Sura, Verse
1 2, 61 | verwierpen en de profeten onrechtvaardig doodden, want zij waren
2 2, 92 | aanbidden) en gij waart onrechtvaardig. ~
3 2, 187| gewaad. Allah weet, dat gij onrechtvaardig hebt gehandeld tegenover
4 3, 112| verwierpen en de profeten onrechtvaardig doodden. Dat kwam, doordat
5 3, 181| pogingen om de profeten onrechtvaardig te doden, optekenen en Wij
6 3, 182| Allah is in het geheel niet onrechtvaardig jegens zijn dienaren. ~
7 4, 10 | die het eigendom van wezen onrechtvaardig verteren, verteren slechts
8 4, 135| begeerten, opdat gij niet onrechtvaardig zult zijn. En als gij de
9 4, 161| hun was verboden en het onrechtvaardig opslokken van 's mensen
10 4, 168| die niet geloven en die onrechtvaardig handelen, Allah zal hen
11 5, 8 | volk u niet aansporen, om onrechtvaardig te handelen. Weest rechtvaardig,
12 6, 131| omdat uw Heer de steden niet onrechtvaardig wilde vernietigen, terwijl
13 7, 9 | opzichte van Onze tekenen onrechtvaardig waren. ~
14 7, 162| over hen neder omdat zij onrechtvaardig waren. ~
15 8, 51 | Allah is in het geheel niet onrechtvaardig voor Zijn dienaren." ~
16 8, 54 | Pharao want zij waren allen onrechtvaardig. ~
17 10, 54 | En indien elke ziel die onrechtvaardig handelt al hetgeen op aarde
18 11, 117| Heer zal de steden niet onrechtvaardig vernietigen, terwijl de
19 12, 79 | want dan zouden wij zeker onrechtvaardig zijn." ~
20 14, 34 | Voorwaar, de mens is zeer onrechtvaardig, zeer ondankbaar. ~
21 15, 78 | het Woud waren eveneens onrechtvaardig. ~
22 16, 118| onrecht aan doch zij handelden onrechtvaardig jegens zichzelf. ~
23 17, 33 | recht geschiedt. En wie onrechtvaardig is gedood, aan diens erfgenaam
24 18, 35 | tuin binnen, terwijl hij onrechtvaardig was tegenover zichzelf.
25 21, 14 | ons, voorzeker, wij waren onrechtvaardig." ~
26 22, 10 | gezonden; want Allah is niet onrechtvaardig jegens Zijn dienaren."
27 22, 25 | en hij die in de Moskee onrechtvaardig naar goddeloosheid streeft -
28 23, 107| terugvallen dan zijn wij stellig onrechtvaardig. ~
29 24, 50 | Allah en Zijn boodschapper onrechtvaardig jegens hen zullen zijn?
30 25, 19 | hen helpen. En wie onder u onrechtvaardig is, Wij zullen hem een zware
31 26, 209| vermanen. Wij waren nooit onrechtvaardig.
32 27, 14 | En zij verwierpen deze onrechtvaardig en aanmatigend terwijl hun
33 27, 52 | ingestorte huizen omdat zij onrechtvaardig waren. Daarin is voorwaar
34 28, 25 | Vrees niet, gij zijt een onrechtvaardig volk ontvlucht." ~
35 28, 59 | tenzij de bewoners er van onrechtvaardig zijn. ~
36 29, 14 | achterhaalde hen terwijl zij onrechtvaardig waren. ~
37 29, 40 | aandeed, maar zij handelden onrechtvaardig jegens zichzelf. ~
38 33, 72 | Inderdaad, hij is zeer onrechtvaardig (jegens zichzelf), onwetend. ~
39 38, 22 | waarheid en handel niet onrechtvaardig en leid ons naar het rechte
40 41, 46 | Heer is in het geheel niet onrechtvaardig jegens Zijn dienaren. ~
41 43, 39 | 39. Indien gij onrechtvaardig handeldet, zal het u heden
42 50, 29 | Ik ben in het geheel niet onrechtvaardig jegens Mijn dienaren."
43 53, 52 | waarlijk zij waren uiterst onrechtvaardig en opstandig ~
44 68, 29 | Heer! Voorzeker wij waren onrechtvaardig." ~
|