Sura, Verse

 1   2, 96 |            vinden, zelfs meer dan de afgodendienaren. Ieder van hen wenst, dat
 2   2, 105|           mensen van het Boek, en de afgodendienaren, gunnen niet, dat iets goeds
 3   2, 135|             hij behoorde niet tot de afgodendienaren". ~
 4   2, 221|           gelovige vrouwen) niet aan afgodendienaren uit, voordat zij geloven;
 5   3, 67 |             hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
 6   3, 95 |             hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
 7   5, 82 |              gij zult de Joden en de afgodendienaren het meest vijandig jegens
 8   6, 14 |               En behoort niet tot de afgodendienaren. ~
 9   6, 23 |            onze Heer; wij waren geen afgodendienaren." ~
10   6, 79 |             en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~
11   6, 106|          naast Hem; en wend u van de afgodendienaren af. ~
12   6, 121|       gehoorzaamt zult gij inderdaad afgodendienaren zijn. ~
13   6, 137|         manier hebben voor velen der afgodendienaren hun afgoden het doden hunner
14   6, 161|             hij behoorde niet tot de afgodendienaren." ~
15   9, 1  |   boodschapper tegenover degenen der afgodendienaren met wie gij een verdrag
16   9, 3  |             uitstaande hebben met de afgodendienaren. Als gij daarom berouw toont
17   9, 4  |        uitzondering van diegenen der afgodendienaren met wie gij een verbond
18   9, 5  |           voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en
19   9, 6  |                    6. En als één der afgodendienaren u om bescherming vraagt,
20   9, 7  |              verbond bestaan voor de afgodendienaren met Allah en Zijn boodschapper,
21   9, 17 |                               17. De afgodendienaren kunnen de Moskeeën van Allah
22   9, 28 |               O, gij die gelooft, de afgodendienaren zijn voorzeker onrein. Zij
23   9, 33 |            godsdiensten, ofschoon de afgodendienaren er afkerig van zijn. ~
24   9, 36 |         onrecht aan. En bestrijdt de afgodendienaren allen tezamen, zoals zij
25   9, 113|        vergiffenis te vragen voor de afgodendienaren, zelfs al waren dezen verwanten,
26   9, 113|      duidelijk is geworden, dat zij (afgodendienaren) het volk der hel zullen
27  10, 28 |        verzamelen, zullen Wij tot de afgodendienaren zeggen: "Blijft ter plaatse,
28  10, 105|     godsdienst en behoor niet tot de afgodendienaren. ~
29  12, 108|             en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~
30  15, 94 |             bevolen en wend u van de afgodendienaren af. ~
31  16, 35 |                               35. De afgodendienaren zeggen: "Als Allah het zo
32  16, 86 |                    86. En wanneer de afgodendienaren hun afgoden zullen zien,
33  16, 120|             hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
34  22, 17 |         Christenen, de Magiërs en de afgodendienaren, Allah zal tussen hen richten
35  28, 87 |          Heer, en behoor niet tot de afgodendienaren. ~
36  30, 31 |               en behoort niet tot de afgodendienaren. ~
37  30, 42 |              De meesten hunner waren afgodendienaren." ~
38  33, 73 | huichelachtige mannen en vrouwen, en afgodendienaren en afgodendienaressen zal
39  37, 94 |                       94. En zij (de afgodendienaren) haastten zich naar hem
40  41, 6  |      vergiffenis van Hem." En wee de afgodendienaren. ~
41  42, 21 |                      21. Hebben zij (afgodendienaren) dan medegoden, die hun
42  48, 6  |             en huichelaarsters en de afgodendienaren en -dienaressen moge straffen,
43  61, 9  |             godsdiensten, al zijn de afgodendienaren er afkerig van. ~
44  98, 1  |             van het Boek en onder de afgodendienaren konden niet worden bevrijd,
45  98, 6  |            mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen in het Vuur der hel