Sura, Verse
1 3, 143| ontmoettet, nu hebt gij hem gezien en gij staart er naar. ~
2 4, 38 | door de mensen te worden gezien en niet in Allah noch in
3 8, 47 | door de mensen te worden gezien en om anderen van het pad
4 10, 97 | smartelijke straf hebben gezien. ~
5 12, 24 | teken van zijn Heer had gezien, (kon hij zo'n vastberadenheid
6 12, 35 | van zijn onschuld hadden gezien, dat zij hem voor een tijd
7 12, 109| niet op aarde gereisd en gezien wat het einde was dergenen
8 16, 48 | 48. Hebben zij niet gezien dat de schaduwen van al
9 19, 77 | 77. Hebt gij hem dan gezien die Onze tekenen verwerpt
10 22, 18 | 18. Hebt gij dan niet gezien dat alles zich voor Allah
11 22, 63 | 63. Hebt gij niet gezien, dat Allah water uit de
12 22, 65 | 65. Hebt gij niet gezien, dat Allah al hetgeen op
13 24, 43 | 43. Hebt gij niet gezien dat Allah de wolken voortdrijft,
14 25, 43 | 43. Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte
15 25, 45 | 45. Hebt gij niet gezien hoe uw Heer de schaduw verlengt? -
16 26, 225| 225. Hebt gij niet gezien hoe zij in elk dal radeloos
17 27, 22 | en zeide: "Ik heb datgene gezien wat gij niet weet; en ik
18 27, 86 | 86. Hebben zij niet gezien dat Wij de nacht hebben
19 29, 67 | 67. Hebben zij niet gezien, dat Wij een veilig Heiligdom (
20 31, 20 | 20. Hebt gij niet gezien, dat Allah alles wat in
21 31, 29 | 29. Hebt gij niet gezien, dat Allah de nacht in de
22 31, 31 | 31. Hebt gij niet gezien, dat de schepen op zee varen
23 32, 12 | Onze Heer, wij hebben gezien en wij hebben gehoord, zend
24 32, 27 | 27. Hebben zij niet gezien dat Wij het water naar het
25 34, 9 | 9. Hebben zij dan niet gezien naar hetgeen vóór hen en
26 35, 27 | 27. Hebt gij niet gezien, dat Wij water van de hemel
27 35, 44 | niet op aarde gereisd en gezien hoe het einde was van degenen
28 36, 31 | 31. Hebben zij niet gezien, hoeveel geslachten Wij
29 36, 71 | 71. Hebben zij niet gezien, dat onder de dingen die
30 37, 102| zoon, ik heb in een droom gezien, dat ik u heb te offeren.
31 39, 21 | 21. Hebt gij niet gezien, dat Allah water van de
32 40, 21 | over de aarde gereisd en gezien wat het einde was van hen
33 40, 69 | 69. Hebt gij degenen niet gezien, die over de tekenen van
34 40, 82 | niet op aarde gereisd en gezien wat het einde was van degenen
35 40, 85 | nadat zij Onze straf hadden gezien kon hun geloof hun niet
36 45, 23 | 23. Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte
37 47, 10 | op aarde niet gereisd en gezien wat het einde was van degenen,
38 53, 12 | redetwisten over hetgeen hij heeft gezien? ~
39 56, 63 | 63. Hebt gij gezien wat gij zaait? ~
40 58, 14 | 14. Hebt gij degenen niet gezien, die zich bevrienden met
41 59, 11 | Hebt gij de huichelaars gezien? Zij zeggen tegen hun ongelovige
42 67, 19 | niet boven hun (hoofden) gezien, die hun vleugels uitspreiden
43 71, 15 | 15. "Hebt gij niet gezien, hoe Allah de zeven opeenvolgende
44 96, 9 | 9. Hebt gij degelle gezien die verbiedt ~
45 107, 1 | 1. Hebt gij hem gezien die deze godsdienst loochent? ~
|