Sura, Verse
1 2, 162| worden verlicht, noch zal hun uitstel worden verleend. ~
2 2, 280| verlegenheid is, laat er dan uitstel zijn tot het hem past. En
3 3, 88 | worden verlicht, noch zal hun uitstel worden verleend. ~
4 3, 178| ongelovigen niet denken dat het uitstel, dat Wij hun geven, goed
5 3, 178| is; Wij geven hun slechts uitstel, zodat zij in zonde toenemen;
6 4, 77 | niet voor een korte tijd uitstel verleend?" Zeg: "Het voordeel
7 6, 8 | afgedaan en er wordt hun geen uitstel gegeven. ~
8 7, 14 | 14. Hij zeide: "Geef mij uitstel tot aan de Dag waarop zij
9 7, 15 | 15. (Allah) zeide: "U is uitstel verleend." ~
10 7, 34 | gekomen kunnen zij geen uur uitstel krijgen, noch kunnen zij
11 7, 183| 183. Ik geef hun uitstel. Mijn plan is voorzeker
12 7, 195| profeet) en geeft mij geen uitstel" ~
13 10, 71 | mij op en geeft mij geen uitstel. ~
14 11, 55 | tegen mij en geeft mij geen uitstel." ~
15 13, 32 | ook bespot, maar Ik schonk uitstel aan de ongelovigen. Dan
16 14, 10 | zonden moge vergeven en u uitstel moge verlenen voor een vastgestelde
17 14, 42 | doen. Hij geeft hun slechts uitstel tot de Dag waarop zij zullen
18 14, 44 | Onze Heer, schenk ons uitstel voor een korte periode.
19 15, 8 | hun (de ongelovigen) geen uitstel geschonken. ~
20 15, 36 | Mijn Heer, schenk mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen
21 15, 37 | 37. God zeide: "U wordt uitstel verleend."
22 16, 61 | achterlaten, maar Hij geeft hun uitstel tot een vastgestelde termijn,
23 16, 85 | worden verlicht noch zal hun uitstel worden verleend. ~
24 17, 62 | tot de Dag der Opstanding uitstel verleent, zal ik voorzeker
25 19, 75 | geeft degenen die dwalen uitstel totdat zij zullen zien hetgeen
26 21, 40 | voorkomen, noch zal hun uitstel worden gegeven. ~
27 22, 44 | Ik schonk de ongelovigen uitstel, daarna greep Ik hen, en
28 22, 48 | Hoe vele steden heb Ik uitstel verleend, hoewel zij vol
29 26, 36 | Geef hem en zijn broeder uitstel en zend aankondigers naar
30 26, 203| zeggen: "Wordt ons geen uitstel gegeven?" ~
31 32, 29 | niet baten, noch zal hun uitstel worden verleend." ~
32 35, 45 | achterlaten; maar Hij schenkt hun uitstel tot een vastgestelde tijd;
33 38, 15 | enkele roep waarvoor geen uitstel zal zijn. ~
34 38, 79 | mijn Heer, vergun mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen
35 38, 80 | 80. God zeide: "U wordt uitstel verleend, ~
36 44, 29 | niet om hen noch werd hun uitstel gegeven. ~
37 63, 10 | mij niet voor een wijle uitstel verleend, opdat ik aalmoezen
38 63, 11 | En Allah geeft niemand uitstel wanneer zijn tijd is gekomen;
39 68, 45 | 45. En Ik geef hun uitstel; want Mijn opzet is sterk. ~
40 71, 4 | uw zonden vergeven en u uitstel verlenen tot een bepaalde
41 73, 11 | rijkdom en geef hun een wijle uitstel. ~
42 86, 17 | ongelovigen voor een wijle uitstel, ~~
|