Heer: "Mijn Heer geef mij een rein nageslacht;
5 3, 41 | 41. Hij zeide: "Heer, geef mij een teken." Hij antwoordde: "
6 7, 14 | 14. Hij zeide: "Geef mij uitstel tot aan de Dag
7 7, 38 | dezen deden ons dwalen, geef hun daarom een dubbele straf
8 7, 62 | boodschappen van mijn Heer over en geef u oprechte raad en ik weet
9 7, 111| 111. Zij zeiden: "Geef hem en zijn broeder tijd
10 7, 183| 183. Ik geef hun uitstel. Mijn plan is
11 8, 32 | hemel over ons regenen of geef ons een (andere) smartelijke
12 9, 49 | onder hen is hij die zegt: "Geef mij verlof en stel mij niet
13 10, 2 | Waarschuw het mensdom en geef blijde tijding aan degenen
14 11, 34 | 34. "En als ik u raad geef zal mijn raad u niet baten
15 11, 46 | gij geen kennis bezit. Ik geef u raad om niet tot de onwetenden
16 11, 84 | andere God, dan Hem. En geef geen korte maat of licht
17 11, 85 | 85. "En o, mijn volk, geef volle maat en juist gewicht
18 12, 36 | waarvan de vogelen aten. Geef ons de verklaring er van,
19 12, 59 | dat ik u met volle maat geef en dat ik een goed gastheer
20 12, 88 | armzalige geldsom meegebracht, geef ons daarvoor de volle maat
21 17, 26 | 26. Geef de verwanten, de armen en
22 18, 32 | 32. En geef hun de gelijkenis der twee
23 18, 45 | 45. Geef hun de gelijkenis van het
24 19, 5 | mijn vrouw is onvruchtbaar, geef mij een opvolger van U." ~
25 19, 10 | Hij zeide: "Mijn Heer, geef mij een teken." (God) zei: "
26 20, 29 | 29. "Geef mij een helper uit mijn
27 20, 71 | eer ik u daartoe verlof geef? Hij moet uw meester zijn
28 22, 34 | daarom onderdanig aan Hem. En geef blijde tijding aan de ootmoedigen. ~
29 22, 37 | waartoe Hij u heeft geleid. En geef blijde tijding aan de goeden. ~
30 24, 62 | terwille van hun zaken, geef dan toestemming aan wie
31 26, 36 | 36. Zij zeiden: "Geef hem en zijn broeder uitstel
32 26, 49 | voordat ik u toestemming geef? Hij is zeker uw leider
33 26, 84 | 84. En geef mij een goede naam onder
34 33, 68 | 68. Onze Heer, geef hun een dubbele straf en
35 36, 11 | in het verborgene vrezen. Geef hem daarom blijde tijdingen
36 36, 13 | 13. Geef hun de gelijkenis van de
37 38, 16 | Zij zeggen: "Onze Heer, geef ons spoedig ons deel vóór
38 38, 23 | één ooi. Toch zegt hij: 'Geef haar aan mij' en hij was
39 39, 17 | blijde tijdingen. Daarom geef blijde tijding aan Mijn
40 45, 8 | alsof hij ze niet hoorde. - Geef hem tijding van een pijnlijke
41 46, 31 | 31. "O, ons volk, geef gehoor aan Allah's verkondiger
42 61, 13 | spoedige overwinning. En geef blijde tijding aan de gelovigen. ~
43 68, 10 | 10. En geef geen gehoor aan een verachtelijke
44 68, 45 | 45. En Ik geef hun uitstel; want Mijn opzet
45 73, 8 | de naam van uw Heer, en geef u met volle toewijding aan
46 73, 11 | bezitters van rijkdom en geef hun een wijle uitstel. ~
47 86, 17 | 17. Geef derhalve de ongelovigen
|