Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hiervoor 9
hieuwen 1
hieuwt 1
hij 2188
hijrah 1
hijzelf 1
hinderlaag 3
Frequency    [«  »]
2411 een
2349 die
2336 zijn
2188 hij
2162 u
1996 in
1890 wij

Koran

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2188

     Sura, Verse
1501 34, 48 | verspreidt de Waarheid. Hij is de Kenner van al het 1502 34, 50 | heeft geopenbaard. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Nabijzijnde. ~ 1503 35, 1 | drie en vier vleugelen. En Hij voegt aan de schepping toe 1504 35, 1 | aan de schepping toe wat Hij wil; want Allah heeft macht 1505 35, 2 | tegen te houden; en wat Hij terug houdt, kan buiten 1506 35, 2 | buiten Hem, niemand schenken; Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 1507 35, 6 | behandelt hem daarom als vijand. Hij roept zijn volgelingen slechts 1508 35, 8 | 8. Hij wiens boze daden schoonschijnend 1509 35, 8 | schoonschijnend zijn gemaakt, zodat hij deze als goed beschouwt ( 1510 35, 8 | Zeker, Allah laat dwalen wie Hij wil en leidt wie Hij wil. 1511 35, 8 | wie Hij wil en leidt wie Hij wil. Laat uw ziel dus niet 1512 35, 11 | levenskiem, daarna maakte Hij u tot paren. En geen vrouw 1513 35, 11 | brengt voort, zonder dat Hij het weet. En niemands leven 1514 35, 13 | 13. Hij dompelt de nacht in de dag 1515 35, 13 | en de dag in de nacht. En Hij heeft de zon en de maan 1516 35, 16 | 16. Als Hij het wilde, zou Hij u kunnen 1517 35, 16 | Als Hij het wilde, zou Hij u kunnen wegnemen en een 1518 35, 18 | overgenomen, zelfs al is hij een bloedverwant; gij kunt 1519 35, 22 | Allah doet hen horen die Hij wil, maar gij kunt degenen 1520 35, 30 | 30. Opdat Hij hun de volle beloning moge 1521 35, 30 | overvloed aan toevoegende. Hij is zeker Vergevensgezind, 1522 35, 35 | 35. "Hij, Die ons door Zijn genade 1523 35, 38 | en der aarde. Waarlijk, Hij weet wat in de harten leeft. ~ 1524 35, 39 | 39. Hij is het, Die u tot stedehouders 1525 35, 39 | op aarde heeft gemaakt. Hij die niet gelooft, zijn ongeloof 1526 35, 41 | kunnen houden. Voorwaar, Hij is Verdraagzaam, Vergevensgezind. ~ 1527 35, 44 | Allah kan overweldigen, Hij is de Alwetende, de Almachtige. ~ 1528 35, 45 | voor hetgeen zij doen, zou Hij geen schepsel op de oppervlakte 1529 35, 45 | ervan achterlaten; maar Hij schenkt hun uitstel tot 1530 36, 20 | verste gedeelte der stad; hij zeide: "O mijn volk, volg 1531 36, 26 | Ga het paradijs binnen." Hij riep uit: "O, als mijn volk 1532 36, 47 | Indien het Allah behaagde zou Hij hem hebben kunnen voeden. 1533 36, 59 | 59. (En Hij zal zeggen): "Houdt u op 1534 36, 60 | niet zoudt dienen, daar hij een openlijke vijand van 1535 36, 62 | 62. Toch deed hij een groot gedeelte uwer 1536 36, 77 | een levenskiem? Doch ziet, hij is klaarblijkelijk een redetwister! ~ 1537 36, 78 | 78. En hij zet Ons verhalen voor en 1538 36, 78 | vergeet zijn eigen ontstaan. Hij zegt: "Wie kan de beenderen 1539 36, 79 | 79. Zeg: "Hij, Die hen voor de eerste 1540 36, 79 | schiep zal hen doen herleven; Hij heeft kennis van de gehele 1541 36, 80 | 80. Hij is het, Die uit een groene 1542 36, 81 | 81. "Is Hij, Die de hemelen en de aarde 1543 36, 81 | scheppen?" Ja, inderdaad Hij is de Schepper, de Alwetende. ~ 1544 36, 82 | 82. Voorwaar, wanneer Hij Zich iets voorneemt is Zijn 1545 37, 10 | 10. Maar hij die steelsgewijze opvangt, 1546 37, 37 | 37. Neen, hij is met de Waarheid gekomen 1547 37, 54 | 54. Hij zal vragen: "Wilt gij opzien?" ~ 1548 37, 55 | 55. Dan zal hij kijken en hem in het midden 1549 37, 56 | 56. Hij zal zeggen: "Bij Allah, 1550 37, 81 | 81. Hij was voorzeker één Onzer 1551 37, 84 | 84. Toen hij tot zijn Heer kwam met een 1552 37, 85 | 85. En hij tot zijn vader en tot zijn 1553 37, 88 | 88. En hij (Abraham) redetwistte over 1554 37, 91 | 91. En hij ging heimelijk tot hun goden 1555 37, 93 | 93. Dan begon hij hen met de rechter hand 1556 37, 95 | 95. Hij zeide: "Aanbidt gij hetgeen 1557 37, 99 | 99. Hij zeide: "Ik ga naar mijn 1558 37, 102| knapenleeftijd bereikte, zeide hij: "O mijn lieve zoon, ik 1559 37, 103| hadden onderworpen, en hij hem plat op zijn voorhoofd 1560 37, 111| 111. Voorwaar, hij was één Onzer gelovige dienaren. ~ 1561 37, 124| 124. Toen hij tot zijn volk zeide, "Wilt 1562 37, 132| 132. Voorwaar, hij was één Onzer gelovige dienaren. ~ 1563 37, 140| 140. Toen hij in het geladen schip vluchtte, ~ 1564 37, 141| 141. En hij lootte en werd (overboord) 1565 37, 142| vis slokte hem op terwijl hij zelfverwijt had. ~ 1566 37, 143| 143. Indien hij niet behoorde tot hen die 1567 37, 144| 144. Dan zou hij in diens buik zijn gebleven 1568 37, 145| een kaal strand terwijl hij ziek was. ~ 1569 37, 153| 153. "Heeft Hij dochters gekozen boven zonen? ~ 1570 37, 164| er is niet één onzer of hij heeft een vaste plaats. ~ 1571 38, 5 | 5. Heeft hij van vele Goden één God gemaakt? 1572 38, 17 | heer van macht; voorzeker hij was altijd tot God geneigd. ~ 1573 38, 22 | bij David binnenkwamen en hij hen vreesde. Zij zeiden: " 1574 38, 23 | Deze is mijn broeder; hij heeft negen en negentig 1575 38, 23 | maar één ooi. Toch zegt hij: 'Geef haar aan mij' en 1576 38, 23 | Geef haar aan mij' en hij was mij in het dispuut de 1577 38, 24 | David zeide: "Voorzeker, hij heeft u onrecht aangedaan 1578 38, 24 | hadden beproefd, daarom vroeg hij om vergiffenis van zijn 1579 38, 24 | zich tot Hem wendend, viel hij in gebed neder. ~ 1580 38, 25 | bescherming en inderdaad had hij een dichte toenadering en 1581 38, 32 | 32. Dat hij zeide: "Ik houd van goede 1582 38, 32 | sluier verborgen waren, zei hij: ~ 1583 38, 33 | naar mij terug." Toen begon hij ze over hun benen en nek 1584 38, 34 | een zielloos lichaam. En hij (Salomo) wendde zich tot ( 1585 38, 36 | zachtjes waaide waarheen hij wilde, ~ 1586 38, 40 | 40. En hij had inderdaad een dichte 1587 38, 41 | u Onze dienaar Job, toen hij tot zijn Heer riep: "Satan 1588 38, 44 | vonden hem standvastig. Hij was een voortreffelijke 1589 38, 74 | 74. Doch Iblies niet, hij toonde hoogmoed en behoorde 1590 38, 76 | 76. Hij zeide: "Ik ben beter dan 1591 38, 76 | zeide: "Ik ben beter dan hij, Gij hebt mij uit vuur en 1592 38, 79 | 79. Hij zeide: "O mijn Heer, vergun 1593 38, 82 | 82. Hij zeide: "Bij Uw eer, ik zal 1594 39, 4 | een zoon begeerd dan zou Hij uit wat Hij geschapen heeft 1595 39, 4 | begeerd dan zou Hij uit wat Hij geschapen heeft kunnen nemen, 1596 39, 4 | heeft kunnen nemen, wie Hij wilde. Heilig is Hij. Hij 1597 39, 4 | wie Hij wilde. Heilig is Hij. Hij is Allah, de Ene, de 1598 39, 4 | Hij wilde. Heilig is Hij. Hij is Allah, de Ene, de Opperste. ~ 1599 39, 5 | 5. Hij schiep de hemelen en de 1600 39, 5 | en de aarde in waarheid. Hij doet de nacht over de dag 1601 39, 5 | de dag over de nacht; en Hij heeft de zon en de maan 1602 39, 5 | een vaste baan. Voorzeker, Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde. ~ 1603 39, 6 | 6. Hij schiep u uit één ziel, dan 1604 39, 6 | uit één ziel, dan maakte Hij daaruit echtgenoten; en 1605 39, 6 | daaruit echtgenoten; en Hij zond voor u acht stuks vee 1606 39, 6 | stuks vee in paren neder. Hij vormde u in de baarmoeder 1607 39, 7 | onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van ondankbaarheid 1608 39, 7 | als gij dankbaar zijt, zal Hij in u behagen hebben - En 1609 39, 7 | terugkeer tot uw Heer: en Hij zal u mededelen wat gij 1610 39, 7 | mededelen wat gij deedt. Zeker, Hij weet goed wat in uw innerlijk 1611 39, 8 | mens wordt benadeeld, roept hij zijn Heer aan, zich tot 1612 39, 8 | Hem wendend. Dan, wanneer Hij hem een gunst bewijst van 1613 39, 8 | vergeet de mens waarvoor hij eerst (God) aanriep en stelt 1614 39, 9 | 9. Is hij, die God vereert in de uren 1615 39, 21 | ze geel worden; dan doet Hij ze in stukken breken. Voorwaar 1616 39, 22 | 22. Hij wiens hart Allah voor de 1617 39, 23 | is de leiding van Allah, Hij leidt daarmee wie Hij wil. 1618 39, 23 | Allah, Hij leidt daarmee wie Hij wil. En wie Allah laat dwalen, 1619 39, 32 | is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah 1620 39, 33 | 33. En hij die de Waarheid brengt of 1621 39, 38 | schade verwijderen? Of als Hij mij barmhartigheid wil tonen, 1622 39, 41 | Waarheid nedergezonden. Hij die deze leiding volgt, 1623 39, 42 | tijdens hun slaap. Dan houdt Hij die, die Hij ten dode heeft 1624 39, 42 | Dan houdt Hij die, die Hij ten dode heeft opgeschreven 1625 39, 49 | tegenspoed treft, roept hij Ons aan. Als Wij hem dan 1626 39, 49 | Onze gunst bewijzen zegt hij: "Dit is mij alleen wegens 1627 39, 52 | vermeerdert of vermindert voor wie Hij wil; voorwaar, daarin zijn 1628 39, 53 | vergeeft alle zonden, waarlijk, Hij is de Vergevensgezinde, 1629 39, 67 | Glorie zij Hem en verheven is Hij boven hetgeen zij met Hem 1630 39, 70 | voor hetgeen zij deed. En Hij weet het beste wat zij volbrachten. ~ 1631 40, 13 | 13. Hij is het Die u Zijn tekenen 1632 40, 13 | trekt er lering uit behalve hij die zich (tot God) wendt. ~ 1633 40, 15 | is de Heer van de Troon. Hij zendt het woord door Zijn 1634 40, 15 | door Zijn gebod aan wie Hij wil van Zijn dienaren, opdat 1635 40, 15 | van Zijn dienaren, opdat hij moge waarschuwen voor de 1636 40, 19 | 19. Hij kent de oneerlijkheid der 1637 40, 22 | greep Allah hen. Voorzeker, Hij is Machtig, Streng in het 1638 40, 24 | Korach, maar zij zeiden: "Hij is een tovenaar en de grootste 1639 40, 25 | 25. En toen hij (Mozes) met Waarheid van 1640 40, 26 | aanroepen. Ik vrees dat hij uw godsdienst zal veranderen 1641 40, 28 | gij een man doden omdat hij zegt: 'Mijn Heer is Allah'; 1642 40, 28 | Heer is Allah'; terwijl hij tot u gekomen is met duidelijke 1643 40, 28 | tekenen van uw Heer? Is hij een leugenaar, dan rust 1644 40, 28 | leugen op hem; maar als hij oprecht is, dan zal iets 1645 40, 28 | iets van datgene, waarmee hij u bedreigt, u overkomen. 1646 40, 33 | beschermer hebben tegen Allah. En hij die Allah laat dwalen zal 1647 40, 34 | bleeft twijfeles aan hetgeen hij u bracht doch toen hij stierf 1648 40, 34 | hetgeen hij u bracht doch toen hij stierf zeidet gjj: "Allah 1649 40, 37 | ofschoon ik zeker weet dat hij een leugenaar is." Zo werd 1650 40, 37 | schoonschijnend gemaakt, hij werd van het rechte pad 1651 40, 56 | toevlucht bij Allah. Waarlijk, Hij is de Alhorende, de Alziende. ~ 1652 40, 65 | 65. Hij is de Levende, er is geen 1653 40, 67 | 67. Hij is het Die u uit stof schiep, 1654 40, 67 | bloed, vervolgens brengt Hij u voort als een kind, dan 1655 40, 68 | 68. Hij is het Die leven geeft en 1656 40, 68 | doet sterven. En wanneer Hij iets besluit, zegt Hij slechts: " 1657 40, 68 | wanneer Hij iets besluit, zegt Hij slechts: "Wees", en het 1658 40, 81 | 81. En Hij toont u Zijn tekenen; welke 1659 41, 9 | gelijken aan Hem op, hoewel Hij de Heer der Werelden is? ~ 1660 41, 10 | 10. Hij heeft de bergen daarop gesteld 1661 41, 11 | 11. Dan wendde Hij Zich tot de hemel terwijl 1662 41, 12 | gewillig." Zo voltooide Hij hen als de zeven hemelen 1663 41, 12 | hemelen in twee dagen, en Hij wees elke hemel zijn werk 1664 41, 14 | Heer het had gewild, zou Hij beslist engelen hebben nedergezonden. 1665 41, 21 | deed ook ons spreken. En Hij is het Die u de eerste keer 1666 41, 33 | spreekt beter woord dan hij die mensen tot Allah uitnodigt 1667 41, 34 | wie gij vijandschap hebt, hij zal als uw boezemvriend 1668 41, 36 | toevlucht tot Allah. Waarlijk, Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 1669 41, 39 | zij zich en zet uit. Zeker Hij, Die haar leven geeft, zal 1670 41, 39 | doden opwekken. Voorwaar, Hij heeft macht over alle dingen. ~ 1671 41, 40 | voor Ons verborgen. Is dan hij die in het Vuur geworpen 1672 41, 40 | wat gij wilt. Voorwaar, Hij ziet alles wat gij doet. ~ 1673 41, 47 | kennis. En de Dag waarop Hij tot hen zal roepen: "Waar 1674 41, 49 | kwade hem treft vertwijfelt hij en wordt wanhopig. ~ 1675 41, 50 | over hem is gekomen, zal hij zeker zeggen: "Dit komt 1676 41, 51 | aan de mens verlenen wendt hij zich af en gaat terzijde, 1677 41, 51 | raakt, ziet! dan offert hij lange, lange gebeden. ~ 1678 41, 52 | begaat grotere dwaling dan hij die zich hevig daartegen 1679 41, 54 | met hun Heer. Voorwaar, Hij omvat alle dingen. ~~ 1680 42, 4 | hemelen en op aarde is en Hij is de Hoogste, de Grootste. ~ 1681 42, 8 | Indien Allah wilde kon Hij hen tot een enkel volk hebben 1682 42, 8 | volk hebben gemaakt, maar Hij laat in Zijn barmhartigheid 1683 42, 8 | Zijn barmhartigheid toe wie Hij wil. Doch de onrechtvaardigen 1684 42, 9 | Allah de Besehermer is? Hij maakt de doden levend en 1685 42, 11 | 11. Hij is de Schepper der hemelen 1686 42, 11 | der hemelen en der aarde. Hij heeft u tot paren gemaakt, 1687 42, 11 | Daardoor vermenigvuldigt Hij u. Er is niets aan Hem gelijk 1688 42, 11 | niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende. ~ 1689 42, 12 | de hemelen en de aarde. Hij vergroot en bekrimpt de 1690 42, 12 | de voorziening voor wie Hij wil. Hij heeft voorzeker 1691 42, 12 | voorziening voor wie Hij wil. Hij heeft voorzeker kennis van 1692 42, 13 | 13. Hij schreef u dezelfde godsdienst 1693 42, 13 | dezelfde godsdienst voor, die Hij aan Noach oplegden en die 1694 42, 13 | Allah kiest voor Zich wie Hij wil en leidt hem die zich ( 1695 42, 19 | tegenover Zijn dienaren. Hij zorgt voor wie Hij wil. 1696 42, 19 | dienaren. Hij zorgt voor wie Hij wil. Hij is de Sterke, de 1697 42, 19 | zorgt voor wie Hij wil. Hij is de Sterke, de Machtige. ~ 1698 42, 20 | geven Wij daarvan, maar hij zal in het Hiernamaals geen 1699 42, 23 | liefde van verwanten." En hij die het goede verricht zullen 1700 42, 24 | 24. Zeggen zij: "Hij heeft een leugen over Allah 1701 42, 24 | Als Allah het wilde kon Hij uw hart verzegelen. Maar 1702 42, 24 | woord bevestigen. Voorzeker, Hij weet wat in de harten is. ~ 1703 42, 25 | 25. Hij Die berouw aanvaardt van 1704 42, 25 | en (hun) zonden vergeeft. Hij weet wat gij doet. ~ 1705 42, 26 | 26. En Hij verhoort de gelovigen die 1706 42, 27 | verderf hebben veroorzaakt: Hij zendt echter met mate neder 1707 42, 27 | echter met mate neder zoals Hij dat wil. Hij kent en ziet 1708 42, 27 | neder zoals Hij dat wil. Hij kent en ziet Zijn dienaren 1709 42, 28 | 28. Hij is het, Die regen nederzendt 1710 42, 28 | daaraan gewanhoopt heeft. Hij is de Beschermer, de Geprezene. ~ 1711 42, 29 | en der levende wezens die Hij daarin heeft verspreid. 1712 42, 29 | daarin heeft verspreid. En Hij heeft macht hen te verzamelen 1713 42, 29 | hen te verzamelen wanneer Hij wil. ~ 1714 42, 30 | handen hebben gewrocht. Doch Hij vergeeft vele dingen. ~ 1715 42, 33 | 33. Als Hij wil kan Hij de wind stillen 1716 42, 33 | 33. Als Hij wil kan Hij de wind stillen zodat zij 1717 42, 34 | 34. Of Hij kan ze vernietigen: wegens 1718 42, 34 | mensen) verdienen - maar Hij vergeeft veel. - ~ 1719 42, 40 | rust bij Allah. Voorzeker, Hij houdt niet van de onrechtvaardigen. ~ 1720 42, 43 | 43. En hij die geduldig is en vergeeft, - 1721 42, 44 | 44. Hij die Allah laat dwalen, zal 1722 42, 48 | barmhartigheid betuigen, verheugt hij zich er in. Maar indien 1723 42, 49 | der hemelen en der aarde. Hij schept wat Hij wil. Hij 1724 42, 49 | der aarde. Hij schept wat Hij wil. Hij schenkt vrouwelijke 1725 42, 49 | Hij schept wat Hij wil. Hij schenkt vrouwelijke en mannelijke 1726 42, 49 | mannelijke kinderen aan wie Hij wil. ~ 1727 42, 50 | 50. Of Hij mengt ze, mannelijk en vrouwelijk 1728 42, 50 | mannelijk en vrouwelijk en Hij maakt onvruchtbaar wie Hij 1729 42, 50 | Hij maakt onvruchtbaar wie Hij wil. Voorwaar, Hij is Alwetend, 1730 42, 50 | onvruchtbaar wie Hij wil. Voorwaar, Hij is Alwetend, Almachtig. ~ 1731 42, 51 | Zijn gebod te openbaren wat Hij wil. Voorwaar, Hij is de 1732 42, 51 | openbaren wat Hij wil. Voorwaar, Hij is de Verhevene, de Alwijze. ~ 1733 43, 16 | 16. Heeft Hij uit de wezens die Hij schiep 1734 43, 16 | Heeft Hij uit de wezens die Hij schiep dochters genomen 1735 43, 17 | wordt gegeven van hetgeen hij over de Barmhartige vertelt, 1736 43, 17 | Barmhartige vertelt, is hij toornig en wordt zijn gelaat 1737 43, 27 | 27. Doch Hij, Die mij schiep zal mij 1738 43, 28 | 28. En Hij maakte dit een blijvende 1739 43, 37 | rechte weg af, en toch denkt hij dat hij juist geleid wordt. ~ 1740 43, 37 | af, en toch denkt hij dat hij juist geleid wordt. ~ 1741 43, 38 | iemand bij Ons komt, zegt hij tegen zijn metgezel: "O, 1742 43, 46 | Pharao en zijn leiders, en hij zeide: "Ik ben waarlijk 1743 43, 47 | 47. Maar toen hij met Onze tekenen tot hen 1744 43, 49 | overeenkomstig het verdrag dat Hij met u heeft gesloten, wij 1745 43, 54 | 54. Zo maakte hij zijn volk tot dwazen en 1746 43, 58 | Zijn onze goden beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot 1747 43, 59 | 59. Hij (Jezus) is niets dan een 1748 43, 62 | niet verleiden. Voorzeker, hij is voor u een openlijke 1749 43, 63 | duidelijke bewijzen kwam, zeide hij: "Waarlijk ik ben met wijsheid 1750 43, 84 | 84. En Hij is God in de hemel en op 1751 43, 84 | de hemel en op aarde en Hij is de Alwijze, de Alwetende, ~ 1752 43, 85 | 85. En zalig is Hij, Wie het Koninkrijk der 1753 43, 86 | tot bemiddeling, behalve hij, die de Waarheid getuigt; 1754 44, 6 | barmhartigheid van uw Heer; waarlijk, Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 1755 44, 8 | Er is geen God naast Hem. Hij doet leven en sterven, uw 1756 44, 14 | hem afgewend zeggende: "Hij is (door mensen) onderwezen, 1757 44, 22 | 22. Toen bad hij tot zijn Heer: "Dit is inderdaad 1758 44, 31 | 31. Door Pharao: want hij was trots en één der buitensporigen. 1759 44, 42 | genadig zal zijn. Voorwaar, Hij is de Almachtige, de Genadevolle. ~ 1760 44, 56 | smaken na de eerste dood. En Hij heeft hen voor de straf 1761 45, 4 | alle medeschepselen, die Hij verspreidt (over de aarde), 1762 45, 5 | hemel nederzendt waardoor Hij de aarde doet herleven na 1763 45, 8 | minachtend ze trotseert alsof hij ze niet hoorde. - Geef hem 1764 45, 9 | 9. En die, wanneer hij van Onze tekenen kennis 1765 45, 12 | 12. Allah is Hij, Die de zee in uw dienst 1766 45, 13 | 13. En Hij heeft alles van Hem afkomstig 1767 45, 14 | moeten vergeven, zodat Hij Zelf het volk moge vergelden 1768 45, 23 | wiens oren en wiens hart Hij heeft verzegeld en op wiens 1769 45, 23 | verzegeld en op wiens ogen Hij een sluier heeft gelegd? 1770 45, 26 | doet sterven, daarna zal Hij u tezamen verzamelen op 1771 45, 37 | hemelen en op aarde: en Hij is de Machtige, de Alwijze. ~~ 1772 46, 5 | is verder afgedwaald dan hij die buiten Allah (afgoden) 1773 46, 8 | 8. Zeggen zij: "Hij heeft dit verzonnen," Zeg: " 1774 46, 8 | tegen Allah niets baten. Hij weet het beste, wat gij 1775 46, 8 | wat gij daaromtrent zegt. Hij is voldoende als Getuige 1776 46, 8 | Getuige tussen u en mij. Hij is de Vergevensgezinde, 1777 46, 10 | 10. "Ziet, indien hij van Allah is en gij hem 1778 46, 10 | van een aan hem gelijke en hij geloofde (in hem) maar gij 1779 46, 15 | in beslag totdat, wanneer hij zijn volle kracht bereikt 1780 46, 15 | en veertig jaren wordt, hij zegt: "Mijn Heer, stel mij 1781 46, 17 | van Allah is waar." Maar hij (de zoon) zegt: "Dit zijn 1782 46, 21 | de broeder van Aad, toen hij zijn volk in de zandheuvels 1783 46, 23 | 23. Hij zeide: "De kennis daarvan 1784 46, 31 | verkondiger en geloof in hem. Hij (God) zal u uw zonden vergeven 1785 46, 32 | niet ontvluchten, noch kan hij een enkele beschermer naast 1786 46, 33 | herleven? Ja, inderdaad, Hij heeft macht over alle dingen. ~ 1787 46, 34 | Ja zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Ondergaat dan 1788 47, 1 | weg afleiden, hun werk zal Hij vruchteloos maken. ~ 1789 47, 2 | hun Heer - hun fouten zal Hij van hen wegnemen en hun 1790 47, 4 | indien Allah wilde, had Hij hen Zelf kunnen bestraffen. 1791 47, 4 | kunnen bestraffen. Doch Hij wilde sommigen uwer door 1792 47, 4 | worden gedood, hun werken zal Hij zeker niet vruchteloos maken. ~ 1793 47, 5 | 5. Hij zal hen leiden en hun toestand 1794 47, 6 | hen in het paradijs, dat Hij hun heeft bekend gemaakt, 1795 47, 7 | zaak van Allah steunt zal Hij u helpen en standvastig 1796 47, 8 | ongelovigen wacht vernietiging en Hij zal hun werken vruchteloos 1797 47, 9 | geopenbaard, haten, daarom maakte Hij hun werken vruchteloos. ~ 1798 47, 16 | kennis is gegeven: "Wat zeide hij zo juist?" Allah heeft hun 1799 47, 17 | leiding volgen vermeerdert Hij de leiding en schenkt hun 1800 47, 23 | Allah heeft vervloekt, zodat Hij hen doof heeft gemaakt en 1801 47, 28 | Hem behaagt, daarom heeft Hij hun werken vruchteloos gemaakt. ~ 1802 47, 32 | stellig niet schaden doch Hij zal hun werken vruchteloos 1803 47, 35 | hebben. Allah is met u en Hij zal uw daden niet teniet 1804 47, 36 | gelooft en (God) vreest, zal Hij u belonen en zal u niet 1805 47, 37 | 37. Want indien Hij dit van u zou vragen en 1806 47, 37 | zoudt gij vrekkig worden en Hij zou uw boosaardigheden aan 1807 47, 38 | de Waarheid) afwendt, zal Hij een ander volk in uw plaats 1808 48, 2 | zonden moge behoeden en dat Hij Zijn gunst aan u moge vervolmaken 1809 48, 4 | 4. Hij is het, Die rust in het 1810 48, 5 | 5. Zodat Hij de gelovige mannen en vrouwen 1811 48, 6 | 6. En dat Hij de huichelaars en huichelaarsters 1812 48, 6 | de toorn van Allah komen. Hij heeft hen vervloekt en de 1813 48, 10 | belofte aan Allah vervult, Hij zal hem een grote beloning 1814 48, 11 | baten tegen Allah indien Hij voor u voordeel of nadeel 1815 48, 14 | der hemelen en der aarde. Hij vergeeft en straft wie Hij 1816 48, 14 | Hij vergeeft en straft wie Hij wil. En Allah is Vergevensgezind, 1817 48, 16 | gij voorheen deedt, zal Hij u door een pijnlijke straf 1818 48, 17 | boodschapper gehoorzaamt, hem zal Hij in tuinen toelaten waar 1819 48, 17 | wie zich omkeert, hem zal Hij door een smartelijke straf 1820 48, 18 | de boom trouw zwoeren en Hij wist wat in hun hart was 1821 48, 18 | wist wat in hun hart was en Hij zond op hen kalmte neder 1822 48, 18 | zond op hen kalmte neder en Hij beloonde hen met een spoedige 1823 48, 20 | beloofd die gij moogt nemen en Hij heeft u deze voorlopig gegeven 1824 48, 20 | voor de gelovigen en dat Hij u op het rechte pad moge 1825 48, 24 | 24. En Hij is het, Die in het dal van 1826 48, 24 | handen van hen afhield, nadat Hij u de overwinning over hen 1827 48, 25 | zonder dat gij het wist, (zou Hij u hebben toegestaan te vechten, 1828 48, 25 | toegestaan te vechten, maar Hij deed dat niet) opdat Hij 1829 48, 25 | Hij deed dat niet) opdat Hij in Zijn barmhartigheid zou 1830 48, 25 | barmhartigheid zou opnemen wie Hij wil. Als zij gescheiden 1831 48, 27 | geschoren zonder vrees. Dus Hij wist wat u onbekend was 1832 48, 27 | wist wat u onbekend was en Hij heeft u hiervoor een nabijzijnde 1833 48, 28 | 28. Hij is het, Die Zijn boodschapper 1834 48, 28 | Waarheid heeft gezonden, opdat Hij hem moge doen zegevieren 1835 49, 1 | maar vreest Allah. Voorwaar Hij is Alhorend, Alwetend. ~ 1836 49, 7 | van Allah onder u is; als hij in verschillende opzichten 1837 49, 14 | boodschapper gehoorzaamt, zal Hij u van uw goede daden niets 1838 49, 16 | geloof doen weten, terwijl Hij weet wat in de hemelen en 1839 49, 17 | een gunst bewezen doordat Hij u tot het geloof heeft geleid 1840 50, 18 | 18. Hij uit geen woord of er is 1841 50, 27 | hem niet opstandig maar hij was te ver afgedwaald." ~ 1842 51, 25 | zeiden: "Vrede", antwoordde hij: "Vrede". Hij zeide (bij 1843 51, 25 | antwoordde hij: "Vrede". Hij zeide (bij zichzelven): " 1844 51, 26 | 26. Maar hij ging rustig naar zijn gezin 1845 51, 27 | En plaatste het voor hen. Hij zeide: "Wilt gij niet eten?" ~ 1846 51, 28 | 28. Daarop begon hij hen te vrezen. Zij zeiden: " 1847 51, 30 | zeiden zij. "Voorzeker, Hij is de Alwijze, de Alwetende." ~ 1848 51, 40 | hen in de zee, waardoor hij zelfverwijt kreeg. ~ 1849 51, 42 | 42. Deze liet van hetgeen hij teisterde niets over of 1850 51, 42 | teisterde niets over of hij maakte het als as, ~ 1851 52, 28 | te aanbidden. Voorzeker, Hij is de Goede, de Genadevolle. ~ 1852 52, 30 | 30. Zeggen zij: "Hij is een dichter en wij wachten 1853 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen"? - 1854 52, 39 | 39. Heeft Hij (Allah) dochters terwijl 1855 53, 3 | 3. Noch spreekt hij naar eigen begeerte. ~ 1856 53, 5 | 5. Hij, die grote macht heeft, 1857 53, 6 | Die kracht bezit. Zo is hij volmaakt geworden ~ 1858 53, 7 | 7. En hij staat aan de hoogste horizon. ~ 1859 53, 8 | 8. Hij naderde en kwam steeds nader. ~ 1860 53, 10 | 10. En Hij (Allah) openbaarde aan Zijn 1861 53, 10 | aan Zijn dienaar hetgeen Hij wilde openbaren. ~ 1862 53, 12 | redetwisten over hetgeen hij heeft gezien? ~ 1863 53, 13 | 13. En voorzeker, hij zag hem ook bij een andere 1864 53, 18 | 18. Voorwaar, hij zag de grote tekenen van 1865 53, 24 | Krijgt de mens alles waarnaar hij verlangt? ~ 1866 53, 26 | verlof heeft gegeven aan wie Hij wil en wie Hem behaagt. ~ 1867 53, 30 | van Zijn pad afdwaalt en Hij kent het beste degene die 1868 53, 31 | hetgeen op aarde is, opdat Hij degenen die slecht deden 1869 53, 32 | Alomvattende Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde 1870 53, 32 | uzelf niet om reinheid. Hij kent de godvruchtigen het 1871 53, 35 | 35. Bezit hij de kennis van het onzichtbare, 1872 53, 35 | van het onzichtbare, zodat hij kan zien? ~ 1873 53, 39 | krijgen dan hetgeen waarnaar hij streeft. ~ 1874 53, 41 | 41. Dan zal hij er volledig voor worden 1875 53, 43 | 43. En dat Hij het is, Die doet lachen 1876 53, 44 | 44. En dat Hij het is, Die de dood veroorzaakt 1877 53, 45 | 45. En dat Hij de twee echtgenoten schept, 1878 53, 48 | 48. En dat Hij het is Die voldoening en 1879 53, 49 | 49. En dat Hij de Heer van Sirius is. ~ 1880 53, 50 | 50. En dat Hij de oude (stam van Aad) vernietigde ~ 1881 53, 51 | 51. En Samoed, en Hij spaarde (hen) niet, ~ 1882 53, 53 | 53. En Hij bracht de verwoeste steden 1883 54, 9 | zeiden: "Een waanzinnige." En hij werd verdreven. ~ 1884 54, 10 | 10. Daarom bad hij tot zijn Heer: "Ik ben gewis 1885 54, 25 | hem alleen gegeven? Neen, hij is een grote leugenaar en 1886 55, 3 | 3. Hij heeft de mens geschapen ~ 1887 55, 7 | 7. Hij heeft de hemel hoog er boven 1888 55, 10 | 10. En Hij heeft de aarde voor Zijn 1889 55, 14 | 14. Hij schiep de mens uit droge 1890 55, 15 | 15. En Hij schiep de djinn uit de vlam 1891 55, 19 | 19. Hij heeft de twee zeeën gescheiden, 1892 55, 29 | gunsten) af. Elk dag toont Hij een andere Heerlijkheid. ~ 1893 56, 88 | 88. Als hij nu behoort tot degenen, 1894 56, 90 | 90. En indien hij behoort tot degenen aan 1895 56, 92 | 92. Maar als hij behoort tot de dwalenden 1896 57, 1 | is, verheerlijkt Allah; Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 1897 57, 2 | der hemelen en der aarde. Hij doet sterven en leven en 1898 57, 2 | doet sterven en leven en Hij heeft macht over alle dingen. ~ 1899 57, 3 | 3. Hij is de Eerste en de Laatste, 1900 57, 3 | Manifesterende en de Verborgene, en Hij heeft kennis van alle dingen. ~ 1901 57, 4 | 4. Hij is het Die de hemelen en 1902 57, 4 | dagen schiep; daarna zette Hij zich op de Troon neder. 1903 57, 4 | zich op de Troon neder. Hij weet wat de aarde ingaat 1904 57, 4 | wat er naar toe opstijgt. Hij is met u waar gij ook zijn 1905 57, 6 | 6. Hij laat de nacht in de dag 1906 57, 6 | en de dag in de nacht: en Hij is de Kenner van het innerlijk. ~ 1907 57, 7 | weg van datgene waarvan Hij u erfgenamen heeft gemaakt. 1908 57, 8 | in uw Heer te geloven en Hij een verbond met u heeft 1909 57, 9 | 9. Hij is het Die duidelijke tekenen 1910 57, 11 | een goede lening sluit - Hij zal deze voor hem vermenigvuldigen 1911 57, 21 | is de genade van Allah. Hij schenkt deze aan wie Hij 1912 57, 21 | Hij schenkt deze aan wie Hij wil en Allah is de Heer 1913 57, 23 | noch juichen over hetgeen Hij u heeft gegeven, want Allah 1914 57, 28 | gelooft in Zijn boodschapper. Hij zal u een dubbel aandeel 1915 57, 28 | waarin gij wandelen zult en Hij zal u vergeven: - Voorwaar, 1916 57, 29 | genade is in Allah's handen, Hij geeft deze aan wie Hij wil. 1917 57, 29 | Hij geeft deze aan wie Hij wil. En Allah is de Heer 1918 58, 6 | tezamen zal opwekken, zal Hij hun over alles wat zij deden, 1919 58, 7 | drie (personen) zonder dat Hij de vierde is, noch van vijf, 1920 58, 7 | noch van vijf, zonder dat Hij de zesde is, noch van minder 1921 58, 7 | noch van meer, zonder dat Hij met hen is, waar zij ook 1922 58, 7 | ook mogen zijn. Dan zal Hij hun op de Dag der Opstanding 1923 58, 10 | alleen uit van Satan, opdat hij verdriet moge veroorzaken 1924 58, 22 | geloof heeft ingegrift en die Hij gesterkt heeft met Zijn 1925 58, 22 | heeft met Zijn Geest. En Hij zal hen toelaten in tuinen 1926 59, 1 | verheerlijkt Allah; en Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 1927 59, 2 | 2. Hij is het Die de ongelovigen 1928 59, 3 | voorgeschreven had, zou Hij hen zeker in deze wereld ( 1929 59, 4 | boodschapper tegenwerkten - en hij die Allah tegenwerkt - waarlijk, 1930 59, 5 | Allah's toelating, opdat Hij de overtreders mocht vernederen. ~ 1931 59, 6 | Zijn boodschappers over wie Hij wil. En Allah heeft macht 1932 59, 7 | geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt 1933 59, 9 | vrekkigheid wordt behoed, hij is voorzeker geslaagd. ~ 1934 59, 16 | Evenals Satan, wanneer hij tegen de mens zegt: "Verwerp ( 1935 59, 16 | deze haar verwerpt zegt hij: "Ik heb niets met u uitstaande, 1936 59, 19 | die Allah vergaten, zodat Hij hun hun eigen ziel heeft 1937 59, 22 | 22. Hij is Allah, naast Wie er geen 1938 59, 22 | onzienlijke en het zienlijke, Hij is de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1939 59, 23 | 23. Hij is Allah, naast Wie er geen 1940 59, 24 | 24. Hij is Allah, de Schepper, de 1941 59, 24 | Schepper, de Maker, de Vormer. Hij heeft de schoonste namen. 1942 59, 24 | aarde is verheerlijkt Hem en Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~~ 1943 60, 3 | der Opstanding iets baten. Hij zal over u beslissen. En 1944 60, 10 | is het gebod van Allah. Hij spreekt recht over u. En 1945 61, 1 | bevindt, verheerlijkt Allah; Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 1946 61, 6 | zal Ahmad zijn." En als hij tot hen komen zal met duidelijke 1947 61, 7 | is onrechtvaardiger dan hij die leugen over Allah verzint, 1948 61, 7 | over Allah verzint, terwijl hij opgeroepen wordt tot de 1949 61, 9 | 9. Hij is het Die Zijn boodschapper 1950 61, 9 | godsdienst der Waarheid, opdat hij deze moge doen zegevieren 1951 61, 12 | 12. Hij zal u uw zonden vergeven 1952 62, 2 | 2. Hij is het Die onder de ongeletterden 1953 62, 3 | nog niet hebben ontmoet. Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 1954 62, 4 | Dat is Allah's genade, Hij schenkt haar aan wie Hij 1955 62, 4 | Hij schenkt haar aan wie Hij wil; en Allah is de Heer 1956 62, 8 | teruggebracht worden, en Hij zal u inlichten over hetgeen 1957 64, 1 | Koninkrijk en de Lof, want Hij heeft macht over alle dingen. ~ 1958 64, 2 | 2. Hij is het Die u geschapen heeft; 1959 64, 3 | 3. Hij schiep de hemelen en de 1960 64, 3 | de aarde in waarheid, en Hij heeft u gevormd en een schone 1961 64, 4 | 4. Hij weet wat in de hemelen en 1962 64, 4 | hemelen en op aarde is, Hij weet wat gij verbergt en 1963 64, 9 | 9. Wanneer Hij u voor de Dag der Verzameling 1964 64, 9 | onthulling der gebreken zijn. En hij die gelooft in Allah en 1965 64, 9 | en recht doet, - hem zal Hij zuiveren van zijn fouten 1966 64, 9 | zuiveren van zijn fouten en Hij zal hun tot tuinen toegang 1967 64, 11 | wie in Allah gelooft, - Hij leidt zijn hart. - En Allah 1968 64, 13 | Allah! Er is geen God dan Hij; laat de gelovigen daarom 1969 64, 17 | lening met Allah sluit, zal Hij deze voor u vermenigvuldigen 1970 64, 17 | voor u vermenigvuldigen en Hij zal u vergeven; want Allah 1971 65, 2 | hem die Allah vreest, zal Hij een uitweg bereiden. ~ 1972 65, 3 | 3. En Hij zal hem onderhouden vanwaar 1973 65, 3 | volbrengt Zijn voornemen, Hij heeft voor alles een maatstaf 1974 65, 4 | degenen die Allah vrezen, zal Hij van het nodige voorzien 1975 65, 5 | het bevel van Allah dat Hij u heeft geopenbaard. En 1976 65, 5 | Allah vreest, van hem zal Hij zijn fouten wegnemen en 1977 65, 7 | 7. Laat hij die overvloed heeft geven 1978 65, 7 | zijn overvloed. En laat hij wiens middelen beperkt zijn, 1979 65, 7 | geen ziel boven hetgeen Hij haar heeft gegeven. Allah 1980 65, 11 | Allah voordraagt, opdat hij degenen die geloven en goede 1981 65, 11 | gelooft en goed doet, hem zal Hij in tuinen toelaten waar 1982 65, 12 | 12. Allah is Hij Die de zeven hemelen schiep, 1983 66, 2 | Allah is uw Beschermer en Hij is Alwetend, Alwijs. ~ 1984 66, 3 | deelde Allah hem dit mede. Hij maakte een deel er van bekend 1985 66, 3 | een deel ervan. En toen hij het haar vertelde, zeide 1986 66, 3 | gaf u hiervan kennis? " Hij zeide: "De Alwetende, de 1987 66, 5 | 5. Indien hij van u scheidt, is het mogelijk 1988 66, 6 | ongehoorzaam zijn in hetgeen Hij hun beveelt, en volvoeren 1989 67, 1 | 1. Gezegend is Hij in Wiens hand het Koninkrijk 1990 67, 2 | leven heeft ingesteld, opdat Hij u moge beproeven wie onder 1991 67, 2 | zich het beste gedraagt; en Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde. ~ 1992 67, 3 | 3. Hij Die de zeven hemelen opeenvolgend 1993 67, 13 | verbergt of openbaar maakt, Hij weet, wat in (uw) binnenste 1994 67, 14 | 14. Zou Hij Die schiep niet alles weten? 1995 67, 14 | schiep niet alles weten? Hij is Aldoordringend, Alkennend. ~ 1996 67, 15 | 15. Hij is het Die de aarde aan 1997 67, 16 | Die in de Hemel is, dat Hij u niet zal doen verzwelgen 1998 67, 17 | Die in de Hemel is, dat Hij niet tegen u een orkaan 1999 67, 19 | houdt ze tegen, waarlijk, Hij ziet alle dingen. ~ 2000 67, 21 | voor u wil zorgen indien Hij Zijn voorziening terughoudt?


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2188

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License