Sura, Verse
1 2, 68 | make, wat voor een koe dit moet zijn." Hij antwoordde: "
2 2, 68 | Hij zegt, dat het een koe moet zijn, noch oud, noch jong,
3 2, 178| verleend door zijn broeder, dan moet de eis billijk zijn, en
4 2, 178| billijk zijn, en betaling moet hem worden gedaan met goedheid.
5 2, 196| kwaal in het hoofd heeft, moet een losprijs geven, óf door
6 2, 196| wanneer gij veilig zijt, moet hij die gebruik maakt van
7 2, 215| rijkdom gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste
8 2, 241| 241. En er moet voor de gescheiden vrouwen
9 2, 282| optekenen en geen schrijver moet weigeren, te schrijven,
10 2, 282| schuldenaar dicteren en hij moet Allah, zijn Heer vrezen
11 3, 83 | willens of onwillens aan Hem moet onderwerpen? En tot Hem
12 4, 64 | geen boodschapper of hij moet worden gehoorzaamd volgens
13 4, 92 | gelovige bij vergissing doodt moet een gelovige slaaf bevrijden
14 4, 92 | en een gelovige is, dan moet (de overtreder) een gelovige
15 4, 92 | gij een verbond hebt, dan moet een bloedgeld aan zijn familie
16 4, 92 | Maar wie er geen vindt, moet twee maanden achtereenvolgens
17 4, 127| gij de wezen rechtvaardig moet behandelen. En welke weldaad
18 4, 176| hij heeft een zuster, dan moet zij de helft van hetgeen
19 5, 95 | hetwelk als offer naar de Kaba moet worden gebracht; of hij
20 5, 95 | worden gebracht; of hij moet als boetedoening (een aantal)
21 7, 93 | gaf u oprechte raad. Hoe moet ik dan om een ongelovig
22 12, 10 | niet, maar als gij iets moet doen werpt hem dan op de
23 17, 61 | behalve Iblies. Hij zeide: "Moet ik mij ter aarde werpen
24 18, 60 | twee zeeën heb bereikt, al moet ik eeuwenlang voortgaan;" ~
25 20, 71 | daartoe verlof geef? Hij moet uw meester zijn die u in
26 21, 59 | aangedaan? Voorwaar, hij moet een boosdoener zijn." ~
27 21, 112| de Barmhartige Wiens hulp moet worden ingeroepen tegen
28 24, 31 | hetgeen ervan zichtbaar moet zijn, en dat zij haar hoofddoeken
29 29, 57 | 57. Elk mens moet de dood ondergaan, daarna
30 33, 37 | gescheiden. Allah's gebod moet worden nageleefd. ~
31 33, 38 | 38. Er moet voor de profeet geen bezwaar
32 43, 77 | Deze zal antwoorden: "Gij moet blijven." ~
33 54, 28 | elke drinkbeurt in acht moet worden genomen. ~
34 58, 4 | En wie dat niet doen kan, moet zestig arme mensen voeden.
35 75, 28 | weet hij dat hij scheiden moet. ~
36 77, 7 | Voorwaar, hetgeen u is beloofd moet gebeuren. ~
37 79, 7 | Hierop zal volgen, wat volgen moet. ~
38 81, 21 | 21. Die gehoorzaamd moet worden en vertrouwenswaardig
39 84, 6 | worden gezegd) "O mens, gij moet ijverig naar uw Heer streven,
40 92, 19 | gunst bewezen waarvoor hij moet worden beloond. ~
|