Sura, Verse
1 2, 54 | gij hebt uzelf onrecht aangedaan door het kalf te aanvaarden:
2 2, 233| moeder zal geen leed worden aangedaan wegens haar kind, noch zal
3 2, 233| zal de vader leed worden aangedaan wegens zijn kind en hetzelfde
4 2, 272| zal geen onrecht worden aangedaan. ~
5 2, 279| noch zal u onrecht worden aangedaan. ~
6 2, 281| onrecht zal hen niet worden aangedaan. ~
7 2, 282| getuigen mag geen leed worden aangedaan. En indien gij zulks doet,
8 3, 25 | geen onrecht zal worden aangedaan.
9 3, 117| dat zichzelf onrecht heeft aangedaan en deze vernietigt. En Allah
10 3, 117| Allah had hun geen onrecht aangedaan, maar zij doen zichzelf
11 3, 161| hun geen onrecht worden aangedaan. ~
12 3, 165| hadt het dubbele er van aangedaan (aan uw vijanden) - zegt
13 4, 49 | het minste onrecht worden aangedaan. ~
14 4, 64 | hun ziel onrecht hadden aangedaan en Allah om vergiffenis
15 4, 77 | het minste onrecht worden aangedaan. ~
16 4, 124| geringste onrecht worden aangedaan. ~
17 4, 148| iemand, die onrecht wordt aangedaan; en Allah is Alhorend, Alwetend. ~
18 6, 160| zal geen onrecht worden aangedaan. ~
19 7, 23 | wij hebben onszelf onrecht aangedaan en als Gij ons niet vergeeft
20 8, 60 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
21 10, 47 | en hun wordt geen onrecht aangedaan. ~
22 10, 54 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
23 16, 41 | verlaten, nadat hun onrecht was aangedaan, Wij zullen hun voorzeker
24 16, 111| zal geen onrecht worden aangedaan. ~
25 16, 126| naar mate u onrecht werd aangedaan; maar als gij geduld toont
26 17, 71 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
27 21, 47 | opzicht onrecht zal worden aangedaan. En al was het slechts het
28 21, 59 | Wie heeft dit onze Goden aangedaan? Voorwaar, hij moet een
29 21, 62 | Hebt gij dit onze Goden aangedaan, o Abraham?" ~
30 22, 39 | wordt, omdat hun onrecht is aangedaan, voorzeker Allah heeft de
31 22, 60 | mate waarin hem onrecht is aangedaan en men doet hem dan opnieuw
32 23, 62 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
33 26, 227| verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan, maar de onrechtvaardigen
34 27, 44 | mijn ziel inderdaad onrecht aangedaan; en ik onderwerp mij met
35 28, 28 | mij geen onrecht worden aangedaan; en Allah is Getuige van
36 36, 54 | geen ziel onrecht worden aangedaan, noch zult gij worden beloond,
37 38, 22 | ene de ander onrecht heeft aangedaan; spreek daarom recht tussen
38 38, 24 | Voorzeker, hij heeft u onrecht aangedaan door uw ooi te eisen naast
39 39, 69 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
40 42, 41 | verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan. ~
41 45, 22 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
42 46, 19 | zal geen onrecht worden aangedaan. ~
|