Sura, Verse
1 2, 41 | vervullende datgene, wat gij reeds bezit en weest niet de eersten,
2 2, 93 | oplegt, zo gij al enig geloof bezit". ~
3 2, 195| 195. En besteedt uw bezit voor de zaak van Allah en
4 3, 130| eindeloze vermeerdering (van bezit) en vreest Allah, opdat
5 4, 24 | uitzondering van haar, die gij bezit. Dit is een gebod van Allah
6 4, 24 | door middel van wat gij bezit haar behoorlijk te huwen
7 4, 25 | huwen, hij huwe hetgeen gij bezit, namelijk gelovige slavinnen.
8 5, 50 | dat zekerheid van geloof bezit? ~
9 6, 50 | ik de schatten van Allah bezit, noch dat ik het onzienlijke
10 6, 97 | aan een volk, dat kennis bezit. ~
11 9, 20 | woonplaatsen verhuizen en met hun bezit en met hun persoon voor
12 9, 41 | of zwaar, streeft met uw bezit en uw persoon voor de zaak
13 9, 44 | van het strijden met hun bezit en hun persoon. Allah kent
14 9, 88 | met hem, strijden met hun bezit en hun persoon en zij zijn
15 11, 17 | duidelijk bewijs van zijn Heer bezit en wie een groot getuige
16 11, 31 | En ik zeg u niet: 'Ik bezit de schatten van Allah',
17 11, 46 | waarvan gij geen kennis bezit. Ik geef u raad om niet
18 13, 43 | die kennis van het Boek bezit zijn toereikend als getuigen
19 16, 71 | Hij bevoordeelde geven hun bezit niet aan hun ondergeschikten,
20 17, 36 | waarvan gij geen kennis bezit. Voorwaar, het oor, oog
21 18, 34 | ben rijker dan gij, aan bezit en in getal." ~
22 19, 74 | verdelgd, die een groter bezit hadden en een beter uiterlijk! ~
23 23, 6 | hetgeen hun rechterhand bezit, want dan treft hen geen
24 23, 53 | verheugt zich over hetgeen zij bezit. ~
25 24, 61 | waarvan gij de sleutel in uw bezit hebt, of in het huis van
26 27, 79 | in Allah; voorzeker gij bezit de duidelijke Waarheid. ~
27 30, 39 | zoekend, dezen zullen hun bezit vermeerderd zien. ~
28 31, 34 | Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Hij
29 33, 50 | degenen die uw rechterhand bezit van haar, die Allah u als
30 33, 50 | degenen die hun rechterhand bezit, hebben verordend, opdat
31 47, 36 | zal u niet om uw (gehele) bezit vragen. ~
32 53, 6 | 6. Die kracht bezit. Zo is hij volmaakt geworden ~
33 53, 35 | 35. Bezit hij de kennis van het onzichtbare,
34 58, 12 | reiner. Maar als gij niets bezit dan is Allah Vergevensgezind,
35 60, 11 | 11. En als enig bezit door uw vrouwen van u overgaat
36 61, 11 | de zaak van Allah met uw bezit en uw persoon strijdt. Dat
37 68, 14 | hij rijkdommen en kinderen bezit. ~
38 71, 21 | en volgen iemand wiens bezit en kinderen slechts tot
39 74, 12 | Ik heb hem overvloedig bezit gegeven. ~
40 102, 5 | de zekerheid van kennis bezit - ~
|