Sura, Verse
1 2, 31 | namen, indien gij in uw recht staat." ~
2 2, 53 | onderscheids, opdat gij recht geleid zoudt worden. ~
3 2, 159| vervloekt en zij die het recht hebben te vervloeken, vervloeken
4 2, 228| haar echtgenoten hebben het recht, haar (intussen) terug te
5 2, 247| regeren, terwijl wij meer recht op heerschappij hebben dan
6 4, 58 | te geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer
7 4, 60 | geopenbaard? Zij wensen recht te zoeken bij de opstandigen
8 5, 42 | dingen. Indien zij tot u om recht komen, spreek recht tussen
9 5, 42 | u om recht komen, spreek recht tussen hen of wend u van
10 5, 44 | profeten die gehoorzaam waren recht spraken voor de Joden en
11 5, 45 | wonden. En hij, die van het recht hierop afziet, dit zal een
12 5, 49 | 49. En spreek recht tussen hen naar hetgeen
13 5, 116| kunnen zeggen, waarop ik geen recht had. Indien ik het had gezegd
14 6, 80 | omtrent Allah, terwijl Hij mij recht heeft geleid? En ik vrees
15 6, 82 | zullen hebben want zij zijn recht geleid. ~
16 6, 117| en Hij kent degenen, die recht geleid zijn. ~
17 6, 140| afgedwaald - noch kunnen zij recht geleid worden. ~
18 7, 30 | genomen en zij denken dat zij recht geleid zijn. ~
19 7, 158| gelooft en volgt hem opdat gij recht geleid moogt worden." ~
20 11, 79 | Gij weet wel, dat wij geen recht hebben op uw dochters en
21 11, 87 | zijt inderdaad verstandig, recht geleid." ~
22 17, 33 | verklaard, tenzij het met recht geschiedt. En wie onrechtvaardig
23 19, 43 | pad leiden dat effen en recht is." ~
24 20, 108| de oproeper volgen, die recht op zijn doel afgaat; alle
25 23, 100| 100. Opdat ik recht doe in hetgeen ik heb achtergelaten." (
26 24, 48 | opdat hij over hen moge recht spreken, ziet! een deel
27 24, 49 | 49. Maar indien het recht aan hun zijde was, dan zouden
28 24, 51 | opdat Hij over hen moge recht spreken, zeggen zij slechts: "
29 25, 68 | heeft verboden, tenzij met recht, noch overspel plegen; en
30 33, 37 | mensen terwijl Allah er meer recht op heeft dat gij Hem zoudt
31 38, 22 | aangedaan; spreek daarom recht tussen ons in waarheid en
32 38, 26 | aangewezen, spreek daarom recht over de mensen naar waarheid
33 40, 48 | heeft nu over Zijn dienaren recht gesproken." ~
34 48, 26 | nakomen. En zij hadden er recht op en waren het waardig.
35 55, 9 | Houdt de weegschaal naar recht en doet aan de maat niet
36 60, 10 | gebod van Allah. Hij spreekt recht over u. En Allah is Alwetend,
37 60, 12 | zullen zijn aan u in wat recht is, neem dan haar trouw
38 64, 9 | die gelooft in Allah en recht doet, - hem zal Hij zuiveren
39 78, 38 | die alleen zal spreken wat recht is. ~
|