Sura, Verse
1 1, 7 | aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie
2 2, 3 | met hetgeen Wij hun hebben geschonken. ~
3 2, 25 | de vruchten hieruit wordt geschonken, zullen zij zeggen: "Ziehier,
4 2, 96 | leven van duizend jaren geschonken moge worden, doch al ware
5 2, 187| gewend en u verlichting geschonken. Daarom moogt gij nu tot
6 2, 254| van hetgeen Wij u hebben geschonken, voordat de dag komt, waarop
7 2, 269| Hij wil en wie wijsheid is geschonken is inderdaad overvloedig
8 3, 81 | het Boek en de Wijsheid geschonken en daarna zal een boodschapper
9 3, 169| hun Heer worden hun gaven geschonken. ~
10 4, 39 | hetgeen Allah hen heeft geschonken? Allah kent hen zeer goed. ~
11 4, 69 | Allah Zijn zegeningen heeft geschonken, namelijk, de profeten,
12 5, 32 | mensdom het leven heeft geschonken. En voorzeker Onze boodschappers
13 6, 6 | gegeven als Wij u niet hebben geschonken en Wij zonden wolken over
14 10, 88 | het tegenwoordige leven geschonken, zodat zij, Onze Heer, van
15 11, 28 | grote barmhartigheid heeft geschonken, die voor u duister is gemaakt,
16 11, 63 | mij barmhartigheid heeft geschonken, wie zal mij dan naast Allah
17 11, 88 | goede voorziening heeft geschonken? En ik wil niet, in tegenstelling
18 15, 8 | ongelovigen) geen uitstel geschonken. ~
19 15, 88 | hunner (aan goeds) hebben geschonken noch treur over hen en wees
20 16, 55 | voor hetgeen Wij hun hebben geschonken. Geniet dan en weldra zult
21 16, 56 | gedeelte van wat Wij hun hebben geschonken voor datgene, waarvan zij
22 16, 72 | kinderen en kleinkinderen geschonken en u van goede dingen voorzien.
23 17, 55 | Wij Zaboer (de Psalmen) geschonken. ~
24 17, 107| wie voordien kennis was geschonken werpen zich met hun aangezicht
25 18, 65 | Wij van Onze kennis hadden geschonken. ~
26 19, 77 | rijkdommen en kinderen worden geschonken?" ~
27 21, 34 | vóór u een eeuwig leven geschonken. Indien gij sterft, zouden
28 24, 33 | van Allah, die Hij u heeft geschonken. En dwingt uw slavinnen,
29 26, 21 | Heer heeft mij wijsheid geschonken en mij tot een boodschapper
30 26, 132| alles wat gij weet aan u geschonken heeft. ~
31 26, 133| overvloedig vee en kinderen geschonken, ~
32 26, 207| Zou al hetgeen hun werd geschonken hun toch niet baten. ~
33 27, 16 | onderwezen, en ons werd alles geschonken. Dit is inderdaad Gods openbare
34 27, 36 | Maar datgene wat Allah mij geschonken heeft is beter dan wat Hij
35 28, 80 | en het zal niemand worden geschonken behalve hun die geduldig
36 29, 66 | datgene, wat Wij hun hebben geschonken verloochenen en zich vermaken.
37 30, 34 | voor hetgeen Wij hun hebben geschonken. Vermaakt u dan voor een
38 31, 20 | gunsten rijkelijk aan u heeft geschonken, zowel uiterlijk als innerlijk?
39 32, 16 | met hetgeen Wij hun hebben geschonken. ~
40 35, 29 | van hetgeen Wij hun hebben geschonken, mogen hopen op een winst
41 36, 27 | Heer mij vergiffenis heeft geschonken en mij tot een der geëerden
42 36, 47 | van hetgeen Allah u heeft geschonken," zeggen de ongelovigen
43 39, 49 | wegens mijn verdiensten geschonken." Neen, het is slechts een
44 43, 53 | geen armbanden van goud geschonken of komen engelen niet in
45 52, 18 | die hun Heer hun heeft geschonken en hun Heer heeft hen voor
46 65, 11 | voortreffelijk onderhoud geschonken. ~
|