Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hiervoor 9
hieuwen 1
hieuwt 1
hij 2188
hijrah 1
hijzelf 1
hinderlaag 3
Frequency    [«  »]
2411 een
2349 die
2336 zijn
2188 hij
2162 u
1996 in
1890 wij

Koran

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2188

     Sura, Verse
501 7, 116| 116. Hij antwoordde: "Werpt gij." 502 7, 127| uw goden laten verzaken?" Hij antwoordde: "Wij zullen 503 7, 128| aarde behoort aan Allah. Hij geeft haar als erfdeel aan 504 7, 128| aan wie Zijner dienaren Hij wil en de uiteindelijke 505 7, 129| gij tot ons zijt gekomen." Hij (Mozes) zeide: "Waarschijnlijk 506 7, 129| het land maken, dan zal Hij zien hoe gij handelt." ~ 507 7, 134| voor ons tot uw Heer, zoals Hij u heeft beloofd. Als gij 508 7, 138| dit (volk) goden heeft." Hij antwoordde: "Gij zijt zeker 509 7, 140| 140. Hij zeide (verder): "Zal ik 510 7, 140| dan Allah zoeken, terwijl Hij u boven de volkeren heeft 511 7, 143| Heer tot hem sprak, zeide hij: "Mijn Heer, toon U aan 512 7, 143| ik U moge aanschouwen." Hij (Allah) antwoordde: "Gij 513 7, 143| bewusteloos neder. En toen hij tot zichzelf kwam, zeide 514 7, 143| tot zichzelf kwam, zeide hij: "Heilig zijt Gij, ik wend 515 7, 150| volk terugkeerde, zeide hij: "Hetgeen gij in mijn afwezigheid 516 7, 150| het gebod van uw Heer?" En hij legde de tafelen neder en 517 7, 150| sleepte hem naar zich toe. Hij (Aäron) zeide: "Zoon van 518 7, 151| 151. Hij (Mozes) zeide: "Mijn Heer, 519 7, 154| toorn was gekalmeerd, nam hij de tafelen en er was leiding 520 7, 157| beschreven vinden, legt hij het goede op en verbiedt 521 7, 158| Er is geen God naast Hem. Hij geeft het leven en doet 522 7, 167| verkondigde uw Heer dat Hij dezulken zou zenden, die 523 7, 167| is vlug in vergelding en Hij is Vergevensgezind, Genadevol. ~ 524 7, 171| hen deden schudden alsof hij een losse bedekking was, 525 7, 175| Onze tekenen gaven, maar hij wendde zich af, daarom volgde 526 7, 175| daarom volgde Satan hem en hij werd verleid. ~ 527 7, 176| hem er door verheffen doch hij verkoos de aarde en volgde 528 7, 176| en volgde zijn begeerten, hij is als een hond: als gij 529 7, 176| hem met rust laat steekt hij ook zijn tong uit. Dit is 530 7, 178| op het rechte pad. En wie Hij laat dwalen, zal tot de 531 7, 184| geen krankzinnigheid is? Hij is slechts een duidelijk 532 7, 186| hem kan er geen gids zijn. Hij laat dezulken in hun koppigheid 533 7, 187| bij mijn Heer. Niemand dan Hij kan het op zijn tijd openbaren. 534 7, 189| 189. Hij is het, Die u uit een enkele 535 7, 189| haar mocht vinden. En nadat hij haar bekend heeft, draagt 536 7, 190| 190. Maar als Hij hun een welgeschapen kind 537 7, 190| toe, betreffende hetgeen Hij hun beiden heeft gegeven. 538 7, 196| Koran) heeft geopenbaard. En Hij is de Beschermer der goeden. ~ 539 7, 200| toevlucht bij Allah; voorzeker, Hij is Alhorend, Alwetend. ~ 540 8, 8 | 8. Opdat Hij de waarheid mocht bevestigen 541 8, 9 | van uw Heer afsmeektet en Hij u antwoordde: "Ik zal u 542 8, 11 | 11. Toen Hij slaap over u deed komen 543 8, 11 | over u nederzond, opdat Hij u daardoor mocht reinigen 544 8, 11 | mocht verwijderen en opdat Hij uw hart mocht sterken en 545 8, 16 | zijn rug toekeert, tenzij hij voor het gevecht manoeuvreert 546 8, 17 | was het die wierp, opdat Hij de gelovigen een grote gunst 547 8, 23 | in hen had ontdekt, zou Hij hen voorzeker hebben doen 548 8, 23 | hebben doen horen. En als Hij hen zou hebben laten horen 549 8, 24 | de boodschapper wanneer Hij u roept, opdat Hij u leven 550 8, 24 | wanneer Hij u roept, opdat Hij u leven moge geven en weet, 551 8, 24 | en zijn hart komt en dat Hij het is tot Wie gij zult 552 8, 26 | u weg zouden voeren, hoe Hij u beschermde en sterkte 553 8, 29 | als gij Allah vreest zal Hij u een onderscheiding verlenen 554 8, 42 | stand zou brengen, zodat hij die zou omkomen door een 555 8, 42 | teken zou sterven en dat hij die zou leven door een even 556 8, 43 | als weinigen toonde; had Hij hen u als velen getoond, 557 8, 43 | Allah bewaarde u; voorzeker, Hij heeft volle kennis over 558 8, 44 | 44. En toen Hij hen in de tijd van uw ontmoeting 559 8, 48 | het zicht kwamen, wendde hij zich af en zeide: "Voorzeker, 560 8, 53 | Allah nooit een gunst die Hij een volk heeft bewezen zal 561 8, 61 | vertrouwen in Allah. Voorzeker Hij is Alhorend, Alwetend. ~ 562 8, 62 | Helper) toereikend voor u. Hij is het, Die u heeft versterkt 563 8, 63 | 63. en Hij heeft hun harten verenigd. 564 8, 63 | hen verenigd. Voorzeker, Hij is Almachtig, Alwijs. ~ 565 8, 66 | Allah uw last verlicht, want Hij weet dat er zwakheid in 566 8, 67 | gevangenen maken voordat hij tot geregeld vechten in 567 8, 70 | goed in uw hart vindt, zal Hij u beter geven dan hetgeen 568 8, 70 | van u is weggenomen en zal Hij u vergeven". Allah is Vergevensgezind, 569 8, 71 | ontrouw geweest, daarom gaf Hij u macht over hen. Allah 570 9, 6 | hem dan bescherming dat hij het woord van Allah moge 571 9, 6 | dan naar de plaats, waar hij veilig is. Dit is omdat 572 9, 15 | 15. En Hij zal de nijd van hun hart 573 9, 15 | met barmhartigheid tot wie Hij wil. Allah is Alwetend, 574 9, 18 | 18. Alleen hij kan de Moskeeën onderhouden 575 9, 26 | over de gelovigen neder en Hij zond scharen, die gij niet 576 9, 26 | scharen, die gij niet zaagt en Hij strafte de ongelovigen. 577 9, 27 | Barmhartigheid wenden tot wie Hij wil en Allah is Vergevensgezind, 578 9, 28 | vreest, zal Allah u als Hij wil, uit Zijn overvloed 579 9, 31 | Er is geen God naast Hem. Hij is verheven boven hetgeen 580 9, 32 | doven, maar Allah belet dit. Hij zal Zijn licht vervolmaken, 581 9, 33 | 33. Hij is het, Die Zijn boodschapper 582 9, 36 | twaalf sinds de tijd waarop Hij de hemelen en de aarde schiep. 583 9, 39 | voortgaat te vechten zal Hij u met een pijnlijke straf 584 9, 39 | pijnlijke straf straffen en zal Hij een ander volk in uw plaats 585 9, 40 | ongelovigen hem verdreven - toen hij één van de twee was - en 586 9, 40 | beiden in de grot waren en hij tot zijn metgezel zeide: " 587 9, 46 | afkerig van hun vertrek. Hij hield hen daarom terug en 588 9, 49 | 49. En onder hen is hij die zegt: "Geef mij verlof 589 9, 51 | voor ons heeft verordend. Hij is onze Beschermer. En in 590 9, 61 | lastig vallen en zeggen: "Hij luistert naar iedereen." 591 9, 61 | luisteren is goed voor u, hij gelooft in Allah en hij 592 9, 61 | hij gelooft in Allah en hij gelooft de gelovigen en 593 9, 61 | gelooft de gelovigen en hij is een barmhartigheid voor 594 9, 63 | Vuur der hel wacht, waarin hij zal vertoeven? Dat is de 595 9, 67 | vergaten Allah, daarom heeft Hij hen vergeten. Voorzeker, 596 9, 75 | sloten. Zij zeiden: "Als Hij ons van Zijn overvloed geeft 597 9, 76 | 76. Maar toen Hij hun van Zijn overvloed gaf 598 9, 77 | 77. Hij vergold het hun door huichelachtigheid 599 9, 94 | worden teruggebracht en Hij zal u over al hetgeen gij 600 9, 100| hebben welbehagen in Hem; en Hij heeft voor hen tuinen bereid, 601 9, 105| teruggebracht en dan zal Hij u inlichten over hetgeen 602 9, 106| wachten Allah's gebod af. Zal Hij hen bestraffen of Zich met 603 9, 109| 109. Is daarom hij, die zijn gebouw op godsvrucht 604 9, 109| behagen stichtte, beter of hij, die zijn gebouw op een 605 9, 114| alleen wegens een belofte die hij hem had afgelegd, maar toen 606 9, 114| vijand van Allah was, trok hij zich van hem terug. Voorzeker, 607 9, 115| een volk niet dwalen nadat Hij het heeft geleid, voordat 608 9, 115| het heeft geleid, voordat Hij hun heeft duidelijk gemaakt, 609 9, 116| hemelen en der aarde behoort. Hij schenkt het leven en veroorzaakt 610 9, 117| was bezweken. Toen vergaf Hij hen. Voorzeker, Hij is Liefderijk, 611 9, 117| vergaf Hij hen. Voorzeker, Hij is Liefderijk, Genadevol 612 9, 118| 118. En (Hij heeft Zich met barmhartigheid) 613 9, 118| behalve bij Hem. Toen wendde Hij Zich met barmhartigheid 614 9, 128| voor hem wat u pijn doet; hij is bezorgd voor uw welzijn, 615 9, 129| ik mijn vertrouwen want Hij is de Heer van de grote 616 10, 3 | in zes dagen schiep, en Hij zette Zich op de troon, 617 10, 4 | van uw Heer. Voorzeker, Hij begint de schepping, daarna 618 10, 4 | de schepping, daarna zet Hij haar voort, opdat Hij degenen 619 10, 4 | zet Hij haar voort, opdat Hij degenen die geloven en goede 620 10, 5 | 5. Hij is het, Die de zon tot een 621 10, 5 | dan in waarheid geschapen. Hij zet de tekenen uiteen voor 622 10, 11 | mensen zou verhaasten, zoals Hij voor hen het goede verhaast, 623 10, 12 | moeilijkheid overkomt, bidt hij tot Ons, op zijn zijde liggende, 624 10, 12 | hebben verwijderd, gaat hij zijn gang, alsof hij Ons 625 10, 12 | gaat hij zijn gang, alsof hij Ons nooit vóór de verwijdering 626 10, 16 | voorgedragen (de Koran), noch zou Hij u deze bekend hebben gemaakt. 627 10, 17 | is dan onrechtvaardiger, hij, die een leugen over Allah 628 10, 18 | gij Allah over iets, dat Hij in de hemelen of op aarde 629 10, 18 | kennen, inlichten?" Heilig is Hij en hoog verheven boven al 630 10, 22 | 22. Hij is het, Die u in staat stelt 631 10, 23 | 23. Maar wanneer Hij hen heeft gered, ziet, beginnen 632 10, 25 | tehuis van Vrede en leidt wie Hij wil naar het rechte pad. ~ 633 10, 35 | waarheid leidt. Is daarom Hij, Die tot de waarheid leidt 634 10, 35 | te worden gevolgd, ofwel hij, die zelf de weg niet vindt, 635 10, 35 | de weg niet vindt, tenzij hij wordt geleid? Wat is er 636 10, 37 | voortgebracht. Integendeel, hij is de vervulling van datgene 637 10, 38 | 38. Of zeggen zij: "Hij (de profeet) heeft het verzonnen"? 638 10, 45 | 45. En de Dag, waarop Hij hen zal verzamelen, zal 639 10, 56 | 56. Hij geeft leven en doet sterven 640 10, 65 | alle macht behoort Allah. Hij is Alhorend, Alwetend. ~ 641 10, 67 | 67. Hij is het, Die de nacht voor 642 10, 68 | Zich genomen. Heilig is Hij, Hij is Zichzelf genoeg. 643 10, 68 | genomen. Heilig is Hij, Hij is Zichzelf genoeg. Aan 644 10, 71 | verhaal van Noach, toen hij tot zijn volk zeide: "O, 645 10, 83 | en zijn leiders, in geval hij hen zou vervolgen. En waarlijk. 646 10, 90 | aanvallende wijze, totdat hij toen hij bijna verdronk, 647 10, 90 | aanvallende wijze, totdat hij toen hij bijna verdronk, zeide: " 648 10, 90 | geloof dat er geen God is dan Hij, in Wie de kinderen Israëls 649 10, 100| zonder verlof van Allah. En Hij werpt onreinheid over degenen 650 10, 107| dit kan verwijderen dan Hij; en als Hij het goede voor 651 10, 107| verwijderen dan Hij; en als Hij het goede voor u wenst, 652 10, 107| Zijn genade kan beletten. Hij kent haar toe aan diegene 653 10, 107| dienaren, die Hem behaagt. En Hij is de Vergevensgezinde, 654 10, 109| totdat Allah oordeelt. En Hij is de beste Rechter. ~~ 655 11, 3 | Heer en wendt u tot Hem, Hij zal u voor een vastgestelde 656 11, 3 | van het goede voorzien. En Hij schenkt Zijn genade aan 657 11, 4 | terugkeer is tot Allah en Hij heeft macht over alle dingen. ~ 658 11, 5 | hun kleding bedekken, weet Hij wat zij verbergen en wat 659 11, 5 | wat zij tonen. Voorzeker, Hij weet goed wat in het innerlijk 660 11, 6 | voorziening berust bij Allah, Hij kent zijn tehuis en zijn 661 11, 7 | 7. En Hij is het, Die de hemelen en 662 11, 7 | troon rustte op water, opdat Hij u moge beproeven wiens gedrag 663 11, 9 | van hem wegnemen, wordt hij voorwaar wanhopig en ondankbaar. ~ 664 11, 10 | voorspoed doen smaken, zal hij voorzeker zeggen: "De rampspoed 665 11, 10 | van mij geweken." Ziet! hij wordt jubelend en aanmatigend. ~ 666 11, 13 | 13. Zeggen zij: "Hij heeft dit (de Koran) verzonnen?" 667 11, 14 | dat er geen God is behalve Hij. Zult gij u dan onderwerpen? ~ 668 11, 17 | 17. Is hij dan (aan hen gelijk), die 669 11, 18 | is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah 670 11, 28 | 28. Hij (Noach) zeide: "O, mijn 671 11, 28 | van mijn Heer beroep en Hij mij grote barmhartigheid 672 11, 33 | 33. Hij zeide: "Alleen Allah zal 673 11, 33 | deze over u brengen als Hij wil, en gij kunt niets verijdelen." ~ 674 11, 34 | u wenst te vernietigen. Hij is uw Heer en tot Hem zult 675 11, 35 | 35. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?" Zeg: " 676 11, 38 | 38. En hij was de ark aan het bouwen 677 11, 38 | voorbijgingen, bespotten zij hem. Hij zeide: "Als gij ons bespot, 678 11, 41 | 41. En hij (Noach) zeide: "Scheept 679 11, 43 | 43. Hij antwoordde: "Ik zal mijn 680 11, 43 | het water zal beschermen." Hij antwoordde: "Er is deze 681 11, 43 | uitzondering van degenen wie Hij barmhartigheid toont." En 682 11, 43 | golf kwam tussen beiden, hij behoorde tot de drenkelingen. ~ 683 11, 46 | 46. Hij (God) zeide: "O, Noach, 684 11, 46 | God) zeide: "O, Noach, hij behoort niet tot uw gezin 685 11, 47 | 47. Hij zeide: "Mijn Heer, ik zoek 686 11, 52 | wend u daarna tot Hem, Hij zal wolken die regelmatig 687 11, 54 | met kwaad hebben bezocht." Hij antwoordde: "Voorzeker, 688 11, 56 | zich op aarde beweegt, of Hij houdt het in Zijn macht. 689 11, 61 | hebt geen God naast Hem. Hij wekte u op vanuit de aarde 690 11, 63 | 63. Hij zeide: "O, mijn volk, zeg 691 11, 63 | mijn Heer heb ontvangen en Hij mij barmhartigheid heeft 692 11, 65 | verlamden haar; toen zeide hij (Salih): "Vermaakt u voor 693 11, 69 | zeiden: "Vrede zij met u." Hij antwoordde: "Vrede zij met 694 11, 69 | met u" en terstond bracht hij een gebraden kalf. ~ 695 11, 70 | 70. Maar toen hij zag dat hun handen er zich 696 11, 73 | van dit huis. Voorzeker, Hij is Geprezen, Glorierijk." ~ 697 11, 74 | tijding tot hem kwam, begon hij met ons over het volk van 698 11, 77 | boodschappers tot Lot kwamen was hij verdrietig en voelde zich 699 11, 78 | plachten zij kwaad te doen. Hij (Lot) zeide: "O, mijn volk, 700 11, 80 | 80. Hij zeide: "Ach, had ik slechts 701 11, 88 | 88. Hij zeide: "O mijn volk, wat 702 11, 88 | bewijs van mijn Heer heb en Hij mij een goede voorziening 703 11, 92 | 92. Hij zeide: "O, mijn volk, is 704 11, 98 | 98. Hij zal op de Dag der Opstanding 705 11, 102| greep van uw Heer, wanneer Hij de steden grijpt, terwijl 706 11, 107| uw Heer brengt teweeg wat Hij wil. ~ 707 11, 111| werken ten volle vergelden. Hij is wel op de hoogte van 708 11, 112| overtreedt de grenzen niet, want Hij ziet voorzeker, wat gij 709 11, 118| uw Heer had gewild, zou Hij het mensdom voorzeker tot 710 11, 119| betoond - hiervoor heeft Hij hen geschapen - maar het 711 12, 5 | 5. Hij zeide: "O, mijn zoon, verhaal 712 12, 6 | Jacob vervohnaken, zoals Hij die voordien aan twee uwer 713 12, 12 | morgen met ons mede, opdat hij zich moge vermaken en spelen 714 12, 13 | 13. Hij zeide: "Het verdriet mij, 715 12, 18 | bloed, dat niet van hem was. Hij (Jacob) zeide: "Neen, gij 716 12, 19 | O, goed nieuws," zeide hij. "Hier is een jongeling." 717 12, 21 | Het is waarschijnlijk dat hij ons van nut kan zijn, of 718 12, 22 | 22. Toen hij volwassen was, schonken 719 12, 23 | 23. En zij, in wier huis hij was, zocht hem (tegen zijn 720 12, 23 | deuren en zeide: "Kom nu." Hij antwoordde: "Dat verhoede 721 12, 23 | antwoordde: "Dat verhoede Allah, hij is mijn heer. Hij heeft 722 12, 23 | Allah, hij is mijn heer. Hij heeft mijn verblijf waardig 723 12, 24 | besluit betreffende hem en hij nam een besluit betreffende 724 12, 24 | besluit betreffende haar. Als hij geen duidelijk teken van 725 12, 24 | zijn Heer had gezien, (kon hij zo'n vastberadenheid niet 726 12, 24 | mochten afwenden. Voorzeker hij was een Onzer uitverkoren 727 12, 26 | 26. Hij (Jozef) zeide: "Zij is het 728 12, 26 | waarheid gesproken en behoort hij tot de leugenaars, ~ 729 12, 27 | heeft zij gelogen en behoort hij tot de waarachtigen." ~ 730 12, 28 | 28. Toen hij (haar man) zag dat zijn 731 12, 28 | achteren was gescheurd, zeide hij: "Dit is zeker een list 732 12, 30 | tegen zijn wil te verleiden. Hij heeft haar met verliefdheid 733 12, 32 | 32. Zij zeide: "Dit is hij nu over wie gij mij beschuldigdet, 734 12, 32 | zijn wil te verleiden, maar hij redde zich. En als hij nu 735 12, 32 | maar hij redde zich. En als hij nu niet doet wat ik hem 736 12, 32 | wat ik hem verzoek, zal hij zeker gevangen genomen en 737 12, 33 | 33. Hij (Jozef) zeide: "O mijn Heer, 738 12, 34 | list van hem af. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 739 12, 37 | 37. Hij antwoordde: "Het voedsel, 740 12, 40 | berust bij Allah alleen. Hij heeft bevolen dat gij naast 741 12, 41 | medegevangenen, wat één uwer betreft, hij zal wijn voor zijn Heer 742 12, 41 | en wat de ander betreft, hij zal worden gekruisigd, zodat 743 12, 42 | 42. En hij zeide tot degene van hen, 744 12, 42 | degene van hen, van wie hij wist dat hij bevrijd zou 745 12, 42 | hen, van wie hij wist dat hij bevrijd zou worden: "Vermeld 746 12, 42 | heer te zeggen daarom bleef hij voor enige jaren in de gevangenis. ~ 747 12, 47 | 47. Hij antwoordde: "Gij zult zeven 748 12, 50 | hem (Jozef) kwam, zeide hij: "Ga terug naar uw heer 749 12, 51 | 51. Hij, (de koning) zeide tot de 750 12, 51 | wil zocht te verleiden en hij behoort zeker tot de waarachtigen." ~ 751 12, 52 | 52. "Dit is, opdat hij moge weten dat ik hem in 752 12, 54 | mijzelf houden." En toen hij tot hem (Jozef) had gesproken, 753 12, 54 | Jozef) had gesproken, zeide hij: "Gij zijt van deze dag 754 12, 55 | 55. Hij antwoordde: "Stel mij aan 755 12, 56 | vestigden Wij Jozef in het land. Hij vertoefde er in, waar hij 756 12, 56 | Hij vertoefde er in, waar hij ook wilde. Wij schenken 757 12, 58 | gingen bij hem binnen en hij herkende hen, maar zij herkenden 758 12, 59 | 59. En toen hij hen van levensmiddelen had 759 12, 59 | levensmiddelen had voorzien, zeide hij: "Brengt mij uw broeder 760 12, 62 | 62. En hij (Jozef) zeide tot zijn dienaren: " 761 12, 64 | 64. Hij (Jacob) antwoordde: "Zal 762 12, 64 | is de beste Beschermer en Hij is de Genadigste der genadigen. ~ 763 12, 66 | 66. Hij (Jacob) zeide: "Ik zal hem 764 12, 66 | belofte hadden afgelegd, zeide hij: "Allah waakt over hetgeen 765 12, 67 | 67. En hij zeide: "O mijn zonen, gaat 766 12, 68 | zijn zin gedaan kreeg, want hij had voorzeker grote kennis, 767 12, 69 | zijn broeder bij zich. En hij zeide: "Ik ben uw broeder, 768 12, 70 | 70. En toen hij hen van hun provisie had 769 12, 70 | provisie had voorzien, legde hij een drinkbeker in zijn broeders 770 12, 75 | straf er voor zal zijn: hij, in wiens zadeltas ze wordt 771 12, 76 | 76. Daarna begon hij met (het onderzoek van) 772 12, 76 | Wij plannen voor Jozef. Hij kon zijn broeder volgens 773 12, 77 | en onthulde het hun niet. Hij zeide: "Gij verkeert in 774 12, 78 | 78. Zij zeiden: "O Aziez, hij heeft een zeer oude vader, 775 12, 79 | 79. Hij (Jozef) zeide: "Allah verhoede, 776 12, 80 | Allah voor mij beslist en Hij is de beste Beoordelaar." ~ 777 12, 83 | 83. Hij (hun vader) zeide: "Neen, 778 12, 83 | mij zal brengen; waarlijk Hij is de Alwetende, de Alwijze." ~ 779 12, 84 | 84. En hij wendde zich van hen af en 780 12, 84 | met tranen van smart doch hij bedwong zich. ~ 781 12, 86 | 86. Hij antwoordde: "Ik klaag alleen 782 12, 89 | 89. Hij zeide: "Weet gij wat gij 783 12, 90 | vroegen. "Zijt gij dan Jozef?" Hij zeide: "Ik ben Jozef en 784 12, 92 | 92. Hij (Jozef) zeide: "Heden zij 785 12, 92 | Moge Allah u vergeven, Hij is de Genadigste der genadigen." ~ 786 12, 93 | aangezicht van mijn vader neder; hij zal het begrijpen. En brengt 787 12, 96 | blijde tijding kwam, legde hij het (hemd) voor hem (Jacob) 788 12, 96 | hem (Jacob) neder zodat hij zekerheid verkreeg. Dan 789 12, 96 | zekerheid verkreeg. Dan riep hij uit: "Zei ik u niet: 'Ik 790 12, 98 | 98. Hij (Jacob) zeide: "Ik zal mijn 791 12, 98 | voor u vragen. Voorzeker, Hij ls de Vergevensgezinde, 792 12, 99 | Jozef kwamen, huisvestte hij zijn ouders bij zich en 793 12, 100| 100. Hij hief zijn ouders op de troon 794 12, 100| zich voor hem neder. En hij zeide: "O mijn vader, dit 795 12, 100| heeft deze verwezenlijkt. En Hij schonk mij een gunst toen 796 12, 100| schonk mij een gunst toen Hij mij uit de gevangenis verloste 797 12, 100| is goedertieren voor wie Hij wil. Waarlijk, Hij is de 798 12, 100| voor wie Hij wil. Waarlijk, Hij is de Alwetende, de Alwijze." ~ 799 13, 2 | 2. Allah is Hij, Die de hemelen heeft doen 800 13, 2 | kunt zien. Daarna zette Hij Zich op de troon. En Hij 801 13, 2 | Hij Zich op de troon. En Hij heeft de zon en de maan 802 13, 2 | een vastgestelde termijn. Hij regelt het al. Hij legt 803 13, 2 | termijn. Hij regelt het al. Hij legt de tekenen duidelijk 804 13, 3 | 3. En Hij is het, Die de aarde uitspreidde, 805 13, 3 | en rivieren op vormde. En Hij maakte er elke vruchtensoort 806 13, 3 | vruchtensoort in twee geslachten op. Hij doet de nacht de dag bedekken. 807 13, 9 | 9. Hij is de Kenner van het onzienlijke 808 13, 10 | 10. Voor Hem is hij gelijk die onder u het woord 809 13, 10 | u het woord verbergt en hij die het openlijk uit; alsook 810 13, 10 | het openlijk uit; alsook hij, die zich 's nachts verbergt 811 13, 10 | zich 's nachts verbergt en hij, die overdag (openlijk) 812 13, 12 | 12. Hij is het, Die u de bliksem 813 13, 12 | en hoop veroorzakende en Hij doet zware wolken ontstaan. ~ 814 13, 13 | het uit ontzag voor Hem en Hij zendt de bliksem en treft 815 13, 13 | bliksem en treft er mede, wie Hij wil; nog steeds redetwisten 816 13, 13 | zij over Allah. terwijl Hij streng is in het straffen. ~ 817 13, 16 | Schepper aller dingen en Hij is de Ene, de Opperste." ~ 818 13, 17 | 17. Hij zendt water van de hemel 819 13, 19 | 19. Is dan hij die weet, dat hetgeen u 820 13, 27 | laat diegene dwalen die Hij wil en leidt tot Zichzelf 821 13, 30 | verwerpen de Barmhartige. Zeg: "Hij is mijn Heer; er is geen 822 13, 31 | indien Allah het wilde, Hij het gehele mensdom zou hebben 823 13, 33 | 33. Zal Hij, Die over elke ziel waakt 824 13, 33 | juiste weg teruggehouden. En hij, die Allah laat dwalen zal 825 13, 39 | Allah doet te niet wat Hij wil en bevestigt wat Hij 826 13, 39 | Hij wil en bevestigt wat Hij wil en bij Hem is de oorsprong 827 13, 41 | besluit omverwerpen. En Hij is vlug in het vergelden. ~ 828 13, 42 | plannen berust bij Allah. Hij weet wat elke ziel verdient 829 13, 43 | gezant." Zeg: "Allah, alsmede hij die kennis van het Boek 830 14, 4 | taal van zijn volk, zodat hij (het) hun duidelijk moge 831 14, 4 | Dan laat Allah dwalen wie Hij wil en leidt wie Hij wil. 832 14, 4 | wie Hij wil en leidt wie Hij wil. Hij is de Almachtige, 833 14, 4 | wil en leidt wie Hij wil. Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 834 14, 6 | Allah's gunst aan u toen Hij u van Pharao's volk redde, 835 14, 10 | der hemelen en der aarde? Hij roept u, opdat Hij uw zonden 836 14, 10 | aarde? Hij roept u, opdat Hij uw zonden moge vergeven 837 14, 11 | aan wie van Zijn dienaren Hij wil. Het is niet aan ons 838 14, 12 | Allah vertrouwen wanneer Hij ons onze wegen heeft getoond? 839 14, 16 | 16. Voor hem is de hel en hij zal worden gedwongen kokend 840 14, 17 | 17. Hij zal het met kleine teugen 841 14, 17 | tot hem komen en toch zal hij niet sterven. En daarnaast 842 14, 19 | in waarheid schiep? Als Hij het wil kan Hij u verdelgen 843 14, 19 | schiep? Als Hij het wil kan Hij u verdelgen en een nieuwe 844 14, 27 | dwalen. En Allah doet, wat Hij wil. ~ 845 14, 32 | 32. Allah is Hij, Die de hemelen en de aarde 846 14, 32 | onderhoud mee voortbrengt en Hij heeft de schepen in uw dienst 847 14, 32 | over de zee mogen varen en Hij heeft de rivieren eveneens 848 14, 33 | 33. En Hij heeft ook de zon en de maan, 849 14, 34 | 34. En Hij gaf u al hetgeen gij van 850 14, 36 | Wie mij daarom ook volgt hij is stellig van mij en wat 851 14, 42 | de onrechtvaardigen doen. Hij geeft hun slechts uitstel 852 14, 52 | opdat zij mogen weten dat Hij de Enige God is en opdat 853 15, 25 | allen verzamelen. Voorwaar, Hij is Alwijs, Alwetend. ~ 854 15, 32 | 32. Hij zeide: "O Iblies, wat hapert 855 15, 33 | 33. Hij antwoordde: "Ik ga mij niet 856 15, 36 | 36. Hij zeide: "Mijn Heer, schenk 857 15, 39 | 39. Hij antwoordde: "Mijn Heer, 858 15, 52 | binnentraden zeiden zij "Vrede", hij antwoordde: "Voorwaar, wij 859 15, 54 | 54. Hij zeide: "Geeft gij mij blijde 860 15, 56 | 56. Hij zeide: "Wie kunnen aan de 861 15, 57 | 57. Hij zeide: "Wat is uw taak, 862 15, 62 | 62. Zeide hij: "Voorwaar, gij zijt een 863 15, 68 | 68. Hij zeide: "Dit zijn mijn gasten 864 15, 71 | 71. Hij zeide: "Dit zijn mijn dochters 865 16, 1 | het daarom niet. Heilig is Hij en verheven boven al hetgeen 866 16, 2 | 2. Hij zendt door Zijn gebod engelen 867 16, 2 | tot wie van Zijn dienaren Hij wil (zeggende): "Waarschuwt, 868 16, 3 | 3. Hij heeft de hemelen en de aarde 869 16, 3 | waarheid geschapen. Verheven is Hij boven al hetgeen zij met 870 16, 4 | 4. En Hij heeft de mens uit een levenskiem 871 16, 5 | 5. En het vee heeft Hij geschapen, waarvan gij warmte 872 16, 8 | muildieren en ezels (heeft Hij) geschapen opdat gij er 873 16, 8 | tot sieraad (voor u). En Hij zal ook wat gij nog niet 874 16, 9 | wegen die afwijken. En als Hij wilde, zou Hij u allen hebben 875 16, 9 | afwijken. En als Hij wilde, zou Hij u allen hebben geleid. 876 16, 10 | 10. Hij is het, Die water voor u 877 16, 11 | 11. En Hij doet daarmede koren voor 878 16, 12 | 12. Hij heeft door Zijn gebod de 879 16, 13 | 13. En in de dingen, die Hij in verscheidene kleuren 880 16, 14 | 14. En Hij is het, Die de zee tot uw 881 16, 15 | 15. En Hij heeft hechte bergen op de 882 16, 17 | 17. Is dan Hij, Die schept gelijk aan iemand 883 16, 23 | verbergen en wat zij openbaren. Hij heeft de hovaardigen voorzeker 884 16, 27 | 27. Dan zal Hij hen op de Dag der Opstanding 885 16, 27 | Opstanding vernederen en Hij zal zeggen: "Waar zijn Mijn 886 16, 39 | 39. Opdat Hij het hun duidelijk moge maken 887 16, 46 | 46. Of dat Hij hen in hun handel en wandel 888 16, 47 | 47. Of dat Hij hen geleidelijk ten onder 889 16, 54 | 54. Wanneer Hij dan uw kwelling van u verwijdert, 890 16, 57 | aan Allah toe - Heilig is Hij - en zichzelf wat zij wensen ( 891 16, 58 | verduistert zijn gezicht en hij is vol toorn. ~ 892 16, 59 | 59. Hij verbergt zich voor het volk 893 16, 59 | hem is aangekondigd; zal hij haar in weerwil van schande 894 16, 60 | s kenteken het beste is, Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 895 16, 61 | onrechtvaardigheid zou straffen, zou Hij geen levend schepsel op 896 16, 61 | aarde achterlaten, maar Hij geeft hun uitstel tot een 897 16, 63 | schoon schijnen. Daarom is hij nu (in deze wereld) hun 898 16, 70 | Allah schept u, dan doet Hij u sterven, en er zijn sommigen 899 16, 71 | bevoorrecht. Maar degenen die Hij bevoordeelde geven hun bezit 900 16, 76 | voor zijn meester; waar hij hem ook heenzendt, hij brengt ( 901 16, 76 | waar hij hem ook heenzendt, hij brengt (hem) niets goeds 902 16, 80 | voor u gemaakt, ook heeft Hij van de huiden van het vee 903 16, 81 | Allah heeft van hetgeen Hij heeft geschapen dingen voor 904 16, 81 | gemaakt die schaduw geven, en Hij heeft in de bergen schuilplaatsen 905 16, 81 | schuilplaatsen voor u gemaakt; Hij heeft klederen voor u gemaakt 906 16, 81 | beschermen. Zo volmaakt Hij Zijn gunsten aan u, opdat 907 16, 90 | onbetamelijkheid, kwaad en opstand. Hij raadt u aan dat gij er lering 908 16, 92 | de Dag der Opstanding zal Hij het u duidelijk maken waarover 909 16, 93 | als Allah had gewild, zou Hij u voorzeker tot één volk 910 16, 93 | volk hebben gemaakt; maar Hij laat hem die wil, dwalen 911 16, 94 | uw voet uitglijden nadat hij stevig heeft gestaan en 912 16, 99 | 99. Voorzeker hij heeft geen macht over degenen 913 16, 101| Allah weet het beste wat Hij openbaart - zeggen zij: " 914 16, 102| waarheid nedergebracht, opdat Hij degenen die geloven, moge 915 16, 106| hebben geloofd - behalve hij die wordt gedwongen terwijl 916 16, 115| 115. Hij heeft alleen het gestorvene, 917 16, 115| gedreven (om te eten) terwijl hij niet wil, noch de grens 918 16, 120| gehoorzaam aan Allah en hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~ 919 16, 121| Dankbaar voor Zijn gunsten; Hij verkoos hem en leidde hem 920 16, 122| en in het Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen 921 16, 125| Zijn weg is afgedwaald; en Hij kent degenen goed die juist 922 17, 1 | 1. Heilig is Hij Die Zijn dienaar bij nacht 923 17, 1 | zouden tonen. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. ~ 924 17, 3 | Noach (in de Ark) droegen! Hij was inderdaad een dankbare 925 17, 11 | vraagt om het kwade gelijk hij om het goede vraagt; en 926 17, 13 | hem een boek brengen en hij zal het opengeslagen zien. ~ 927 17, 15 | voor zijn eigen heil en hij die dwaalt, dwaalt alleen 928 17, 18 | Wij hem de hel toe waarin hij zal branden, vernederd en 929 17, 19 | behoort te worden terwijl hij een gelovige is, deze is 930 17, 25 | goed zijt dan voorwaar is Hij Vergevensgezind jegens degenen 931 17, 30 | het Hem behaagt. Voorzeker Hij kent en ziet Zijn dienaren 932 17, 33 | buitensporig zijn, want hij wordt (door de wet) gesteund. ~ 933 17, 34 | dan op de beste wijze tot hij zijn meerderjarigheid heeft 934 17, 43 | 43. Heilig is Hij, hoog verheven, boven hetgeen 935 17, 44 | verheerlijking niet. Voorwaar, Hij is Verdraagzaam, Vergevensgezind. ~ 936 17, 51 | dan doen herleven?" Zeg: "Hij Die u de eerste maal heeft 937 17, 52 | 52. De Dag waarop Hij u zal roepen zult gij Hem 938 17, 54 | Indien het Hem behaagt zal Hij u barmhartigheid tonen of 939 17, 61 | zij eer, behalve Iblies. Hij zeide: "Moet ik mij ter 940 17, 62 | 62. En hij zeide: "Hebt Gij hem boven 941 17, 63 | 63. Hij zeide: "Ga heen! en wie 942 17, 66 | 66. Uw Heer is Hij Die de schepen voor u over 943 17, 66 | moogt zoeken. Voorwaar, Hij is Genadig jegens u. ~ 944 17, 67 | die gij aanroept, behalve Hij. Doch wanneer Hij u veilig 945 17, 67 | behalve Hij. Doch wanneer Hij u veilig aan land brengt 946 17, 68 | er dan veilig voor, dat Hij u zal verdelgen op het land 947 17, 68 | verdelgen op het land of dat Hij een hevige storm tegen u 948 17, 69 | weet gij dan zo zeker dat Hij u daarin niet voor de tweede 949 17, 72 | zijn in het Hiernamaals; hij is ver afgedwaald van de 950 17, 83 | mens gunsten bewijzen wendt hij zich af en gaat terzijde 951 17, 83 | kwaad hem achterhaalt wordt hij wanhopig. ~ 952 17, 96 | tussen u en mij; voorwaar Hij weet en ziet alles betreffende 953 17, 97 | 97. En hij die Allah leidt, is goed 954 17, 97 | geleid, doch voor hem die Hij laat dwalen zult gij buiten 955 17, 99 | hun evenbeeld te scheppen? Hij heeft voor hen een termijn 956 17, 101| kinderen van Israël. Toen hij tot hen kwam, zeide Pharao 957 17, 102| 102. Hij zeide: "Voorzeker gij weet 958 17, 103| 103. Derhalve besloot hij hem uit het land te verwijderen; 959 17, 105| geopenbaard en met waarheid is hij (de Koran) nedergedaald. 960 17, 110| naam gij Hem ook noemt, Hij heeft de schoonste namen." 961 17, 111| Zijn Koninkrijk noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid." 962 18, 15 | is onrechtvaardiger, dan hij die een leugen over Allah 963 18, 17 | zijn de tekenen van Allah. Hij die door Allah wordt geleid, 964 18, 17 | geleid doch degene, die Hij laat dwalen, voor hem zult 965 18, 19 | de stad te zenden en laat hij zien, wat het beste voedsel 966 18, 19 | levensmiddelen meebrengen en laat hij zich vriendelijk gedragen 967 18, 26 | der aarde, hoe Ziende is Hij en hoe Horende! Zij hebben 968 18, 26 | aan Zijn koninkrijk laat Hij niemand deelnemen. ~ 969 18, 34 | 34. En hij had overvloed,en zeide tijdens 970 18, 35 | 35. En hij ging zijn tuin binnen, terwijl 971 18, 35 | zijn tuin binnen, terwijl hij onrechtvaardig was tegenover 972 18, 35 | was tegenover zichzelf. Hij zeide: "Ik denk niet, dat 973 18, 42 | fruit werd vernietigd en hij begon zijn handen te wringen 974 18, 42 | te wringen wegens hetgeen hij aan de tuin had besteed, 975 18, 42 | eveneens was neergestort en hij zeide: "Had ik maar niemand 976 18, 43 | 43. En hij had geen leger om hem tegen 977 18, 43 | Allah te helpen, noch kon hij zich verdedigen. ~ 978 18, 44 | alleen van Allah, de Ware. Hij is de Beste in het belonen 979 18, 48 | uw Heer worden gebracht. (Hij zal zeggen) Nu zijt gij 980 18, 50 | bogen, doch Iblies niet. Hij was één der djinn, derhalve 981 18, 50 | der djinn, derhalve was hij ongehoorzaam aan het gebod 982 18, 52 | Gedenk) de dag waarop Hij zal zeggen: "Roept degenen 983 18, 57 | is onrechtvaardiger dan hij die herinnerd wordt aan 984 18, 58 | Vergevensgezind, Barmhartig. Indien Hij hen ter verantwoording zou 985 18, 58 | hebben verdiend, dan zou Hij ongetwijfeld hun straf hebben 986 18, 62 | zij verder gingen, zeide hij tot zijn dienaar: "Breng 987 18, 63 | 63. Hij antwoordde: "Zie, toen wij 988 18, 64 | 64. Hij zeide: "Dat is waarnaar 989 18, 67 | 67. Hij antwoordde: "Gij kunt geen 990 18, 69 | 69. Hij zeide: "Indien het Gode 991 18, 70 | 70. Hij zeide: "Welaan dan, indien 992 18, 71 | zij in een boot stapten en hij maakte er een gat in. Waarop 993 18, 72 | 72. Hij antwoordde: "Had ik u niet 994 18, 74 | een knaap ontmoetten en hij deze doodsloeg. Mozes zeide: " 995 18, 75 | 75. Hij antwoordde: "Zei ik u niet 996 18, 77 | punt stond in te storten en hij herstelde deze. Mozes zeide: " 997 18, 78 | 78. Hij zeide: "Dit is de scheiding 998 18, 80 | gelovigen en wij vreesden dat hij schande over hen zou brengen 999 18, 81 | zachtmoediger zou zijn (dan hij)." ~ 1000 18, 85 | 85. En hij volgde een weg, ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2188

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License