Sura, Verse

 1   2, 133|      God aanbidden, de God uwer vaderen, Abraham, Ismaël en Izaäk,
 2   2, 170|    datgene volgen, wat wij onze vaderen zagen volgen". Zelfs al
 3   2, 170|    volgen". Zelfs al hadden hun vaderen in het geheel geen verstand
 4   2, 200|         dan Allah, zoals gij uw vaderen gedenkt en zelfs meer dan
 5   5, 104|         datgene waarin wij onze vaderen zagen geloven, voldoende."
 6   5, 104|    voldoende." Zelfs indien hun vaderen niets wisten en geen leiding
 7   6, 87 |                  87. En van hun vaderen en hun kinderen en hun broederen
 8   6, 91 | onderwezen, hetgeen gij noch uw vaderen wisten?" - Zeg: "Allah".
 9   6, 148|     gewild hadden wij noch onze vaderen afgoderij bedreven, noch
10   7, 28 |        zij: "Wij zagen dit onze vaderen doen en Allah heeft het
11   7, 70 |  aanbidden en de goden die onze vaderen aanbaden zullen verlaten?
12   7, 71 |        hebt genoemd - gij en uw vaderen - waarvoor Allah geen gezag
13   7, 95 |       en geluk wedervoeren onze vaderen ook." Dan grepen Wij hen
14   7, 173|           Het waren alleen onze vaderen die afgoderij bedreven en
15  10, 78 |   afwenden van hetgeen wij onze vaderen zagen volgen zodat er voor
16  11, 62 |   datgene te aanbidden wat onze vaderen aanbaden? En wij zijn voorzeker
17  11, 87 |     gebed, dat wij hetgeen onze vaderen aanbaden, zouden verlaten
18  11, 109|    aanbidden slechts, zoals hun vaderen voorheen aanbaden en Wij
19  12, 38 |     volg de godsdienst van mijn vaderen, Abraham, Izaak en Jacob.
20  12, 40 |      hebt uitgedacht, gij en uw vaderen; Allah heeft daar geen gezag
21  13, 23 |          Zij en degenen van hun vaderen en hun echtgenoten en hun
22  14, 10 |       te maken van hetgeen onze vaderen aanbaden. Brengt ons daarom
23  16, 35 |         aanbeden, wij noch onze vaderen; noch zouden wij iets buiten
24  18, 5  |       er geen kennis van en hun vaderen evenmin. Erg is het woord,
25  21, 44 |     hebben deze (mensen) en hun vaderen een voorziening gegeven
26  21, 53 |       zij: "Wij vonden dat onze vaderen deze aanbaden." ~
27  21, 54 |    zeide: "Voorwaar, gij met uw vaderen verkeert in duidelijke dwaling." ~
28  25, 18 |        maar Gij hebt hen en hun vaderen doen genieten totdat zij
29  26, 74 |        Maar wij vonden dat onze vaderen hetzelfde deden." ~
30  27, 67 |         wij wanneer wij en onze vaderen tot stof zijn geworden inderdaad
31  31, 21 |     datgene volgen wat wij onze vaderen zagen volgen." Zelfs al
32  34, 43 |       man, die u van hetgeen uw vaderen aanbaden, wenst af te leiden."
33  36, 6  |         moogt waarschuwen welks vaderen niet zijn gewaarschuwd en
34  43, 22 |         zeggen: "Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen en
35  43, 23 |         zeiden: "Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen, en
36  43, 24 |      brengen dan hetgeen gij uw vaderen hebt zien volgen?" Zij zeiden: "
37  43, 29 |  Waarlijk, Ik liet dezen en hun vaderen in welvaart leven totdat
38  45, 25 |      tegenwerping: "Brengt onze vaderen terug, als gij de waarheid
39  53, 23 |     uitgedacht hebt - gij en uw vaderen - waarvoor Allah geen gezag