Sura, Verse

 1   2, 107|         is er geen beschermer of helper Xoor u. ~
 2   2, 120|        gij aan Allah Vriend noch Helper hebben. ~
 3   3, 192|     onrechtvaardigen zullen geen helper vinden.
 4   4, 45 |          Allah is toereikend als Helper. ~
 5   4, 52 | vervloekt voor hen zult gij geen helper vinden. ~
 6   4, 75 |     schenk ons een vriend en een helper uwerzijds. ~
 7   4, 89 |      vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden. ~
 8   4, 123|        buiten Allah vriend, noch helper vinden. ~
 9   4, 145|        en gij zult voor hen geen helper vinden. ~
10   4, 173|        buiten Allah vriend, noch helper voor zich vinden. ~
11   5, 72 |         de onrechtvaardigen geen helper. ~
12   6, 70 |         Zij zal naast Allah geen helper of bemiddelaar hebben. En
13   8, 40 |    Beschermer en een uitstekende Helper. ~
14   8, 62 |          is Allah voorzeker (als Helper) toereikend voor u. Hij
15   9, 74 |      zullen op aarde vriend noch helper hebben. ~
16   9, 116|          gij hebt geen vriend of helper naast Allah. ~
17  13, 11 |    mogelijk, noch hebben zij een helper naast Hem. ~
18  13, 33 |       Allah laat dwalen zal geen helper vinden. ~
19  17, 69 |  ongeloof, zodat gij daarin geen helper voor u tegen Ons zult vinden? ~
20  17, 75 |         en gij zoudt voor u geen helper tegen Ons hebben kunnen
21  17, 86 |        gij daarin tegen Ons geen helper vinden; ~
22  17, 97 |         zult gij buiten Hem geen helper vinden. En Wij zullen hen
23  17, 111|  Koninkrijk noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid." En verkondig
24  19, 53 |     broeder Aäron als profeet en helper. ~
25  20, 29 |                29. "Geef mij een helper uit mijn familie," ~
26  22, 71 |       kwaad bedrijven is er geen helper. ~
27  22, 78 |         Meester en een uitnemend Helper. ~~
28  25, 31 |          voldoende als Leider en Helper. ~
29  25, 35 |   stelden zijn broeder Aäron tot helper aan. ~
30  25, 55 |        kan. De ongelovige is een helper tegen zijn Heer. ~
31  28, 34 |      zend hem daarom met mij als helper, opdat hij moge getuigen
32  29, 22 |         gij een enkele vriend of helper naast Allah." ~
33  29, 25 |      Vuur zijn; en gij zult geen helper hebben." ~
34  32, 4  |          de Troon. Gij hebt geen helper of bemiddelaar buiten Hem.
35  33, 17 |         buiten Allah vriend noch helper vinden." ~
36  33, 65 |  vertoeven en zullen vriend noch helper vinden. ~
37  34, 22 |        noch heeft Hij een enkele helper onder hen. ~
38  35, 37 |        de boosdoeners is er geen helper. ~
39  36, 43 |         er zal dan voor hen geen helper zijn noch kunnen zij gered
40  42, 8  |        zullen geen beschermer of helper hebben. ~
41  42, 31 |         gij een enkele vriend of helper buiten Allah. ~
42  47, 13 |   vernietigd, en zij hadden geen helper! ~
43  48, 22 |       zullen zij beschermer noch helper vinden. ~
44  86, 10 |          hij geen kracht en geen helper hebben. ~