Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zijd 1
zijde 14
zijden 7
zijn 2336
zijnde 14
zijnden 2
zijne 1
Frequency    [«  »]
2516 gij
2411 een
2349 die
2336 zijn
2188 hij
2162 u
1996 in

Koran

IntraText - Concordances

zijn

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2336

                                                     bold = Main text
     Sura, Verse                                     grey = Comment text
1501 28, 73 | opdat gij dankbaar moogt zijn. ~ 1502 28, 74 | oproepen en zeggen: "Waar zijn Mijn mededingers, die gij 1503 28, 76 | zoveel schatten gegeven dat zijn sleutels zeker een last 1504 28, 76 | groep sterke mannen. Toen zijn volk tot hem zeide: "Poch 1505 28, 79 | Hij bleef verschijnen voor zijn volk met pracht en praal. 1506 28, 80 | behalve hun die geduldig zijn." ~ 1507 28, 81 | 81. Dan deden Wij hem en zijn huis in de aarde verzinken; 1508 28, 82 | 82. En zij, die zijn plaats de vorige dag hadden 1509 28, 82 | voorziening voor wie Hij wil van Zijn dienaren. Indien Allah ons 1510 28, 87 | van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; en roep anderen 1511 28, 88 | is vergankelijk behalve Zijn Aangezieht. Aan Hem is de 1512 29, 3 | Allah ook hen die waarachtig zijn, onderscheiden en de leugenaars 1513 29, 8 | Wij hebben de mens geboden zijn ouders goed te doen; en 1514 29, 10 | 10. Onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij geloven 1515 29, 12 | van hun zonden dragen. Zij zijn zeker leugenaars. ~ 1516 29, 14 | Voorwaar, Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij verbleef onder 1517 29, 16 | Abraham, en hij zeide tot zijn volk: "Aanbid Allah en vrees 1518 29, 16 | Dat zal voor u het beste zijn indien gij het begrijpt." ~ 1519 29, 23 | niet geloven, wanhopen aan Zijn barmhartigheid; dezen zullen 1520 29, 24 | 24. Het antwoord van zijn volk was slechts: "Doodt 1521 29, 24 | hem van het vuur. Daarin zijn zeker tekenen voor een volk 1522 29, 25 | En uw tehuis zal het Vuur zijn; en gij zult geen helper 1523 29, 27 | profetenambt en het Boek onder zijn nageslacht, en Wij gaven 1524 29, 27 | nageslacht, en Wij gaven hem zijn beloning in dit leven en 1525 29, 28 | 28. En toen Lot tot zijn volk zeide: "Gij verricht 1526 29, 29 | Maar het antwoord van zijn volk was niet anders dan 1527 29, 31 | vernietigen; want haar inwoners zijn onrechtvaardigen." ~ 1528 29, 32 | woont. Wij zullen hem en zijn familie sparen, behalve 1529 29, 32 | familie sparen, behalve zijn vrouw, die achter zal blijven." ~ 1530 29, 40 | Zo grepen Wij iedereen om zijn zonden en onder hen waren 1531 29, 43 | 43. En dit zijn gelijkenissen die Wij voor 1532 29, 45 | kwaad. En Allah gedachtig te zijn is inderdaad het hoogste. 1533 29, 47 | ook onder de (Mekkanen) zijn er die er in geloven. En 1534 29, 47 | die er in geloven. En het zijn alleen de ondankbaren die 1535 29, 49 | 49. Neen, het zijn duidelijke tekonen in het 1536 29, 50 | Toch zeggen zij: "Waarom zijn hem geen tekenen van zijn 1537 29, 50 | zijn hem geen tekenen van zijn Heer nedergezonden?" Zeg: " 1538 29, 50 | nedergezonden?" Zeg: "De tekenen zijn bij Allah alleen, en ik 1539 29, 52 | geloven en Allah verwerpen zijn de verliezers." ~ 1540 29, 53 | de straf reeds over hen zijn gekomen; toch zal deze hen 1541 29, 59 | 59. Die standvastig zijn, en hun vertrauwen in hun 1542 29, 60 | 60. En hoeveel dieren zijn er die hun eigen onderhoud 1543 29, 62 | levensonderhoud voor wie Hij wil van Zijn dienaren. Voorzeker, Allah 1544 30, 2 | 2. De Romeinen zijn verslagen ~ 1545 30, 6 | s Belofte; Allah breekt zijn Belofte niet, maar de meeste 1546 30, 7 | het wereldse leven, en zij zijn zorgeloos over het Hiernamaals. ~ 1547 30, 13 | voor hen een bemiddelaar zijn; en zij zullen hun afgoderij 1548 30, 20 | 20. En tot Zijn tekenen behoort, dat Hij 1549 30, 21 | 21. En dit is onder Zijn tekenen, dat Hij uit uw 1550 30, 21 | onder u geplaatst. Daarin zijn zeker tekenen voor een volk, 1551 30, 22 | 22. En tot Zijn tekenen behoort ook de schepping 1552 30, 22 | huids) - kleuren. En dit zijn voorzeker tekenen voor degenen, 1553 30, 23 | 23. En tot Zijn tekenen behoort uw slapen ' 1554 30, 23 | nachts en uw zoeken naar Zijn overvloed overdag. Daarin 1555 30, 23 | overvloed overdag. Daarin zijn zeker tekenen voor een volk, 1556 30, 24 | 24. En tot Zijn tekenen behoort eveneens 1557 30, 24 | herleven na haar dood. Hierin zijn zeker tekenen voor een volk, 1558 30, 25 | 25. En dit is onder Zijn tekenen, dat de hemelen 1559 30, 25 | aarde in stand blijven door Zijn gebod. Dan, wanneer Hij 1560 30, 26 | hemelen en op aarde is; allen zijn Hem gehoorzaam. ~ 1561 30, 27 | gemakkelijk voor Hem. En voor Hem zijn de verhevenste attributen 1562 30, 29 | hen zullen er geen helpers zijn. ~ 1563 30, 33 | bekerende; en als Hij hen van Zijn barmhartigheid heeft doen 1564 30, 37 | voor wie Hij wil? Daarin zijn waarlijk tekenen voor een 1565 30, 38 | van Allah zoeken, dezen zijn het die zullen slagen. ~ 1566 30, 44 | 44. Hij die verwerpt, zijn ongeloof zal tegen hem zijn, 1567 30, 44 | zijn ongeloof zal tegen hem zijn, en zij die goede daden 1568 30, 45 | werken doen, moge belonen uit Zijn overvloed. Voorzeker, Hij 1569 30, 46 | 46. En één onder Zijn tekenen is dat Hij de winden 1570 30, 46 | vooruitzichten zendt, opdat Hij u Zijn genade moge doen smaken, 1571 30, 46 | en opdat de schepen op Zijn gebod mogen varen, opdat 1572 30, 46 | opdat gij moogt zoeken naar Zijn overvloed en opdat gij dankbaar 1573 30, 46 | opdat gij dankbaar zult zijn. ~ 1574 30, 48 | deze doet vallen op wie van Zijn dienaren Hij wil, ziet! 1575 31, 2 | 2. Dit zijn verzen van het Boek vol 1576 31, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van 1577 31, 6 | er een vernederende straf zijn. ~ 1578 31, 7 | alsof hij ze niet hoorde en zijn oren verstopt waren. Kondig 1579 31, 13 | 13. Toen Loqmaan tot zijn zoon, terwijl hij hem raad 1580 31, 14 | hart gedrukt betreffende zijn ouders, zijn moeder droeg 1581 31, 14 | betreffende zijn ouders, zijn moeder droeg hem in zwakte 1582 31, 14 | in zwakte op zwakte, en zijn zogen nam twee jaren in 1583 31, 16 | gewicht van een mosterdzaadje zijn, en al zou het zich in een 1584 31, 20 | dienst heeft gesteld en Zijn gunsten rijkelijk aan u 1585 31, 20 | innerlijk? En onder de mensen zijn er, die over Allah twisten, 1586 31, 28 | Schepping en uw Opstanding zijn slechts als die van een 1587 31, 31 | gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen? Voorzeker 1588 31, 31 | tonen? Voorzeker daarin zijn tekenen voor een ieder, 1589 31, 33 | de Dag waarop geen vader zijn zoon iets zal baten, noch 1590 31, 33 | zal baten, noch de zoon zijn vader van enig nut zal kunnen 1591 31, 33 | van enig nut zal kunnen zijn. Allah's belofte is zeker 1592 32, 8 | 8. Daarna maakte Hij zijn nageslacht uit een uittreksel 1593 32, 9 | Hij hem en ademde hem van Zijn geest in. En Hij gaf u oren, 1594 32, 10 | wij in de aarde verloren zijn, opnieuw worden geschapen?" 1595 32, 12 | verrichten; voorzeker wij zijn thans overtuigd." ~ 1596 32, 15 | en die niet hoogmoedig zijn. 1597 32, 18 | Zou dan de gelovige gelijk zijn aan hem die ongehoorzaam 1598 32, 18 | die ongehoorzaam is? Zij zijn (stellig) niet gelijk. ~ 1599 32, 20 | ongehoorzamen zal het Vuur zijn. Telkens wanneer zij er 1600 32, 22 | hij die door het teken van zijn Heer wordt vermaand en zich 1601 32, 26 | zij nu rondlopen? Daarin zijn zeker tekenen. Willen zij 1602 33, 4 | geen man twee harten in zijn binnenste gemaakt, noch 1603 33, 5 | hun vader niet kent, dan zijn zij uw broeders in het geloof 1604 33, 6 | gelovigen dan zij zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders. 1605 33, 6 | zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten 1606 33, 6 | moeders. En bloedverwanten zijn nader bij elkander volgens 1607 33, 12 | is, zeiden: "Wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden 1608 33, 19 | 19. Zij zijn terughoudend in hun hulp 1609 33, 20 | dat de bondgenoten niet zijn vertrokken; en als de bondgenoten 1610 33, 20 | Arabieren in de woestijn willen zijn, nieuws over u vragende. 1611 33, 22 | zij: "Dit is wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden; 1612 33, 22 | ons beloofden; en Allah en Zijn boodschapper spraken de 1613 33, 23 | 23. Er zijn mensen onder de gelovigen 1614 33, 23 | gelovigen die trouw gebleven zijn aan het verbond dat zij 1615 33, 23 | Allah hebben gesloten. Er zijn enigen onder hen die hun 1616 33, 23 | wachten en geenszins veranderd zijn; ~ 1617 33, 28 | het leven dezer wereld en zijn luister wenst, komt dan, 1618 33, 29 | Maar indien gij Allah en Zijn boodschapper en het tehuis 1619 33, 31 | Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt 1620 33, 33 | en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper. O huisgenoten, 1621 33, 35 | en de vrouwen die nederig zijn, de mannen en de vrouwen 1622 33, 36 | vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper over een zaak 1623 33, 36 | er voor hen een keuze zou zijn in die zaak. En wie Allah 1624 33, 36 | die zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt, 1625 33, 37 | gelovigen geen bezwaar mocht zijn ten opzichte van de vrouwen 1626 33, 37 | zonen, als zij van haar zijn gescheiden. Allah's gebod 1627 33, 38 | de profeet geen bezwaar zijn betreffende hetgeen Allah 1628 33, 38 | Allah met hen die vóórdien zijn heengegaan - en het gebod 1629 33, 42 | 42. En prijst Zijn Heiligheid 's morgens en ' 1630 33, 43 | het Die u zegent en ook Zijn engelen doen dit, opdat 1631 33, 44 | ontmoeten zal hun groet "Vrede" zijn. En Hij heeft hun een eervolle 1632 33, 46 | een roeper tot Allah door Zijn gebod, en als een stralende 1633 33, 51 | en allen tevreden mogen zijn met hetgeen gij haar geeft. 1634 33, 53 | zeggen). En als gij haar (zijn vrouwen) om iets vraagt, 1635 33, 53 | vallen, noch dat gij ooit zijn vrouwen na hem zoudt huwen. 1636 33, 53 | inderdaad een grote (belediging) zijn. ~ 1637 33, 56 | 56. Allah en Zijn engelen zenden zegeningen 1638 33, 57 | Betreffende hen, die Allah en Zijn boodschapper lastig vallen, 1639 33, 61 | 61. Vervloekt zijn zij; waar zij zich ook bevinden 1640 33, 62 | met degenen die voordien zijn heengegaan en in Allah's 1641 33, 63 | gij weet het niet; het kan zijn dat het Uur nabij is. ~ 1642 33, 66 | hadden wij slechts Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamd!" ~ 1643 33, 71 | vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, 1644 34, 4 | doen, moge belonen. Zulken zijn het die vergiffenis en een 1645 34, 8 | de straf lijden, en zij zijn ver afgedwaald. ~ 1646 34, 12 | djinn die door het gebod van zijn Heer onder hem werkten, 1647 34, 13 | weinigen van Mijn dienaren zijn dankbaar. ~ 1648 34, 14 | 14. En toen Wij zijn (Salomo's) dood hadden veroorzaakt, 1649 34, 14 | deed niets hen (djinn) zijn dood beseffen, dan een worm 1650 34, 14 | dan een worm der aarde die zijn staf (macht) opvrat en toen 1651 34, 14 | vernederende kwelling zouden zijn gebleven. ~ 1652 34, 19 | hadden verpletterd. Daarin zijn zeker tekenen voor een ieder 1653 34, 20 | inderdaad de waarheid van zijn mening over hen en zij volgden 1654 34, 22 | gij beweert dat zij Goden zijn buiten Allah. Zij hebben 1655 34, 24 | de aarde?" Zeg: "Allah." Zijn wij of gij op het rechte 1656 34, 37 | zij deden en zullen veilig zijn in verheven woningen. ~ 1657 34, 39 | levensonderhoud voor wie Hij wil van Zijn dienaren. En wat gij ook ( 1658 34, 43 | duidelijke woorden aan hen zijn verkondigd, zeggen zij: " 1659 34, 51 | zal er geen ontvluchten zijn als zij van nabij worden 1660 34, 52 | er van voor hen mogelijk zijn van ver, ~ 1661 35, 6 | daarom als vijand. Hij roept zijn volgelingen slechts opdat 1662 35, 8 | boze daden schoonschijnend zijn gemaakt, zodat hij deze 1663 35, 12 | 12. De twee wateren zijn niet gelijk; het ene zoet, 1664 35, 12 | door klieven opdat gij van Zijn overvloed moogt zoeken, 1665 35, 12 | opdat gij dankbaar zult zijn. ~ 1666 35, 18 | roept tot (verlichting van) zijn last, zal er niets van kunnen 1667 35, 18 | reinigt zich alleen in zijn eigen belang en tot Allah 1668 35, 21 | 21. Noch zijn de schaduw en de hitte gelijk; ~ 1669 35, 22 | 22. Noch zijn de levenden gelijk aan de 1670 35, 22 | degenen die in hun graven zijn, niet doen horen. ~ 1671 35, 27 | soorten); en in de bergen zijn streken van wit en rood, 1672 35, 28 | Ook mensen, beesten, vee zijn van verschillende kleur. 1673 35, 28 | verschillende kleur. Alleen Zijn dienaren die kennis bezitten, 1674 35, 30 | beloning moge geven, er uit Zijn overvloed aan toevoegende. 1675 35, 31 | Allah kent en doorziet Zijn dienaren. ~ 1676 35, 32 | Wij uitkozen. En onder hen zijn er die zich zelven te kort 1677 35, 33 | hun kleding zal van zijde zijn. ~ 1678 35, 35 | 35. "Hij, Die ons door Zijn genade deze verbligfplaats 1679 35, 39 | gemaakt. Hij die niet gelooft, zijn ongeloof zal tegen hem zijn 1680 35, 39 | zijn ongeloof zal tegen hem zijn en het ongeloof der ongelovigen 1681 35, 45 | komt: voorwaar Allah kent Zijn dienaren goed. ~~ 1682 36, 6 | waarschuwen welks vaderen niet zijn gewaarschuwd en dat achteloos 1683 36, 12 | 12. Voorzeker, Wij zijn het Die de doden doen herleven, 1684 36, 14 | zij zeiden: "Waarlijk, wij zijn tot u gezonden." ~ 1685 36, 16 | dat wij inderdaad tot u zijn gezonden. ~ 1686 36, 21 | vragen en die goed geleid zijn. ~ 1687 36, 28 | uit de hemel neder (tot zijn volk) noch zenden Wij die 1688 36, 35 | Willen zij dan niet dankbaar zijn? 1689 36, 36 | hen zelf en van hetgeen zijn nog niet kennen. ~ 1690 36, 37 | de dag weg en ziet! zij zijn in duisternis. ~ 1691 36, 43 | dan voor hen geen helper zijn noch kunnen zij gered worden, ~ 1692 36, 49 | nog aan het redetwisten zijn. ~ 1693 36, 53 | Het zal slechts een kreet zijn en ziet! zij zullen allen 1694 36, 70 | ongelovigen gerechtvaardigd moge zijn. ~ 1695 36, 71 | waar zij meesters over zijn? ~ 1696 36, 72 | zodat sommige rijdieren zijn, en sommige tot voedsel 1697 36, 73 | Willen zij dan niet dankbaar zijn? ~ 1698 36, 78 | verhalen voor en vergeet zijn eigen ontstaan. Hij zegt: " 1699 36, 78 | herleven als zij vergaan zijn?" ~ 1700 36, 82 | Hij Zich iets voorneemt is Zijn gebod slechts: "Wees", en 1701 37, 11 | ongelovigen) of zij moeilijker zijn te scheppen, dan andere ( 1702 37, 16 | Zullen wij wanneer wij dood zijn en stof en beenderen zijn 1703 37, 16 | zijn en stof en beenderen zijn geworden, worden opgewekt? ~ 1704 37, 18 | terwijl gij vernederd zult zijn." ~ 1705 37, 19 | Er zal slechts één roep zijn en ziet, zij zullen beginnen 1706 37, 26 | Dag zullen zij onderworpen zijn. ~ 1707 37, 33 | zullen zij allen deelgenoten zijn in de straf. ~ 1708 37, 48 | naast hen zullen vrouwen zijn van bescheiden blik met 1709 37, 53 | 53. Dat wanneer wij dood zijn en tot stof en beenderen 1710 37, 57 | behoren die daar aanwezig zijn. ~ 1711 37, 65 | 65. De trossen er van zijn als de koppen van duivels. ~ 1712 37, 68 | terugkeer zeker naar het Vuur zijn. ~ 1713 37, 75 | Ons aan, en hoe uitmuntend zijn Wij in het verhoren. ~ 1714 37, 76 | 76. Wij redden hem en zijn familie uit de grote nood; ~ 1715 37, 77 | 77. En Wji maakten zijn nakomelingen tot de overlevenden. ~ 1716 37, 83 | 83. En voorwaar, tot zijn partij behoorde Abraham; ~ 1717 37, 84 | 84. Toen hij tot zijn Heer kwam met een deemoedig 1718 37, 85 | 85. En hij tot zijn vader en tot zijn volk zeide: " 1719 37, 85 | hij tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat aanbidt 1720 37, 100| nakomeling die goed zal zijn." ~ 1721 37, 103| onderworpen, en hij hem plat op zijn voorhoofd had gelegd, ~ 1722 37, 113| zegenden hem en Izaäk. En er zijn er onder hun nageslacht 1723 37, 124| 124. Toen hij tot zijn volk zeide, "Wilt gij niet 1724 37, 124| Wilt gij niet godvruchtig zijn? ~ 1725 37, 134| 134. Toen Wij hem en zijn familieleden redden, ~ 1726 37, 135| 135. Met uitzoudering van zijn vrouw die tot de achterblijvenden 1727 37, 144| Dan zou hij in diens buik zijn gebleven tot de Dag der 1728 37, 152| heeft verwekt." Maar zij zijn stellig leugenaars. ~ 1729 37, 165| 165. Waarlijk wij zijn degenen die in rijen gerangschikt 1730 37, 165| die in rijen gerangschikt zijn. ~ 1731 37, 169| Allah's uitverkoren dienaren zijn geworden." ~ 1732 37, 172| 172. Voorzeker, zij zijn het die geholpen zullen 1733 37, 177| nederdaalt zal de dag slecht zijn voor degenen, die werden 1734 38, 2 | 2. Maar de ongelovigen zijn in valse trots en strijd. ~ 1735 38, 11 | 11. Zij zijn een leger van bondgenoten 1736 38, 15 | waarvoor geen uitstel zal zijn. ~ 1737 38, 20 | 20. En Wij versterkten zijn koninkrijk en gaven hem 1738 38, 21 | Hoe zij over de muur van zijn kamer klommen; ~ 1739 38, 22 | zeiden: "Vrees niet, wij zijn twee procesvoerders, waarvan 1740 38, 24 | door uw ooi te eisen naast zijn eigen ooien. En voorzeker, 1741 38, 24 | goede werken doen: en zij zijn slechts weinigen." En David 1742 38, 24 | vroeg hij om vergiffenis van zijn Heer en zich tot Hem wendend, 1743 38, 29 | zegeningen, laat hen dus over zijn verzen nadenken en laat 1744 38, 34 | beproefden Salomo en op zijn troon zetten Wij een zielloos 1745 38, 36 | de wind aan hem, die op zijn gebod zachtjes waaide waarheen 1746 38, 41 | dienaar Job, toen hij tot zijn Heer riep: "Satan heeft 1747 38, 43 | 43. Wij schonken hem zijn familie en evenveel bovendien, 1748 38, 47 | 47. En waarlijk, zij zijn in Onze ogen de uitverkorenen 1749 38, 49 | voortreffelijke toevlucht zijn. ~ 1750 38, 52 | En bij hen zullen vrouwen zijn, die haar blikken weerhouden, 1751 38, 54 | voorziening die nooit uitgeput zal zijn. ~ 1752 38, 55 | slechte plaats van terugkeer zijn. ~ 1753 39, 7 | van ondankbaarheid onder Zijn dienaren. En als gij dankbaar 1754 39, 8 | wordt benadeeld, roept hij zijn Heer aan, zich tot Hem wendend. 1755 39, 8 | Allah, om de mensen van Zijn weg af te leiden. Zeg: " 1756 39, 9 | op de barmhartigheid van zijn Heer. Zeg: "Zijn zij die 1757 39, 9 | barmhartigheid van zijn Heer. Zeg: "Zijn zij die weten gelijk aan 1758 39, 12 | de eerste der Moslims te zijn." ~ 1759 39, 15 | zullen zij de verliezers zijn, die zichzelf en hun familie 1760 39, 16 | Hiertegen waarschuwt Allah Zijn dienaren: "O Mijn dienaren, 1761 39, 17 | Allah wenden - voor hen zijn er blijde tijdingen. Daarom 1762 39, 18 | dit het best naleven. Zij zijn het die Allah geleid heeft, 1763 39, 18 | Allah geleid heeft, en zij zijn de verstandigen. ~ 1764 39, 20 | hen die hun Heer vrezen zijn woningen boven elkaar gebouwd, 1765 39, 20 | belofte en Allah breekt Zijn belofte niet. ~ 1766 39, 22 | verruimd, is in het licht van zijn Heer. Wee dan degenen, wier 1767 39, 24 | Is (deze beter) die voor zijn persoon bescherming zoekt 1768 39, 26 | Hiernamaals zal zeker groter zijn. Als zij slechts wisten! ~ 1769 39, 29 | het met elkander oneens zijn, en een man die geheel aan 1770 39, 29 | aan één man toebehoort. Zijn zij beiden in dezelfde toestand? 1771 39, 33 | of deze bevestigt - dezen zijn de godvruchtigen. ~ 1772 39, 36 | Allah niet toereikend voor Zijn dienaar? En zij trachten 1773 39, 36 | afgoden) die buiten Allah zijn. Voor hem die Allah laat 1774 39, 38 | mij zou willen benadelen, Zijn schade verwijderen? Of als 1775 39, 38 | barmhartigheid wil tonen, kunnen zij Zijn barmhartigheid dan tegenhouden?" 1776 39, 41 | volgt haar ten bate van zijn eigen ziel en wie dwaalt, 1777 39, 42 | het lichaam) terug. Hierin zijn stellig tekenen voor een 1778 39, 43 | hebben en zonder verstand zijn?" ~ 1779 39, 52 | Hij wil; voorwaar, daarin zijn tekenen voor een volk dat 1780 39, 63 | tekenen van Allah verwerpen zijn de verliezers. ~ 1781 39, 67 | waarderen Allah niet volgens Zijn Waardigheid. De gehele aarde 1782 39, 67 | De gehele aarde zal in Zijn greep zijn op de Dag der 1783 39, 67 | aarde zal in Zijn greep zijn op de Dag der Opstanding, 1784 39, 67 | zullen worden opgerold in Zijn hand. Glorie zij Hem en 1785 39, 68 | in de hemelen en op aarde zijn, zullen bezwijmen, behalve 1786 39, 73 | poorten worden geopend en zijn bewakers zullen tot hen 1787 39, 74 | lof behoort aan Allah, Die Zijn belofte aan ons heeft vervuld 1788 40, 5 | ook en elk volk besloot zijn boodschapper te vangen en 1789 40, 6 | bewoners van het Vuur zouden zijn. ~ 1790 40, 13 | 13. Hij is het Die u Zijn tekenen toont en voorziening 1791 40, 14 | de ongelovigen er tegen zijn. ~ 1792 40, 15 | Hij zendt het woord door Zijn gebod aan wie Hij wil van 1793 40, 15 | gebod aan wie Hij wil van Zijn dienaren, opdat hij moge 1794 40, 16 | hen voor Allah verborgen zijn. "Van Wie is het Koninkrijk 1795 40, 18 | zij vol verdriet zullen zijn. De onrechtvaardigen zullen 1796 40, 26 | doodslaan en laat hem dan zijn Heer aanroepen. Ik vrees 1797 40, 28 | het volk van Pharao die zijn geloof verborg, zeide: " 1798 40, 28 | een leugenaar, dan rust zijn leugen op hem; maar als 1799 40, 31 | na hen waren. Allah wil Zijn dienaren geen onrecht aandoen. ~ 1800 40, 37 | is." Zo werd voor Pharao zijn slechte daad schoonschijnend 1801 40, 43 | de bewoners van het Vuur zijn. ~ 1802 40, 44 | toe. Voorwaar, Allah ziet Zijn dienaren door en door." ~ 1803 40, 48 | waren zullen zeggen: "Wij zijn er allen in. Allah heeft 1804 40, 48 | in. Allah heeft nu over Zijn dienaren recht gesproken." ~ 1805 40, 49 | degenen die in het Vuur zijn zullen tot de bewaarders 1806 40, 52 | vloek en het kwade tehuis zijn. ~ 1807 40, 58 | De blinden en de zienden zijn niet gelijk; noch zijn zij, 1808 40, 58 | zienden zijn niet gelijk; noch zijn zij, die geloven en goede 1809 40, 60 | Maar zij die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden, zullen 1810 40, 61 | genade voor de mensen, toch zijn de meeste mensen ondankbaar. ~ 1811 40, 66 | bewjizen van mijn Heer tot mij zijn gekomen; en het is mij geboden 1812 40, 73 | hen worden gezegd: "Waar zijn (de afgoden), die gij met 1813 40, 74 | Zij zullen zeggen: "Zij zijn verloren gegaan. Neen, wij 1814 40, 81 | 81. En Hij toont u Zijn tekenen; welke van de tekenen 1815 40, 85 | loop neemt ten opzichte van Zijn dienaren en zo gingen de 1816 41, 3 | Een Boek waarvan de verzen zijn verklaard als duidelijke 1817 41, 5 | Zij zeggen: "Onze harten zijn gesluierd voor datgene waartoe 1818 41, 12 | en Hij wees elke hemel zijn werk aan. En Wij versierden 1819 41, 16 | zeker nog vernederender zijn en zij zullen niet worden 1820 41, 31 | 31. "Wij zijn uw vrienden in dit leven 1821 41, 34 | 34. Het goede en kwade zijn niet gelijk. Daarom weerstaat ( 1822 41, 37 | 37. En onder Zijn tekenen zijn de dag en de 1823 41, 37 | 37. En onder Zijn tekenen zijn de dag en de nacht, de zon 1824 41, 38 | degenen die bij uw Heer zijn, verheerlijken Hem dag en 1825 41, 39 | 39. Dit behoort tot Zijn tekenen, dat gij de aarde 1826 41, 40 | Onze tekenen verdraaien zijn niet voor Ons verborgen. 1827 41, 41 | geloven als deze tot hen komt (zijn de verliezers); waarlijk 1828 41, 44 | zeker hebben gezegd: "Waarom zijn zijn verzen niet duidelijk 1829 41, 44 | hebben gezegd: "Waarom zijn zijn verzen niet duidelijk gemaakt? 1830 41, 45 | zeker over hen geoordeeld zijn, want waarlijk zij verkeerden 1831 41, 46 | goed doet, doet dit voor zijn eigen ziel; en wie kwaad 1832 41, 46 | niet onrechtvaardig jegens Zijn dienaren. ~ 1833 41, 47 | wordt zij verlost, dan met Zijn kennis. En de Dag waarop 1834 41, 47 | tot hen zal roepen: "Waar zijn Mijn medegoden?" zullen 1835 41, 54 | 54. Ziet toe! Zij zijn in twijfel over de ontmoeting 1836 42, 5 | vergiffenis voor hen die op aarde zijn. Ziet toe! Allah is de Vergevensgezinde, 1837 42, 7 | deel zal in het paradijs zijn, en een ander deel in het 1838 42, 8 | gemaakt, maar Hij laat in Zijn barmhartigheid toe wie Hij 1839 42, 14 | voorzeker tussen hen geoordeeld zijn. En waarlijk, zij die het 1840 42, 14 | het Boek erfden, na hen, zijn er in een verontrustende 1841 42, 16 | een strenge straf voor hen zijn. ~ 1842 42, 18 | over het Uur redetwisten zijn ver afgedwaald. ~ 1843 42, 19 | Allah is Zorgzaam tegenover Zijn dienaren. Hij zorgt voor 1844 42, 21 | zaak onder hen geoordeeld zijn geweest. Want de onrechtvaardigen 1845 42, 22 | tuinen van het paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer 1846 42, 23 | is het waarvan Allah aan Zijn dienaren die geloven en 1847 42, 24 | uitvagen en de Waarheid door Zijn woord bevestigen. Voorzeker, 1848 42, 25 | Die berouw aanvaardt van Zijn dienaren en (hun) zonden 1849 42, 26 | doen en geeft nog meer uit Zijn overvloed maar de ongelovigen 1850 42, 27 | Allah de voorziening voor Zijn dienaren zou hebben vergroot, 1851 42, 27 | dat wil. Hij kent en ziet Zijn dienaren inderdaad goed. ~ 1852 42, 28 | Die regen nederzendt en Zijn barmhartigheid uitspreidt 1853 42, 29 | 29. En onder Zijn tekenen is de Schepping 1854 42, 32 | 32. En onder Zijn tekenen zijn de schepen 1855 42, 32 | 32. En onder Zijn tekenen zijn de schepen als bergen op 1856 42, 33 | oppervlakte daarvan! Daarin zijn voorzeker tekenen voor elke 1857 42, 37 | die wanneer zij vertoornd zijn, vergeven; ~ 1858 42, 40 | verbetering voor ogen houdt, zijn loon rust bij Allah. Voorzeker, 1859 42, 45 | zullen zeggen: "De verliezers zijn inderdaad zij die zichzelf 1860 42, 47 | er voor u geen toevlucht zijn, noch enige kans op ontkenning. ~ 1861 42, 51 | boodschapper te zenden om door Zijn gebod te openbaren wat Hij 1862 43, 15 | 15. En sommigen maken van Zijn dienaren gelijken aan Allah. 1863 43, 17 | is hij toornig en wordt zijn gelaat donker. ~ 1864 43, 19 | de engelen, die dienaren zijn van de Barmhartige, tot 1865 43, 26 | gedenkt) hoe Abraham tot zijn vader en zijn volk zeide: " 1866 43, 26 | Abraham tot zijn vader en zijn volk zeide: "Ik heb voorzeker 1867 43, 28 | een blijvende leer voor zijn nakomelingen, opdat zij 1868 43, 32 | barmhartigheid van uw Heer uit? Wij zijn het, Die in het tegenwoordige 1869 43, 36 | zetten Wij een satan, die zijn metgezel wordt. ~ 1870 43, 38 | Ons komt, zegt hij tegen zijn metgezel: "O, ware er tussen 1871 43, 46 | Onze tekenen naar Pharao en zijn leiders, en hij zeide: " 1872 43, 51 | 51. En Pharao riep tot zijn volk: "O, mijn volk! Behoort 1873 43, 53 | 53. Waarom zijn hem dan geen armbanden van 1874 43, 54 | 54. Zo maakte hij zijn volk tot dwazen en zij gehoorzaamden 1875 43, 58 | 58. En zij roepen: "Zijn onze goden beter of is hij 1876 43, 58 | te twisten. Waarlijk zij zijn een twistziek volk. ~ 1877 43, 67 | die Dag elkanders vijanden zijn. Doch de godvruchtigen: ~ 1878 43, 71 | rondgereikt en er zal daarin alles zijn wat de zielen zich wensen 1879 43, 81 | de eerste der aanbidders zijn. ~ 1880 43, 88 | 88. En zijn (des Profeten) gezegde: " 1881 44, 3 | een gezegende nacht en Wij zijn de Waarschuwer. ~ 1882 44, 11 | zal een pijnlijke straf zijn. ~ 1883 44, 12 | van ons weg; waarlijk wij zijn gelovigen," (zullen zij 1884 44, 13 | Hoe kan er lering voor hen zijn, terwijl er tot hen een 1885 44, 22 | 22. Toen bad hij tot zijn Heer: "Dit is inderdaad 1886 44, 24 | rustig is. Voorzeker, zij zijn een schare die zal verdrinken." ~ 1887 44, 37 | 37. Zijn zij beter of het volk van 1888 44, 37 | Tobba of zij die vóór hen zijn geweest? Wij vernietigden 1889 44, 42 | hen, die Allah genadig zal zijn. Voorwaar, Hij is de Almachtige, 1890 44, 44 | voedsel voor de zondaar zijn, ~ 1891 44, 48 | marteling kokend water op zijn hoofd." ~ 1892 44, 51 | van vrede en veiligheid zijn, ~ 1893 44, 54 | 54. Zo zal het zijn. En Wij zullen hen met schone 1894 45, 3 | in de hemelen en op aarde zijn tekenen voor de gelovigen. ~ 1895 45, 4 | verspreidt (over de aarde), zijn tekenen voor een volk dat 1896 45, 5 | verandering van de winden, zijn eveneens tekenen voor een 1897 45, 5 | tekenen voor een volk, dat zijn verstand gebruikt. ~ 1898 45, 6 | 6. Dit zijn de tekenen van Allah, die 1899 45, 6 | welk woord buiten Allah en Zijn tekenen zullen zij dan geloven? ~ 1900 45, 12 | schepen er op varen door Zijn gebod opdat gij naar Zijn 1901 45, 12 | Zijn gebod opdat gij naar Zijn overvloed zult zoeken en 1902 45, 13 | aan u onderworpen. Daarin zijn zeker tekenen voor een volk, 1903 45, 15 | doet dat ten voordele van zijn eigen ziel: en wie kwaad 1904 45, 15 | kwaad doet, doet dat tegen zijn eigen ziel. Ten slotte zult 1905 45, 19 | voorzeker, de onrechtvaardigen zijn vrienden onder elkander, 1906 45, 20 | 20. Dit zijn de duidelijke bewijzen voor 1907 45, 21 | en hun dood gelijk zullen zijn? Verkeerd is hun oordeel. ~ 1908 45, 23 | Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte tot zijn 1909 45, 23 | zijn eigen begeerte tot zijn God maakt, en die Allah 1910 45, 23 | Allah liet dwalen, ondanks zijn kennis, en wiens oren en 1911 45, 28 | knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en 1912 45, 30 | verrichtten, hun Heer zal hen in Zijn barmhartigheid toelaten. 1913 45, 32 | vermoeden het slechts en zijn er niet zeker van." ~ 1914 46, 3 | van hetgeen, waardoor zij zijn gewaarschuwd. 1915 46, 11 | ons daarin niet voorgegaan zijn. " En omdat zij de rechte 1916 46, 14 | 14. Dezen zijn de bewoners van het paradijs: 1917 46, 15 | mens vriendelijkheid jegens zijn ouders geboden. Zijn moeder 1918 46, 15 | jegens zijn ouders geboden. Zijn moeder draagt hem met ongemak 1919 46, 15 | baart hem met smart. En zijn dragen en spenen nemen dertig 1920 46, 15 | beslag totdat, wanneer hij zijn volle kracht bereikt heeft 1921 46, 15 | staat, dat ik dankbaar moge zijn voor de gunsten die Gij 1922 46, 15 | nakomelingen rechtvaardig zijn. Ik wend mij tot U: en waarlijk, 1923 46, 17 | Maar degene, die tot zijn ouders zegt: "Foei gij beiden! 1924 46, 17 | geslachten reeds vóór mij zijn vergaan" En beiden roepen 1925 46, 17 | hij (de zoon) zegt: "Dit zijn slechts fabelen der ouden." ~ 1926 46, 18 | 18. Dezulken zijn het tegen wie het woord 1927 46, 18 | en de mensen die vóór hen zijn heengegaan, dat zij zeker 1928 46, 18 | zeker de verliezers zullen zijn. ~ 1929 46, 19 | 19. En voor allen zijn er graden overeenkomstig 1930 46, 21 | broeder van Aad, toen hij zijn volk in de zandheuvels waarschuwde - 1931 46, 21 | zandheuvels waarschuwde - en er zijn waarschuwers vóór en na 1932 46, 25 | alles door het gebod van zijn Heer vernietigen. En het 1933 46, 28 | hadden aaagenomen, om in Zijn nabijheid, te komen, hen 1934 47, 12 | het Vuur zal hun tehuis zijn. ~ 1935 47, 14 | 14. Zijn zij die op een duidelijk 1936 47, 14 | slechte daden schoonschijnend zijn gemaakt en die hun eigen 1937 47, 15 | godvruchtigen is beloofd: er zijn daarin stromen water dat 1938 47, 15 | Heer. Kunnen zij gelijk zijn aan degenen die in het Vuur 1939 47, 18 | komen. De tekenen er van zijn reeds gekomen, maar hoe 1940 47, 18 | voor hen de herinnering zijn wanneer het (Uur) werkelijk 1941 47, 23 | 23. Dezen zijn het, die Allah heeft vervloekt, 1942 47, 24 | over de Koran nadenken, of zijn er sloten op hun hart? ~ 1943 47, 31 | ijverig streven en standvastig zijn. En Wij zullen uw feiten 1944 47, 34 | sterven, terwiil zij ongelovig zijn, Allah zal hen zeker niet 1945 47, 38 | vermogen) te geven, maar er zijn sommigen onder u die vrekkig 1946 47, 38 | sommigen onder u die vrekkig zijn. En wie vrekkig is, is dit 1947 47, 38 | zullen uw gelijken niet zijn. ~~ 1948 48, 2 | moge behoeden en dat Hij Zijn gunst aan u moge vervolmaken 1949 48, 9 | 9. Opdat gji in Allah en Zijn boodschapper zoudt geloven, 1950 48, 10 | op hun handen. Doch wie zijn eed schendt, doet dit tot 1951 48, 10 | eed schendt, doet dit tot zijn eigen nadeel en wie zijn 1952 48, 10 | zijn eigen nadeel en wie zijn belofte aan Allah vervult, 1953 48, 13 | degenen, die niet in Allah en Zijn boodschapper geloven hebben 1954 48, 17 | de zieke. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, 1955 48, 20 | opdat het een teken moge zijn voor de gelovigen en dat 1956 48, 21 | maar Allah heeft deze in zijn hand; Allah heeft macht 1957 48, 25 | 25. Zij zijn het die niet geloofden en 1958 48, 25 | deed dat niet) opdat Hij in Zijn barmhartigheid zou opnemen 1959 48, 26 | onwetendheid - zond Allah Zijn kalmte over Zijn boodschapper 1960 48, 26 | zond Allah Zijn kalmte over Zijn boodschapper en over de 1961 48, 27 | vervulde het visioen van Zijn boodschapper naar waarheid. 1962 48, 28 | 28. Hij is het, Die Zijn boodschapper met leiding 1963 48, 29 | Allah. En zij, die met hem zijn, zijn hard tegen de ongelovigen 1964 48, 29 | En zij, die met hem zijn, zijn hard tegen de ongelovigen 1965 48, 29 | gebed), Allah's genade en Zijn welbehagen zoekende - Op 1966 48, 29 | zoekende - Op hun aangezicht zijn de sporen van het zich ter 1967 48, 29 | het zaad van koren, dat zijn scheut uitspruit, en dien 1968 49, 1 | niet voorbarig bij Allah en Zijn boodschapper, maar vreest 1969 49, 3 | boodschapper van Allah, zijn degenen wier hart Allah 1970 49, 5 | zou het beter voor hen zijn. Maar Allah is Vergevensgezind, 1971 49, 7 | gij zeker in moeilijkheden zijn geraakt, maar Allah heeft 1972 49, 7 | ongehoorzaamheid afkeurenswaardig. Zo zijn zij, die het rechte pad 1973 49, 10 | 10. De gelovigen zijn voorzeker broeders. Bewaart 1974 49, 11 | vrouwen, die misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander 1975 49, 11 | zij die geen berouw tonen zijn de onrechtvaardigen. ~ 1976 49, 12 | iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt 1977 49, 14 | Maar indien gij Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, 1978 49, 15 | 15. De ware gelovigen zijn slechts degenen, die in 1979 49, 15 | degenen, die in Allah en Zijn boodschapper geloven en 1980 49, 15 | van Allah strijden. Zij zijn de waarachtigen. ~ 1981 50, 3 | wanneer wij dood gaan en stof zijn geworden? Zulk een terugkeer 1982 50, 5 | deze tot hen kwam, derhalve zijn zij in een verwarde toestand 1983 50, 11 | Zo zal ook de Opstanding zijn. ~ 1984 50, 15 | 15. Zijn Wij dan uitgeput door de 1985 50, 15 | eerste schepping? Neen, zij zijn in twijfel omtrent de nieuwe 1986 50, 16 | geschapen en Wij weten alles wat zijn Ik hem toefluistert. En 1987 50, 16 | hem toefluistert. En Wij zijn nader tot hem dan zijn halsader. ~ 1988 50, 16 | Wij zijn nader tot hem dan zijn halsader. ~ 1989 50, 23 | 23. En zijn metgezel zal zeggen: "Dit 1990 50, 27 | 27. Zijn metgezel zal zeggen: "O, 1991 50, 35 | 35. Voor hen zal daarin zijn wat zij wensen en bij Ons 1992 50, 42 | zullen horen, dat zal de Tijd zijn van het voor den dag komen. ~ 1993 50, 43 | 43. Voorwaar, Wij zijn het die leven geven en de 1994 51, 10 | 10. Vervloekt zijn zij die vermoedens uiten. ~ 1995 51, 11 | 11. Die onachtzaam zijn in onwetendheid. ~ 1996 51, 12 | zal de Tijd des Gerichts zijn?" ~ 1997 51, 13 | 13. Het zal op de Dag zijn, wanneer zij in het Vuur 1998 51, 20 | 20. En er zijn tekenen op aarde voor hen 1999 51, 26 | Maar hij ging rustig naar zijn gezin en bracht een (toebereid) 2000 51, 29 | 29. Toen kwam zijn vrouw, in verbijstering


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2336

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License