Sura, Verse
1 2, 16 | geen gewin gebracht, noch konden zij worden geleid. ~
2 2, 167| Indien wij slechts terug konden keren, zouden wij hen verzaken,
3 4, 83 | zouden degenen, die het konden verwerken, het zeker hebben
4 7, 53 | ons zullen bemiddelen? Of konden wij worden teruggezonden (
5 7, 176| 176. En indien Wij wilden, konden Wij hem er door verheffen
6 9, 57 | grotten of zelfs een gat konden vinden om er binnen te gaan,
7 9, 74 | besloten tot hetgeen zij niet konden volbrengen. Zij koesterden
8 9, 81 | Vuur der hel is heter." Konden zij dit slechts begrijpen! ~
9 9, 92 | uit spijt, dat zij niets konden vinden om hiertoe zelf bij
10 10, 39 | waarvan zij de kennis niet konden omvatten, noch is de uiteindelijke
11 11, 116| die het verderf op aarde konden verhinderen op enkelen na,
12 12, 81 | wij wisten vermeld en wij konden waarlijk over het ongeziene
13 13, 31 | was, waarmede de bergen konden worden verzet, de aarde
14 13, 31 | of de doden tot spreken konden worden gebracht, (zouden
15 18, 19 | ontwaken, zodat zij elkander konden ondervragen. Een van hen
16 18, 101| aan Mij, en die zelfs niet konden horen. ~
17 20, 89 | 89. Konden zij dan niet zien dat het (
18 20, 96 | zeide: "Ik zag wat zij niet konden zien. Ik volgde de voetstappen
19 21, 8 | evenmin dat zij voor eeuwen konden blijven leven. ~
20 22, 46 | moesten hebben waarmee zij konden begrijpen en oren om er
21 25, 51 | Als Wij het hadden gewild konden Wij zeker in elke stad een
22 28, 47 | volgen en onder de gelovigen konden zijn?" ~
23 29, 38 | ofschoon zij het duidelijk konden zien. ~
24 29, 39 | hoogmoedig op aarde; toch konden zij Ons niet ontsnappen. ~
25 29, 64 | Leven, als zij dit slechts konden begrijpen! ~
26 34, 9 | Indien het Ons behaagde konden Wij de aarde met hen doen
27 36, 66 | als Wij het hadden gewild, konden Wij het licht in hun ogen
28 36, 66 | willen haasten. Maar hoe konden zij zien? ~
29 36, 67 | noch vóór- noch achteruit konden. ~
30 43, 13 | dienst heeft gesteld want wij konden die zelf niet onderwerpen. ~
31 43, 33 | trappen waarop zij naar boven konden lopen van zilver hebben
32 43, 34 | en rustbanken, waarop zij konden rusten, ~
33 43, 60 | En indien Wij het wilden, konden Wij engelen uit uw midden
34 47, 30 | 30. En indien Wij wilden, konden Wij hen (de huichelaars)
35 48, 11 | bezig (zodat wij u niet konden helpen); vraag daarom voor
36 48, 19 | En een grote buit die zij konden bemachtigen. En Allah is
37 51, 19 | ook voor degenen die niet konden bedelen. ~
38 51, 45 | 45. En zij konden niet opstaan noch konden
39 51, 45 | konden niet opstaan noch konden zij zich hiertegen beschermen. ~
40 68, 33 | Hiernamaals zal nog groter zijn, konden zij dit maar begrijpen! ~
41 71, 25 | in het Vuur gedreven. Zij konden daar voor zich geen helpers
42 98, 1 | onder de afgodendienaren konden niet worden bevrijd, vóórdat
|