1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2188
Sura, Verse
1 2, 15 | spotternij bestraffen en Hij zal hen blindelings in hun
2 2, 20 | zo Allah het wilde, zou Hij hun het gehoor en het gezicht
3 2, 26 | een voorbeeld?" Velen laat Hij daardoor dwalen en velen
4 2, 26 | daardoor dwalen en velen leidt Hij daardoor terecht - en niemand
5 2, 26 | terecht - en niemand laat Hij daarmede dwalen, dan de
6 2, 28 | terwijl gij levenloos waart en Hij u leven schonk? Hij zal
7 2, 28 | waart en Hij u leven schonk? Hij zal u doen sterven en daarna
8 2, 28 | doen sterven en daarna zal Hij u doen herleven en dan zult
9 2, 29 | 29. Hij is het, Die alles, wat op
10 2, 29 | u schiep: daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte
11 2, 29 | tot zeven hemelen, want Hij heeft kennis van alle dingen. ~
12 2, 30 | Heiligheid prijzen," antwoordde Hij: "Ik weet wat gij niet weet." ~
13 2, 31 | 31. En Hij leerde Adam al de namen.
14 2, 31 | al de namen. Dan plaatste Hij (de voorwerpen dezer) namen
15 2, 33 | 33. Hij zeide: "O, Adam, zeg hun
16 2, 33 | van deze dingen", en toen hij de namen had genoemd, zeide
17 2, 33 | namen had genoemd, zeide Hij: "Zeide Ik u niet: Waarlijk
18 2, 34 | zich allen, behalve Iblies. Hij weigerde, hij was hoogmoedig.
19 2, 34 | behalve Iblies. Hij weigerde, hij was hoogmoedig. Hij behoorde
20 2, 34 | weigerde, hij was hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen. ~
21 2, 37 | van zijn Heer. Zo schonk Hij hem vergiffenis; gewis Hij
22 2, 37 | Hij hem vergiffenis; gewis Hij is Berouwaanvaardend, Genadevol. ~
23 2, 54 | Schepper". Daarna wendde Hij zich genadig tot u. Voorzeker,
24 2, 54 | genadig tot u. Voorzeker, Hij is Berouwaanvaardend, Genadevol. ~
25 2, 61 | voor ons tot uw Heer, dat Hij van hetgeen op aarde groeit -
26 2, 61 | ons voortbrenge," zeide Hij: "Zoudt gij hetgeen minderwaardig
27 2, 67 | Drijft gij de spot met ons?" Hij zeide: "Ik zoek toevlucht
28 2, 68 | voor ons tot uw Heer, opdat Hij het ons duidelijk make,
29 2, 68 | een koe dit moet zijn." Hij antwoordde: "Hij zegt, dat
30 2, 68 | zijn." Hij antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe moet
31 2, 69 | voor ons tot uw Heer, dat Hij het ons duidelijk make,
32 2, 69 | welke kleur zij heeft" Hij antwoordde: "Hij zegt, dat
33 2, 69 | heeft" Hij antwoordde: "Hij zegt, dat het een gele koe
34 2, 70 | voor ons tot uw Heer, dat Hij ons mededele, hoe zij is,
35 2, 71 | 71. Hij antwoordde: "Hij zegt, dat
36 2, 71 | 71. Hij antwoordde: "Hij zegt, dat het een koe is,
37 2, 90 | diegenen Zijner dienaren, die Hij wil. Daardoor brachten zij
38 2, 97 | Gabriël is" - want waarlijk, hij openbaarde het op Allah'
39 2, 102| doet, hoewel zij weten, dat hij, die in deze zaken handelt
40 2, 105| Zijn barmhartigheid, wie Hij wil en Allah is de Heer
41 2, 114| is onrechtvaardiger dan hij, die verbiedt, dat de naam
42 2, 116| zoon verwekt. Heilig is Hij. Neen, alles, wat in de
43 2, 117| hemelen en aarde. Wanneer Hij iets besluit, zegt Hij slechts: "
44 2, 117| Wanneer Hij iets besluit, zegt Hij slechts: "Wees" en het wordt". ~
45 2, 124| Abraham deze vervulde, zeide Hij: "Ik zal u tot leider der
46 2, 124| onder mijn nakomelingen?" Hij zeide: "Mijn verbond betreft
47 2, 126| laatste dag geloven", zeide Hij: "Ik zal voor een korte
48 2, 130| Abraham afwenden, behalve hij, die dwaas tegen zichzelf
49 2, 130| uitverkoren en in de volgende zal hij gewis onder de rechtvaardigen
50 2, 131| zeide: "Onderwerp U", zeide hij: "Ik heb mij aan de Heer
51 2, 133| de dood tot Jacob kwam en hij tot zijn zonen zeide: "Wat
52 2, 135| van Abraham, de oprechte: hij behoorde niet tot de afgodendienaren". ~
53 2, 137| voldoende zijn tegen hen, want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~
54 2, 139| ons omtrent Allah, terwijl Hij uw Heer en onze Heer is?
55 2, 140| is onrechtvaardiger, dan hij, die een getuigenis verbergt,
56 2, 140| getuigenis verbergt, die hij van Allah heeft? En Allah
57 2, 142| het Oosten en het Westen. Hij leidt, wie Hij wil naar
58 2, 142| het Westen. Hij leidt, wie Hij wil naar het rechte pad". ~
59 2, 148| heeft een richting, waarheen hij zich wendt, wedijvert daarom
60 2, 158| verricht, geen blaam, indien hij om beiden (heen) loopt.
61 2, 164| hemel nederzendt, waarmede Hij de aarde doet herleven na
62 2, 168| voetstappen van Satan; voorzeker, hij is voor u een openlijke
63 2, 169| 169. Hij gebiedt u alleen, wat kwaad
64 2, 173| 173. Hij heeft u slechts het gestorvene,
65 2, 173| uitgeroepen, verboden. Maar hij, die gedwongen is en dit
66 2, 174| tot hen spreken, noch zal Hij hen rein achten. Er wacht
67 2, 180| dood tot één uwer komt, en hij een vermogen nalaat, hij
68 2, 180| hij een vermogen nalaat, hij een testament opmake voor
69 2, 181| 181. En hij, die het vervalst nadat
70 2, 181| die het vervalst nadat hij het heeft gehoord, de schuld
71 2, 182| 182. Maar hij die vreest, dat degene,
72 2, 184| voeden van een arme. Maar hij, die vrijwillig goed doet,
73 2, 185| grootheid zult prijzen, omdat Hij u terecht heeft geleid en
74 2, 186| van de smekeling, wanneer hij Mij aanroept." Daarom moeten
75 2, 194| handelt, vergeldt hem naarmate hij tegen u heeft gedaan. En
76 2, 196| wanneer gij veilig zijt, moet hij die gebruik maakt van Omrah,
77 2, 198| Monument en gedenkt Hem, omdat Hij u heeft geleid, terwijl
78 2, 204| dit leven u zou behagen en hij stelt Allah tot getuige
79 2, 204| zijn hart is en toch is hij de meest twistzieke. ~
80 2, 205| 205. Wanneer hij gezag heeft, gaat hij in
81 2, 205| Wanneer hij gezag heeft, gaat hij in het land rond, om er
82 2, 208| voetstappen van Satan niet; hij is voorzeker uw verklaarde
83 2, 211| hun hebben gegeven. Maar hij die de gunst van Allah verandert,
84 2, 212| gaven overvloedig aan wie Hij wil. ~
85 2, 213| naar het rechte pad, wie Hij wil. ~
86 2, 220| Allah het had gewild, zou Hij het u moeilijk hebben gemaakt.
87 2, 221| afgodendienaar, ofschoon hij u moge behagen. Zij noden
88 2, 221| vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan de
89 2, 225| voor uw ijdele eden, maar Hij zal u ter verantwoording
90 2, 230| 230. Indien hij van haar (ten derden male)
91 2, 230| Allah's bepalingen, welke Hij aan de mensen, die kennis
92 2, 231| Boek en de wijsheid, die Hij u heeft nedergezonden, waarmede
93 2, 231| nedergezonden, waarmede Hij u vermaant. En vreest Allah
94 2, 239| gedenkt dan Allah, zoals Hij u heeft geleerd, wat gij
95 2, 243| Sterft" en dan schonk Hij hun leven. Voorzeker, Allah
96 2, 245| het goede deel afstaat, Hij zal het voor hem vele malen
97 2, 246| Allah kunnen strijden." Hij zeide: "Is het niet waarschijnlijk,
98 2, 247| aangesteld." Zij zeiden: "Hoe kan hij over ons regeren, terwijl
99 2, 247| heerschappij hebben dan hij en hem geen overvloed van
100 2, 247| rijkdommen is gegeven?" Hij zeide: "Voorzeker, Allah
101 2, 247| Zijn heerschappij aan wie Hij wil en Allah is Milddadig,
102 2, 249| strijdkrachten uitrukte, zeide hij: "Voorzeker, Allah zal u
103 2, 249| een stroom beproeven: dus hij die er van drinkt, is niet
104 2, 249| met mij, behalve wanneer hij maar een handvol neemt,
105 2, 249| maar een handvol neemt, en hij die er niets van neemt,
106 2, 249| zij de rivier overstaken, hij en de gelovigen met hem -
107 2, 251| en onderwees hem, hetgeen Hij wilde. Had Allah sommige
108 2, 253| sommigen hunner verhief Hij in rang. En Wij gaven Jezus,
109 2, 253| bestreden, maar Allah doet, wat Hij wil. ~
110 2, 255| Allah! Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande.
111 2, 255| bemiddelen zonder Zijn verlof? Hij kent hetgeen voor hen is
112 2, 255| kennis omvatten, dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich
113 2, 255| beide vermoeit Hem niet; Hij is de Verhevene, de Grote. ~
114 2, 256| onderscheiden; derhalve, hij die de duivel verloochent
115 2, 257| Vriend dergenen, die geloven; Hij brengt hen uit de duisternis
116 2, 258| Abraham zeide: "Mijn Heer is Hij, die het leven geeft en
117 2, 258| en doet sterven", zeide hij: "Ik geef leven en doe sterven."
118 2, 259| honderd jaren; daarna wekte Hij hem op en zeide: "Hoelang
119 2, 259| Hoelang zijt gij hier reeds?" Hij antwoordde: "Ik ben een
120 2, 259| gedeelte van een dag gebleven." Hij zeide: "Neen, gij zijt honderd
121 2, 259| dit duidelijk werd zeide hij: "Ik weet, dat Allah macht
122 2, 260| doden tot leven opwekt." Hij zeide: "Gelooft gij dan
123 2, 260| Gelooft gij dan niet?" Hij zeide: "Ja, maar opdat mijn
124 2, 260| opdat mijn hart rustig zij." Hij antwoordde: "Neem vier vogels
125 2, 261| Allah vermeerdert voor wie Hij wil; Allah is Alomvattend,
126 2, 264| verwijt of krenking, zoals hij, die zijn rijkdommen weggeeft,
127 2, 264| vallen bij de mensen en hij gelooft niet in Allah en
128 2, 264| Allah en de laatste dag. Hij is als een gladde rots,
129 2, 266| vruchten groeien, terwijl hij oud is en een zwak nakomelingschap
130 2, 269| 269. Hij schenkt wijsheid aan wie
131 2, 269| schenkt wijsheid aan wie Hij wil en wie wijsheid is geschonken
132 2, 271| geeft is het beter voor u en Hij zal de fouten van u wegnemen.
133 2, 272| plicht, maar Allah leidt wie Hij wil. En welke rijkdommen
134 2, 275| zal toebehoren, hetgeen hij vroeger heeft ontvangen
135 2, 282| schuldenaar dicteren en hij moet Allah, zijn Heer vrezen
136 2, 284| rekenschap voor vragen; dan zal Hij vergeven wie Hij wil en
137 2, 284| dan zal Hij vergeven wie Hij wil en straffen, wie Hij
138 2, 284| Hij wil en straffen, wie Hij wil. Allah heeft macht over
139 3, 2 | Allah! Er is geen God, dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande. ~
140 3, 3 | 3. Hij heeft u het Boek met de
141 3, 3 | hetgeen er aan voorafgaat en Hij zond voordien de Torah en
142 3, 3 | leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil geopenbaard. ~
143 3, 6 | 6. Hij is het, Die u in de baarmoeder
144 3, 6 | de baarmoeder vormt zoals Hij wil; er is geen God dan
145 3, 6 | wil; er is geen God dan Hij, de Almachtige, de Alwijze. ~
146 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft
147 3, 13 | versterkt met Zijn hulp, wie Hij wil. Daarin is zeker een
148 3, 18 | dat er geen God is dan Hij en de engelen en degenen,
149 3, 18 | rechtvaardigheid: er is geen God dan Hij, de Almachtige, de Alwijze. ~
150 3, 29 | onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen en
151 3, 37 | haar in de kamer ging, vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: "
152 3, 37 | vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: "O, Maria, waar hebt
153 3, 37 | Allah geeft volop aan wie Hij wil. ~
154 3, 39 | riepen tot hem, terwijl hij in de kamer stond te bidden: "
155 3, 39 | woord zal vervullen - en hij zal edel, kuis en een profeet
156 3, 40 | 40. Hij zeide: "Heer, hoe zal er
157 3, 40 | vrouw onvruchtbaar is?" Hij antwoordde: "Zo doet Allah,
158 3, 40 | antwoordde: "Zo doet Allah, wat Hij wil." ~
159 3, 41 | 41. Hij zeide: "Heer, geef mij een
160 3, 41 | Heer, geef mij een teken." Hij antwoordde: "Uw teken zal
161 3, 45 | wereld en in de volgende en hij zal tot hen behoren die
162 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken
163 3, 46 | op middelbare leeftijd en hij zal één der rechtvaardigen
164 3, 47 | man mij heeft benaderd?" Hij zeide: "Zo schept Allah,
165 3, 47 | zeide: "Zo schept Allah, wat Hij wil. Wanneer Hij iets beslist,
166 3, 47 | Allah, wat Hij wil. Wanneer Hij iets beslist, zegt Hij daartoe
167 3, 47 | Wanneer Hij iets beslist, zegt Hij daartoe slechts: "Wees"
168 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de goddelijke
169 3, 49 | 49. En hij zal een boodschapper voor
170 3, 49 | maken, dan adem ik daarin en hij zal een vogel worden, door
171 3, 52 | ongeloof bemerkte, zeide hij: "Wie zullen mijn helpers
172 3, 59 | hetzelfde als dat van Adam. Hij (Allah) schiep hem uit stof
173 3, 59 | stof en zeide: "Wees" en hij werd. ~
174 3, 62 | God dan Allah en waarlijk, Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~
175 3, 67 | noch een Christen, maar hij was een oprecht Moslim.
176 3, 67 | was een oprecht Moslim. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
177 3, 73 | Genade is in Allah's hand. Hij schenkt deze aan wie Hij
178 3, 73 | Hij schenkt deze aan wie Hij wil". En Allah is Milddadig,
179 3, 74 | 74. Hij geeft Zijn genade aan wie
180 3, 74 | geeft Zijn genade aan wie Hij wil. Allah is de Heer van
181 3, 75 | de mensen van het Boek is hij, die, als gij hem een schat
182 3, 77 | Dag des Oordeels, noch zal Hij hen als rein beschouwen
183 3, 79 | profeetschap geeft, dat hij dan tot de mensen zou zeggen: "
184 3, 80 | 80. Noch zal hij u gebieden de engelen en
185 3, 80 | goden te aanvaarden. Zou hij u ongeloof bevelen, nadat
186 3, 81 | een verbond sloot, zeide Hij: "Voorwaar, Ik heb u het
187 3, 81 | hem zult gij helpen." En Hij zeide: "Hebt gij bekrachtigd
188 3, 81 | Wij bekrachtigen het." Hij zeide: "Getuigt dan en Ik
189 3, 85 | niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder
190 3, 91 | goud worden aanvaard als hij zich daarmede zou willen
191 3, 95 | van Abraham, de oprechte, hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
192 3, 101| onder u aan wezig is? En hij, die zich aan Allah vasthoudt,
193 3, 103| de gunst van Allah, die Hij u bewees toen gij vijanden
194 3, 103| toen gij vijanden waart en Hij uw harten verenigde, zo
195 3, 103| rand van een vuurput en Hij redde u er van. Zo legt
196 3, 127| 127. Opdat Hij een deel der ongelovigen
197 3, 128| de zaak niets uitstaande: Hij (Allah) moge Zich in barmhartigheid
198 3, 129| al hetgeen op aarde is. Hij vergeeft wie Hij wil en
199 3, 129| aarde is. Hij vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij
200 3, 129| vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil en Allah
201 3, 129| Hij wil en Hij straft wie Hij wil en Allah is Vergevensgezind,
202 3, 144| op de hielen omkeren als hij sterft of gedood wordt?
203 3, 144| sterft of gedood wordt? Hij, die zich omkeert zal aan
204 3, 150| Allah is uw Beschermer en Hij is de Beste der helpers. ~
205 3, 151| deelgenoten toeschrijven waarvoor Hij geen gezag heeft nedergezonden.
206 3, 152| niet gehoorzaamdet, nadat Hij u hetgeen u behaagde had
207 3, 152| Hiernamaals begeerden. Toen wendde Hij u van hen af, opdat Hij
208 3, 152| Hij u van hen af, opdat Hij u mocht beproeven; maar
209 3, 152| u mocht beproeven; maar Hij heeft het u vergeven. Allah
210 3, 153| u van verre nariep, gaf Hij u smart op smart, opdat
211 3, 154| 154. Toen zond Hij na de smart een vredige
212 3, 160| u overweldigen, maar als Hij u verlaat, wie is er dan
213 3, 162| 162. Is hij die het behagen van Allah
214 3, 162| behagen van Allah zoekt en hij die de toorn van Allah tot
215 3, 164| een gunst bewezen, daar Hij een boodschapper uit hun
216 3, 167| 167. En opdat Hij de huichelaars mocht doen
217 3, 173| Allah is ons genoeg en Hij is een uitstekende Beschermer." ~
218 3, 179| 179. Allah is niet zo dat Hij de gelovigen in de toestand
219 3, 179| waarin zij verkeren, totdat Hij de kwaden van de goeden
220 3, 179| scheidt, noch is Allah zo, dat Hij u het ongeziene bekend maakt.
221 3, 179| Zijn boodschappers, wie Hij wil. Gelooft daarom in Allah
222 3, 187| Boek gegeven was, zeide Hij: "Gij zult dit aan de mensen
223 4, 6 | omdat zij opgroeien. En laat hij, die rijk is zich onthouden
224 4, 6 | is zich onthouden en laat hij die arm is naar billijkheid
225 4, 11 | zesde deel der erfenis, als hij een kind heeft, maar als
226 4, 11 | een kind heeft, maar als hij geen kind heeft en zijn
227 4, 11 | moeder een derde deel en als hij broeders en zusters heeft,
228 4, 11 | betaling van enig legaat, dat hij heeft nagelaten of van (
229 4, 13 | boodschapper gehoorzaamt, Hij zal hem tuinen doen binnengaan,
230 4, 14 | grenzen overschrijdt zal Hij het Vuur doen binnengaan;
231 4, 14 | het Vuur doen binnengaan; hij zal daarin verblijven en
232 4, 18 | in het gezicht staart en hij zegt: 'Ik heb berouw;' noch
233 4, 25 | gelovige vrouwen te huwen, hij huwe hetgeen gij bezit,
234 4, 40 | daad is vermenigvuldigt Hij deze en geeft van Zijn kant
235 4, 48 | Hem vereenzelvigt, maar Hij zal al hetgeen daarbuiten
236 4, 48 | daarbuiten staat vergeven, wie Hij wil. En wie iets met Allah
237 4, 49 | is het, Die reinigt, wie Hij wil. Hen zal niet het minste
238 4, 64 | zenden geen boodschapper of hij moet worden gehoorzaamd
239 4, 72 | 72. En onder u is hij, die achter blijft en als
240 4, 72 | rampspoed overkomt, zegt hij: "Waarlijk, Allah is mij
241 4, 73 | van Allah tot u komt, zegt hij - alsof er geen vriendschap
242 4, 74 | van Allah strijdt, hetzij hij gedood wordt of overwint,
243 4, 87 | Allah! Er is geen God, dan Hij. Hij zal u zeker bijeenroepen
244 4, 87 | Er is geen God, dan Hij. Hij zal u zeker bijeenroepen
245 4, 90 | indien Allah wilde, zou Hij hun macht tegen u hebben
246 4, 92 | kwijtschelden. Maar indien hij (de gedode) tot een u vijandig
247 4, 92 | gelovige slaaf bevrijden en als hij van een volk is waarmede
248 4, 93 | de hel zijn; daarin zal hij vertoeven. Allah's toorn
249 4, 93 | Allah's toorn is op hem; Hij heeft hem vervloekt en zal
250 4, 108| voor Allah verbergen en Hij is bij hen wanneer zij de
251 4, 114| aansporen. En wie dit doet wijl hij Allah's welbehagen zoekt,
252 4, 115| 115. En hij, die zich tegen de boodschapper
253 4, 115| zullen hem laten volgen wat hij wil en Wij zullen hem in
254 4, 116| Hem vereenzelvigd wordt en Hij zal, buiten dat, vergeven
255 4, 116| buiten dat, vergeven wie Hij wil. En wie iets met Allah
256 4, 118| heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: "Ik zal voorzeker
257 4, 119| schepping bederven." Derhalve hij, die buiten Allah Satan
258 4, 120| 120. Hij doet hun beloften en wekt
259 4, 123| voor worden gestraft en hij zal buiten Allah vriend,
260 4, 125| wie is beter in geloof dan hij, die zich aan Allah onderwerpt
261 4, 133| 133. Indien Hij wil, zal Hij u, o volk,
262 4, 133| 133. Indien Hij wil, zal Hij u, o volk, wegnemen en anderen
263 4, 136| boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn boodschapper heeft
264 4, 136| geopenbaard, en in het Boek, dat Hij voordien openbaarde. En
265 4, 137| niet vergeven, noch zal Hij hen op de rechte weg leiden. ~
266 4, 140| 140. En Hij heeft u reeds in het Boek (
267 4, 142| Allah te bedriegen, maar Hij zal hen voor hun bedrog
268 4, 152| maken, dezen zijn het, wie Hij spoedig hun beloning zal
269 4, 159| de Dag der Opstanding zal hij (Jezus) getuige tegen hen
270 4, 166| Allah getuigt dat, hetgeen Hij u heeft nedergezonden, Hij
271 4, 166| Hij u heeft nedergezonden, Hij dit heeft nedergezonden
272 4, 168| niet vergeven, noch zal Hij hun een andere weg wijzen, ~
273 4, 171| van Zijn heiligheid, dat Hij een zoon zou hebben. Aan
274 4, 172| aanbidden, en hoogmoedig is, Hij zal hen toch allen tot Zich
275 4, 173| goede werken verrichten, zal Hij hun beloning ten volle geven
276 4, 173| en hoogmoedig waren, zal Hij met een pijnlijke straf
277 4, 175| en aan Hem vasthouden zal Hij zeker tot Zijn barmhartigheid
278 4, 176| geen kind achterlaat en hij heeft een zuster, dan moet
279 4, 176| zij de helft van hetgeen hij nalaat ontvangen en hij
280 4, 176| hij nalaat ontvangen en hij zal van haar erven (alles)
281 4, 176| zij twee derde van hetgeen hij nalaat ontvangen. En als
282 5, 1 | Voorwaar, Allah gebiedt wat Hij wil. ~
283 5, 3 | wordt gedwongen zonder dat hij tot de zonde is geneigd,
284 5, 5 | is waarlijk tevergeefs en hij zal in het Hiernamaals onder
285 5, 6 | moeilijkheden te brengen, maar Hij wenst u te reinigen en Zijn
286 5, 7 | aan u en het verbond dat Hij met u sloot, toen gij zeidet: "
287 5, 11 | u wilde uitsteken, maar Hij weerhield hun handen en
288 5, 17 | dan macht tegen Allah, als Hij de Messias, zoon van Maria
289 5, 17 | en al wat daartussen is. Hij schept wat Hij wil en Allah
290 5, 17 | daartussen is. Hij schept wat Hij wil en Allah heeft macht
291 5, 18 | geliefden." Zeg: "Waarom straft Hij u dan voor uw zonden? Neen,
292 5, 18 | mensen onder degenen die Hij schiep. Hij vergeeft, wie
293 5, 18 | degenen die Hij schiep. Hij vergeeft, wie Hij wil en
294 5, 18 | schiep. Hij vergeeft, wie Hij wil en Hij straft, wie Hij
295 5, 18 | vergeeft, wie Hij wil en Hij straft, wie Hij wil. En
296 5, 18 | Hij wil en Hij straft, wie Hij wil. En aan Allah behoort
297 5, 20 | Allah's gunst aan u, toen Hij profeten onder u aanstelde
298 5, 20 | en u koningen aanwees en Hij u gaf, wat Hij aan niemand
299 5, 20 | aanwees en Hij u gaf, wat Hij aan niemand onder de volkeren
300 5, 25 | 25. Hij zeide: "Mijn Heer, ik heb
301 5, 30 | broeder te doden, dus doodde hij hem en werd een der verliezers. ~
302 5, 31 | zijn broeder te verbergen. Hij zeide: "Ware ik maar de
303 5, 31 | verbergen." En toen kreeg hij berouw. ~
304 5, 32 | het land, het ware alsof hij het gehele mensdom had gedood,
305 5, 32 | het leven schenkt, alsof hij aan het gehele mensdom het
306 5, 40 | aarde aan Allah toebehoort? Hij straft, wie Hij wil en Hij
307 5, 40 | toebehoort? Hij straft, wie Hij wil en Hij vergeeft, wie
308 5, 40 | Hij straft, wie Hij wil en Hij vergeeft, wie Hij wil en
309 5, 40 | wil en Hij vergeeft, wie Hij wil en Allah heeft macht
310 5, 45 | vergelding voor wonden. En hij, die van het recht hierop
311 5, 48 | indien Allah had gewild zou Hij u allen tot één volk hebben
312 5, 48 | volk hebben gemaakt, maar Hij wenst u te beproeven met
313 5, 48 | te beproeven met hetgeen Hij u heeft gegeven. Wedijvert
314 5, 48 | allen terugkeren, dan zal Hij u datgene mededelen, waarover
315 5, 54 | volk zal voortbrengen dat Hij zal liefhebben en die Hem
316 5, 54 | Dit is Allah's genade; Hij schenkt deze aan wie Hij
317 5, 54 | Hij schenkt deze aan wie Hij wil en Allah is Milddadig,
318 5, 56 | 56. En hij, die Allah en de boodschapper
319 5, 60 | heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort
320 5, 60 | heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren
321 5, 64 | Zijn handen zijn wijd open, Hij geeft, zoals Hij wil. En
322 5, 64 | wijd open, Hij geeft, zoals Hij wil. En hetgeen u van uw
323 5, 72 | zeggen: "Waarlijk Allah, Hij is de Messias, de zoon van
324 5, 89 | voor uw ijdele eden, maar Hij zal u ter verantwoording
325 5, 95 | huisdier gelijk aan hetgeen hij heeft gedood - twee rechtvaardige
326 5, 95 | moet worden gebracht; of hij moet als boetedoening (een
327 5, 95 | aantal dagen vasten, opdat hij het gevolg van zijn daad
328 5, 105| gelooft, past op uzelf. Hij die dwaalt kan u niet schaden
329 5, 105| allen terugkeren, dan zal Hij u tonen wat gij gedaan hebt. ~
330 5, 106| waarde voor in ruil, hoewel hij een bloedverwant is, wij
331 5, 112| te zenden?", antwoordde hij: "Vreest Allah, als gij
332 5, 116| Goden naast Allah,'? zal hij antwoorden: "Heilig zijt
333 5, 120| en wat daartussen is en Hij heeft macht over alle dingen. ~~
334 6, 2 | 2. Hij is het, Die u uit klei schiep
335 6, 3 | 3. En Hij is Allah in de hemelen en
336 6, 3 | de hemelen en op aarde. Hij kent uw innerlijk en uw
337 6, 3 | innerlijk en uw uiterlijk en Hij weet, wat gij verdient. ~
338 6, 12 | aarde is?" Zeg: "Aan Allah." Hij heeft het op Zich genomen,
339 6, 12 | barmhartigheid te tonen. Voorzeker Hij zal u op de Dag der Opstanding
340 6, 13 | nacht en dag bestaat. En Hij is de Alhorende, Alwetende. ~
341 6, 17 | die dit kan afwenden dan Hij; en als Hij u met weldaad
342 6, 17 | afwenden dan Hij; en als Hij u met weldaad omringt -
343 6, 17 | u met weldaad omringt - Hij heeft macht over alle dingen. ~
344 6, 18 | 18. Hij is de Oppermachtige over
345 6, 18 | Oppermachtige over Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, en van alles
346 6, 19 | geopenbaard, opdat ik u en wie hij bereikt, moge waarschuwen.
347 6, 19 | Ik getuig niet." Zeg: "Hij is de ene God en ik heb
348 6, 21 | is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah
349 6, 30 | zullen worden gebracht, zal Hij zeggen: "Is dit niet de
350 6, 30 | Ja zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Ondergaat dan
351 6, 35 | En indian Allah wilde zou Hij hen zeker onder één leiding
352 6, 39 | duisternis. Allah laat wie Hij wil dwalen en Hij plaatst
353 6, 39 | laat wie Hij wil dwalen en Hij plaatst op het rechte pad
354 6, 39 | plaatst op het rechte pad wie Hij wil. ~
355 6, 41 | zult gij aanroepen; dan zal Hij datgene verwijderen waarvoor
356 6, 41 | waarvoor gij Hem aanroept als Hij dat wil en gij zult uw afgoderij
357 6, 54 | verbetert, (voor hem) is Hij Vergevensgezind, Genadevol. ~
358 6, 57 | berust slechts bij Allah. Hij zet de waarheid uiteen en
359 6, 57 | zet de waarheid uiteen en Hij is de beste der seheidsrechters." ~
360 6, 59 | niemand kent dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het
361 6, 59 | kent dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het land en
362 6, 59 | valt geen blad zonder dat Hij het weet, noch is er een
363 6, 60 | 60. Hij is het, Die uw ziel in de
364 6, 60 | overdag doet; daarna wekt Hij u weder op, opdat de vastgestelde
365 6, 60 | terugkeer tot Hem. Daarna zal Hij u inlichten over hetgeen
366 6, 61 | 61. Hij is oppermachtig over Zijn
367 6, 61 | oppermachtig over Zijn dienaren en Hij zendt bewakers over u, totdat,
368 6, 62 | ligt in Zijn handen; en Hij verrekent het snelst." ~
369 6, 63 | aanroept? (zeggende): 'Indien Hij ons hiervan redt zullen
370 6, 65 | 65. Zeg: "Hij heeft macht om u van boven
371 6, 73 | 73. En Hij is het, Die de hemelen en
372 6, 73 | schiep. En de dag, waarop Hij zegt: "Wees", wordt het.
373 6, 73 | onzichtbare en het zichtbare. Hij is de Alwijze, de Al- kennende. ~
374 6, 75 | hemelen en der aarde, opdat hij tot de vastgelovenden zou
375 6, 76 | nacht over hem kwam, zag hij een ster. Hij zeide: "Dit
376 6, 76 | kwam, zag hij een ster. Hij zeide: "Dit is mijn Heer."
377 6, 76 | toen zij onderging, zeide hij: "Ik heb de dingen, die
378 6, 77 | 77. En toen hij de maan zag glanzen, zeide
379 6, 77 | maan zag glanzen, zeide hij: "Dit is mijn Heer." Maar
380 6, 77 | toen zij onderging zeide hij: "Had mijn Heer mij niet
381 6, 78 | 78. En toen hij de zon zag stralen zeide
382 6, 78 | de zon zag stralen zeide hij: "Dit is mijn Heer. Dit
383 6, 78 | toen zij onderging, zeide hij: "O, mijn volk, ik heb niets
384 6, 80 | volk redetwistte met hem. Hij zeide: "Redetwist gij met
385 6, 80 | mij omtrent Allah, terwijl Hij mij recht heeft geleid?
386 6, 88 | is de leiding van Allah, Hij leidt daarmede van Zijn
387 6, 88 | daarmede van Zijn dienaren, wie Hij wil. En, indien zij iets
388 6, 93 | is onrechtvaardiger dan hij die een leugen over Allah
389 6, 95 | dadelpit doet uitspruiten. Hij brengt de levenden uit de
390 6, 96 | 96. Hij doet de dag aanbreken en
391 6, 96 | doet de dag aanbreken en Hij heeft de nacht voor rust
392 6, 97 | 97. Hij is het, Die de sterren voor
393 6, 98 | 98. En Hij is het, Die u van uit één
394 6, 99 | 99. En Hij is het, Die water uit de
395 6, 100| deelgenoten van Allah ofschoon Hij dezen schiep; en zij dichten
396 6, 100| dochters toe. Heilig is Hij en verheven boven hetgeen
397 6, 101| hemelen en der aarde. Hoe kan Hij een zoon hebben, wanneer
398 6, 101| een zoon hebben, wanneer Hij geen gemalin heeft? Hij
399 6, 101| Hij geen gemalin heeft? Hij heeft alles geschapen; en
400 6, 101| heeft alles geschapen; en Hij is de Kenner van alle dingen. ~
401 6, 102| is geen God naast Hem, (Hij is) de Schepper aller dingen,
402 6, 102| dingen, aanbidt Hem Want Hij is de Voogd over alles.
403 6, 103| Hem niet bereiken; maar Hij bereikt de ogen. Want Hij
404 6, 103| Hij bereikt de ogen. Want Hij is de Ontastbare, de Alwetende. ~
405 6, 108| tot hun Heer terugkeren en Hij zal hen inlichten over hetgeen
406 6, 114| zoeken dan Allah, terwijl Hij het is, Die u het Boek heeft
407 6, 115| Zijn woorden veranderen; Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~
408 6, 117| van Zijn weg afdwaalt en Hij kent degenen, die recht
409 6, 119| is uitgesproken, terwijl Hij u reeds heeft uitgelegd
410 6, 119| reeds heeft uitgelegd wat Hij u heeft verboden, - met
411 6, 122| 122. Is hij, die dood was en wie Wij
412 6, 122| een licht maakten waardoor hij onder de mensen wandelt,
413 6, 122| toestand zodanig is dat hij in de duisternissen verblijft
414 6, 122| duisternissen verblijft waaruit hij niet kan wegkomen? Zo werd
415 6, 125| Allah ook wenst te leiden, Hij verruimt zijn hart voor
416 6, 125| hart voor de Islam en wie Hij wenst te laten dwalen, zijn
417 6, 125| dwalen, zijn hart maakt Hij eng en gesloten alsof hij
418 6, 125| Hij eng en gesloten alsof hij een hoogte aan het beklimmen
419 6, 127| Paradijs) bij hun Heer en Hij is hun Vriend, wegens hetgeen
420 6, 128| 128. De Dag, waarop Hij hen allen tezamen zal verzamelen, (
421 6, 128| tezamen zal verzamelen, (zal Hij zeggen): "O, gezelschap
422 6, 128| hebt vastgesteld bereikt." Hij zal zeggen: "Het Vuur is
423 6, 133| Onafhankelijk, Barmhartig. En als Hij het wil, kan Hij u wegnemen
424 6, 133| En als Hij het wil, kan Hij u wegnemen en u doen opvolgen
425 6, 133| wegnemen en u doen opvolgen wie Hij wil, zoals Hij u uit het
426 6, 133| opvolgen wie Hij wil, zoals Hij u uit het nageslacht van
427 6, 136| het vee aangewezen, dat Hij heeft voortgebracht en zij
428 6, 138| bedenken een leugen over Hem. Hij zal hen weldra vergelden,
429 6, 139| zij allen er deel aan." Hij zal hen naar hun bewering
430 6, 139| bewering belonen. Voorzeker, Hij is Alwijs, Alwetend. ~
431 6, 141| 141. Hij is het, Die tuinen doet
432 6, 142| 142. En Hij schiep onder het vee lastvee
433 6, 142| van Satan niet. Voorzeker, hij is een openlijke vijand
434 6, 143| twee mannelijke dieren, die Hij heeft verboden, of de twee
435 6, 144| twee mannelijke dieren die Hij heeft verboden of de twee
436 6, 144| dan onrechtvaardiger dan hij die een leugen over Allah
437 6, 149| het afdoende bewijs. Als Hij had gewild zou Hij u zeker
438 6, 149| Als Hij had gewild zou Hij u zeker allen hebben geleid." ~
439 6, 151| verklaard. Dit is, hetgeen Hij u heeft bevolen, opdat gij
440 6, 152| eigendom van de wees, voordat hij volwassen is, niet anders
441 6, 152| van Allah. Dit is, hetgeen Hij u vermaant, opdat gij er
442 6, 153| afleiden. Hiertoe vermaant Hij u, opdat gij vroom moogt
443 6, 157| is onrechtvaardiger dan hij die de tekenen van Allah
444 6, 159| in Allah's handen dan zal Hij hen bekend maken met hetgeen
445 6, 161| Abraham, de oprechte. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren." ~
446 6, 163| 163. "Hij heeft geen gelijken. Zo
447 6, 164| begeren buiten Allah, terwijl Hij de Heer aller dingen is?"
448 6, 164| terugkeer tot uw Heer zijn en Hij zal u verklaren, waarover
449 6, 165| 165. En Hij is het, die u op aarde tot
450 6, 165| tot opvolgers maakte en Hij heeft sommigen uwer in rang
451 6, 165| anderen verheven, opdat Hij u door hetgeen Hij u heeft
452 6, 165| opdat Hij u door hetgeen Hij u heeft gegeven, moge beproeven.
453 6, 165| het straffen en voorzeker, Hij is Vergevensgezind, Genadevol. ~~
454 7, 11 | onderwierpen zich, behalve Iblies; hij behoorde niet tot degenen
455 7, 12 | toen Ik u (dat) gebood?" Hij antwoordde: "Ik ben beter
456 7, 12 | antwoordde: "Ik ben beter dan hij. Gij hebt mij uit vuur en
457 7, 14 | 14. Hij zeide: "Geef mij uitstel
458 7, 16 | 16. Hij antwoordde: "Welnu, daar
459 7, 20 | boze ingevingen) in opdat hij hun naaktheid zou openbaren
460 7, 21 | 21. En hij zwoer tot hen: "Ik ben voor
461 7, 22 | 22. Zo deed hij hen door bedrog vallen.
462 7, 24 | 24. Hij zeide: "Gaat heen, sommigen
463 7, 25 | 25. Hij zeide: "Gij zult daarop
464 7, 27 | u niet verleiden, zoals hij uw ouders uit het paradijs
465 7, 27 | kleding beroofde, opdat hij hun hun naaktheid mocht
466 7, 27 | naaktheid mocht tonen. Waarlijk, hij ziet u, hij en zijn stam,
467 7, 27 | tonen. Waarlijk, hij ziet u, hij en zijn stam, vanwaar gij
468 7, 29 | gehoorzaamheid aan Hem. Zoals Hij u deed ontstaan, zo zult
469 7, 30 | 30. Sommigen heeft Hij geleid en bij anderen werd
470 7, 31 | drinkt, maar verkwist niet. Hij heeft de verkwisters zeker
471 7, 32 | heeft de tooi van Allah, die Hij voor Zijn dienaren heeft
472 7, 33 | vereenzelvigt, waarvoor Hij u geen gezag heeft nedergezonden
473 7, 37 | dan onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah
474 7, 38 | 38. Hij zal zeggen: "Gaat onder
475 7, 38 | dubbele straf van het Vuur." Hij (Allah) zal zeggen: "Er
476 7, 54 | dagen schiep; daarna zette Hij Zich op deTroon neder. Hij
477 7, 54 | Hij Zich op deTroon neder. Hij doet de nacht de dag bedekken,
478 7, 55 | en in het verborgene aan. Hij heeft de overtreders zeker
479 7, 57 | 57. En Hij is het, Die de winden als
480 7, 59 | zonden Noach tot zijn volk en hij zeide: "O, mijn volk, aanbidt
481 7, 61 | 61. Hij zeide: "O, mijn volk, er
482 7, 63 | man uit uw midden opdat hij u moge waarschuwen en opdat
483 7, 65 | zonden Wij) hun broeder Hoed. Hij zeide: "O mijn volk, aanbidt
484 7, 67 | 67. Hij antwoordde: "O, mijn volk,
485 7, 69 | man uit uw midden, opdat hij u moge waarschuwen? " Hij
486 7, 69 | hij u moge waarschuwen? " Hij maakte u na het volk van
487 7, 73 | kwam) hun broeder Salih. Hij zeide: "O mijn volk, aanbidt
488 7, 74 | 74. En herinnert u, toen Hij u na (het volk van) Aad
489 7, 75 | voorzeker in hetgeen, waarmede hij gezonden is." ~
490 7, 80 | 80. En Lot, toen hij tot zijn volk zeide: "Pleegt
491 7, 85 | Midian hun broeder Shoaib. Hij zeide: "O, mijn volk, aanbidt
492 7, 86 | hoe gij weinigen waart en Hij u vermenigvuldigde. En ziet
493 7, 87 | Allah onder ons richt. Want Hij is de beste Rechter." ~
494 7, 88 | godsdienst terugkeert." Hij zeide: "Zelfs al zijn wij
495 7, 93 | 93. Daarna wendde hij zich van hen af en zeide: "
496 7, 106| 106. Hij antwoordde: "Als gij inderdaad
497 7, 107| 107. Hij (Mozes) wierp zijn stok
498 7, 108| 108. En hij haalde zijn hand tevoorschijn
499 7, 110| 110. "Hij wil u uit uw land zetten.
500 7, 114| 114. Hij (Pharao) antwoordde: "Ja
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2188 |