1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2162
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1501 28, 50 | 50. Maar als zij u niet antwoorden, weet dan
1502 28, 55 | Aan ons onze werken en aan u uw werken. Vrede zij met
1503 28, 55 | uw werken. Vrede zij met u. Wij zoeken de onwetenden
1504 28, 57 | Als wij de leiding met u zouden volgen, zouden wij
1505 28, 60 | 60. En wat u gegeven is dient slechts
1506 28, 62 | Mijn deelgenoten die gij u beweerdet te zijn?" ~
1507 28, 63 | betuigen onze onschuld aan U. Wij waren het niet die
1508 28, 71 | als Allah de nacht over u doet voortduren tot de Dag
1509 28, 71 | God is er naast Allah die u een licht kan brengen? Wilt
1510 28, 72 | mij, als Allah de dag voor u doet voortduren tot de Dag
1511 28, 72 | is er dan naast Allah die u een nacht kan brengen waarin
1512 28, 73 | dat Hij nacht en dag voor u heeft ingesteld opdat gij
1513 28, 74 | Mijn mededingers, die gij u placht te verbeelden?"
1514 28, 77 | zoek door hetgeen Allah u heeft gegeven het tehuis
1515 28, 77 | aan anderen) zoals Allah u goed gedaan heeft; en schep
1516 28, 80 | was gegeven, zeiden: "Wee u, de beloning van Allah is
1517 28, 85 | verkondiging van de Koran u oplegde, zal u tot de plaats
1518 28, 85 | de Koran u oplegde, zal u tot de plaats van terugkeer
1519 28, 86 | het Boek (de Koran) aan u zou worden geopenbaard;
1520 28, 87 | 87. En laten zij u niet afwenden van de woorden
1521 28, 87 | van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; en roep
1522 29, 8 | en indien zij trachten u er toe te brengen dat gij
1523 29, 8 | uw terugkeer, en Ik zal u vertellen wat gij deedt. ~
1524 29, 10 | Voorzeker, wij waren met U." Weet Allah niet het best
1525 29, 16 | vrees Hem. Dat zal voor u het beste zijn indien gij
1526 29, 18 | andere geslachten vóór u verloochenden ook. En op
1527 29, 25 | Allah slechts afgoden voor u gekozen terwille van vriendschap
1528 29, 28 | onder het mensdom ooit vóór u heeft begaan.
1529 29, 33 | treur. Voorzeker, wij zullen u en uw familie redden, behalve
1530 29, 45 | 45. Verkondig hetgeen u in het Boek is geopenbaard,
1531 29, 46 | is geopenbaard en hetgeen u is geopenbaard; en onze
1532 29, 47 | 47. En aldus hebben Wij u het Boek nedergezonden en
1533 29, 51 | genoeg voor hen dat Wij u het Boek hebben geopenbaard
1534 29, 52 | voldoende als Getuige tussen u en mij. Hij weet alles wat
1535 29, 53 | 53. Zij vragen u de straf te verhaasten;
1536 29, 54 | 54. Zij vragen u de straf te verhaasten;
1537 29, 60 | Allah zorgt voor hen en voor u, en Hij is de Alhorende,
1538 30, 20 | tekenen behoort, dat Hij u uit stof schiep; en ziet!
1539 30, 21 | midden echtgenoten voor u schiep, opdat gij er rust
1540 30, 21 | liefde en tederheid onder u geplaatst. Daarin zijn zeker
1541 30, 24 | behoort eveneens dat Hij u de bliksem toont als vrees
1542 30, 25 | gebod. Dan, wanneer Hij u eenmaal van de aarde zal
1543 30, 28 | deelgenoten in hetgeen waarvan Wij u hebben voorzien, zodat gij
1544 30, 31 | 31. U tot Hem bekerende, vreest
1545 30, 34 | hebben geschonken. Vermaakt u dan voor een wijle, maar
1546 30, 40 | 40. Hij is Allah, Die u schept en dan voor u zorgt
1547 30, 40 | Die u schept en dan voor u zorgt en daarna doet Hij
1548 30, 40 | zorgt en daarna doet Hij u sterven en dan zal Hij u
1549 30, 40 | u sterven en dan zal Hij u doen herleven. Is er een
1550 30, 46 | vooruitzichten zendt, opdat Hij u Zijn genade moge doen smaken,
1551 30, 47 | zonden boodschappers vóór u naar hun volkeren. Zij brachten
1552 30, 52 | roep doen horen wanneer zij u hun rug toekeren, ~
1553 30, 54 | 54. Het is Allah, Die u in een staat van zwakheid
1554 30, 60 | die geen zekerheid hebben u niet doen wankelen. ~~
1555 31, 10 | geschapen zonder enige voor u zichtbare pilaren en Hij
1556 31, 10 | opdat zij niet beven met u, en Hij heeft er allerlei
1557 31, 15 | indien (uw ouders) trachten u iets met Mij te doen vereenzelvigen,
1558 31, 15 | Mij terugkeren en Ik zal u inlichten over hetgeen gij
1559 31, 17 | en verdraag geduldig wat u ook overkome. Dit is een
1560 31, 20 | Zijn gunsten rijkelijk aan u heeft geschonken, zowel
1561 31, 23 | geloven, laat hun ongeloof u niet verdrieten. Tot Ons
1562 31, 31 | gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen?
1563 31, 33 | daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat
1564 31, 33 | noch laat de Verleider u omtrent Allah bedriegen. ~
1565 32, 3 | waarschuwen onder hetwelk vóór u geen waarschuwer is geweest,
1566 32, 9 | Zijn geest in. En Hij gaf u oren, ogen en hart. Maar
1567 32, 14 | Voorzeker nu hebben Wij u vergeten. Ondergaat de duurzame
1568 32, 30 | 30. Wend u daarom van hen af, en wacht;
1569 33, 2 | 2. Volg hetgeen u is geopenbaard van uw Heer.
1570 33, 5 | en er is geen zonde voor u in datgene waarin gij u
1571 33, 5 | u in datgene waarin gij u vergist, maar wel in hetgeen
1572 33, 7 | een verbond sloten: met u, met Noach, Abraham, Mozes,
1573 33, 9 | gij die gelooft, herinnert u Allah's gunst, aan u bewezen,
1574 33, 9 | herinnert u Allah's gunst, aan u bewezen, toen er legers
1575 33, 9 | bewezen, toen er legers tegen u opkwamen en Wij tegen hen
1576 33, 10 | 10. Toen zij over u kwamen van boven en van
1577 33, 16 | 16. Zeg: "Vlucht zal u stellig geen voordeel brengen
1578 33, 17 | 17. Zeg: "Wie is het, die u tegen Allah kan beschermen
1579 33, 17 | kan beschermen indien Hij u met kwaad wil treffen of
1580 33, 18 | Allah kent degenen onder u die de mensen tegenhouden,
1581 33, 19 | terughoudend in hun hulp voor u. Maar als het gevaar komt,
1582 33, 19 | komt, ziet gij hen naar u kijken met rollende ogen
1583 33, 19 | weggevaagd, treffen zij u met hun scherpe tong door
1584 33, 20 | willen zijn, nieuws over u vragende. En als zij onder
1585 33, 20 | vragende. En als zij onder u waren, zouden zij weinig
1586 33, 27 | 27. En Hij deed u hun land, huizen en hun
1587 33, 28 | wenst, komt dan, ik zal u een geschenk geven en u
1588 33, 28 | u een geschenk geven en u op een grootmoedige manier
1589 33, 29 | waarlijk voor degenen onder u die goed doen, een grote
1590 33, 30 | profeet! Als iemand onder u schuldig is aan een openbaar
1591 33, 31 | 31. Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschapper
1592 33, 33 | wenst alleen onreinheid van u te verwijderen, en u schoon
1593 33, 33 | van u te verwijderen, en u schoon en zuiver te maken. ~
1594 33, 34 | 34. En herinnert u de woorden van Allah en
1595 33, 37 | 37. En herinnert u, toen gij tot hem, wie Allah
1596 33, 37 | zeidet: "Behoud uw vrouw voor u en vrees Allah." Gij verborgt
1597 33, 37 | verenigden Wij haar met u in de echt, opdat er voor
1598 33, 43 | 43. Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelen
1599 33, 43 | engelen doen dit, opdat Hij u van de duisternissen tot
1600 33, 45 | O, profeet. Wij hebben u als getuige, drager van
1601 33, 50 | profeet, Wij hebben voor u uw vrouwen wettig gemaakt,
1602 33, 50 | bezit van haar, die Allah u als een oorlogsbuit heeft
1603 33, 50 | van moederszijde die met u emigreerden, en elke gelovige
1604 33, 50 | huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen.
1605 33, 50 | verordend, opdat er geen blaam u aankleve. Allah is Vergevensgezind,
1606 33, 51 | verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt, er rust
1607 33, 51 | wilt, er rust geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt
1608 33, 51 | haar terugneemt van wie gij u afzijdig hebt gehouden.
1609 33, 52 | 52. Het is u hierna niet toegestaan vrouwen
1610 33, 52 | ruilen, zelfs al behaagt u haar schoonheid, met uitzondering
1611 33, 53 | profeet; hij is verlegen voor u, maar Allah aarzelt niet
1612 33, 53 | en haar hart. En het past u niet de boodschapper van
1613 33, 60 | niet ophouden, zullen Wij u zeker tegen hen in beweging
1614 33, 63 | 63. De mensen vragen u over het Uur. Zeg: "De kennis
1615 33, 71 | zal uw werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven.
1616 33, 71 | werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven. En wie
1617 34, 3 | onzichtbare, het zal beslist over u komen!" Voor Hem is niets
1618 34, 6 | gegeven, zien, dat alles wat u van uw Heer is geopenbaard,
1619 34, 7 | ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen die u
1620 34, 7 | u een man aanwijzen die u meedeelt dat wanneer gij
1621 34, 11 | 11. Zeggende: "Maak u maliënkolders van volle
1622 34, 24 | 24. Zeg: "Wie geeft u uw levensonderhoud van de
1623 34, 28 | 28. En Wij hebben u slechts gezonden als een
1624 34, 30 | 30. Antwoord: "Er is voor u een vastgestelde tijd, gij
1625 34, 32 | zeggen: "Waren wij het die u van de leiding afwendden,
1626 34, 32 | afwendden, nadat zij tot u was gekomen? Neen, gij draagt
1627 34, 37 | noch uw kinderen kunnen u tot Onze nabijheid brengen,
1628 34, 40 | zeggen: "Plachten dezen u te aanbidden?" ~
1629 34, 41 | antwoorden: "Glorie zij U! Gij zijt onze Vriend, niet
1630 34, 43 | is slechts een man, die u van hetgeen uw vaderen aanbaden,
1631 34, 44 | hun een waarschuwer vóór u. ~
1632 34, 46 | 46. Zeg: "Ik raad u aan slechts één ding te
1633 34, 46 | metgezel is; hij is voor u slechts een waarschuwer
1634 34, 47 | Zeg: "Welk loon ik ook van u vraag, dat is voor u. Mijn
1635 34, 47 | van u vraag, dat is voor u. Mijn loon is bij Allah;
1636 35, 3 | 3. O mensen, herinnert u de gunst van Allah jegens
1637 35, 3 | de gunst van Allah jegens u. Is er een andere Schepper
1638 35, 3 | Schepper buiten Allah die u levensonderhoud geeft van
1639 35, 4 | 4. En indien zij u verloochenen (bedenk dan)
1640 35, 4 | dat de boodschappers vóór u ook werden verloochend;
1641 35, 5 | het tegenwoordige leven u daarom niet misleiden, noch
1642 35, 5 | laat de aarts-bedrieger u van Allah afleiden. ~
1643 35, 6 | Satan is een vijand van u, behandelt hem daarom als
1644 35, 11 | 11. Allah schiep u uit stof, dan uit een levenskiem,
1645 35, 11 | levenskiem, daarna maakte Hij u tot paren. En geen vrouw
1646 35, 14 | uw roep horen, zullen zij u niet kunnen antwoorden.
1647 35, 14 | afgoderij verwerpen. Niemand kan u (omtrent de waarheid) inlichten
1648 35, 16 | Als Hij het wilde, zou Hij u kunnen wegnemen en een nieuwe
1649 35, 24 | 24. Voorwaar, Wij hebben u met de Waarheid gezonden
1650 35, 25 | 25. Indien dezen u verloochenen, verloochenden
1651 35, 31 | 31. En hetgeen Wij u hebben geopenbaard van het
1652 35, 37 | antwoorden): "Gaven Wij u niet een leven, lang genoeg
1653 35, 37 | kwam een waarschuwer tot u. Ondergaat daarom de straf,
1654 35, 39 | 39. Hij is het, Die u tot stedehouders op aarde
1655 36, 14 | Waarlijk, wij zijn tot u gezonden." ~
1656 36, 15 | en de Barmhartige heeft u niets geopenbaard; gij liegt
1657 36, 16 | weet dat wij inderdaad tot u zijn gezonden. ~
1658 36, 18 | Waarlijk, wij beschouwen u als een slecht voorteken;
1659 36, 18 | niet ophoudt, zullen wij u gewis stenigen en een pijnlijke
1660 36, 18 | zal zeker onzerzijds over u komen." ~
1661 36, 19 | antwoordden: "Uw onheil is bij u. Zegt gij dit omdat gij
1662 36, 21 | 21. Volg hen, die van u geen beloning vragen en
1663 36, 45 | hen wordt gezegd: "Behoedt u tegen hetgeen vóór u is
1664 36, 45 | Behoedt u tegen hetgeen vóór u is en hetgeen achter u is,
1665 36, 45 | vóór u is en hetgeen achter u is, opdat u barmhartigheid
1666 36, 45 | hetgeen achter u is, opdat u barmhartigheid moge worden
1667 36, 47 | Besteedt van hetgeen Allah u heeft geschonken," zeggen
1668 36, 59 | Hij zal zeggen): "Houdt u op deze dag terzijde, o
1669 36, 60 | 60. "Gelastte Ik u niet, o gij kinderen van
1670 36, 60 | een openlijke vijand van u is, ~
1671 36, 76 | Laat daarom hun spraak u niet verdrieten. Voorwaar,
1672 36, 80 | uit een groene boom voor u vuur voortbrengt, en ziet,
1673 37, 12 | 12. Neen, gij verwondert u en zij spotten. ~
1674 37, 25 | 25. "Wat scheelt u dat gij elkander niet helpt?" ~
1675 37, 30 | wij hadden geen macht over u, maar gij waart een overtredend
1676 37, 32 | 32. En wij deden u dwalen omdat wij zelf in
1677 37, 92 | 92. Wat scheelt u, dat gij niet spreekt?" ~
1678 37, 96 | 96. Terwijl Allah u en uw handwerk heeft geschapen?" ~
1679 37, 102| een droom gezien, dat ik u heb te offeren. Zie, wat
1680 37, 102| O mijn vader doe zoals u bevolen is, gij zult mij,
1681 37, 154| 154. Wat scheelt u? Hoe oordeelt gij? ~
1682 37, 174| 174. Wend u daarom voor een wijle van
1683 37, 178| 178. Wend u daarom voor een wijle van
1684 38, 6 | zeggen: "Gaat voort en houdt u aan uw Goden. Dit is voorzeker
1685 38, 21 | verhaal van de tegenstanders u bereikt? Hoe zij over de
1686 38, 24 | zeide: "Voorzeker, hij heeft u onrecht aangedaan door uw
1687 38, 26 | zeiden): "O David, Wij hebben u als stedehouder op aarde
1688 38, 26 | niet, anders zullen zij u van de weg van Allah afleiden."
1689 38, 29 | 29. Het Boek dat Wij aan u hebben geopenbaard is vol
1690 38, 31 | 31. Herinnert u, toen er renpaarden van
1691 38, 41 | 41. Herinnert u Onze dienaar Job, toen hij
1692 38, 42 | aan, hier is koel water om u er mee te wassen en ook
1693 38, 53 | 53. Dit is hetgeen u beloofd is voor de Dag des
1694 38, 59 | volgelingen die er samen met u ingestort zal worden. (Zij
1695 38, 68 | 68. Doch gij wendt u er van af. ~
1696 38, 72 | geest heb ingeademd, werpt u dan in gehoorzaamheid voor
1697 38, 75 | zeide: "O Iblies, wat heeft u verhinderd te buigen voor
1698 38, 78 | 78. En Mijn vloek zal op u rusten tot de Dag des Oordeels." ~
1699 38, 80 | 80. God zeide: "U wordt uitstel verleend, ~
1700 38, 85 | Dat Ik de hel zeker met u en allen die u volgen, zal
1701 38, 85 | zeker met u en allen die u volgen, zal vullen." ~
1702 38, 86 | 86. Zeg: "Ik vraag u er geen loon voor, noch
1703 38, 86 | loon voor, noch breng ik u in moeilijkheden. ~
1704 39, 2 | 2. Voorwaar, Wij hebben u het Boek met waarheid geopenbaard;
1705 39, 6 | 6. Hij schiep u uit één ziel, dan maakte
1706 39, 6 | echtgenoten; en Hij zond voor u acht stuks vee in paren
1707 39, 6 | paren neder. Hij vormde u in de baarmoeder van uw
1708 39, 7 | zeker onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van
1709 39, 7 | dankbaar zijt, zal Hij in u behagen hebben - En geen
1710 39, 7 | tot uw Heer: en Hij zal u mededelen wat gij deedt.
1711 39, 36 | dienaar? En zij trachten u te doen vrezen voor hen (
1712 39, 41 | 41. Voorwaar, Wij hebben u ten bate der mensen het
1713 39, 53 | mijn dienaren die tegen u zelf buitensporig zijt geweest,
1714 39, 54 | 54. "Wendt u tot uw Heer en onderwerpt
1715 39, 54 | tot uw Heer en onderwerpt u aan Hem voordat de straf
1716 39, 54 | Hem voordat de straf over u komt, want dan zult gij
1717 39, 55 | En volgt het beste dat u geopenbaard is door uw Heer
1718 39, 55 | de straf onverwachts over u komt terwijl gij het (naderen
1719 39, 59 | Mijn tekenen kwamen tot u, doch gij verloochendet
1720 39, 65 | 65. En voorwaar, aan u zoals aan hen die vóór u
1721 39, 65 | u zoals aan hen die vóór u waren, is geopenbaard: "
1722 39, 71 | boodschappers van uit uw midden tot u, de tekenen van uw Heer
1723 39, 71 | uw Heer verkondigende en u waarschuwende voor de komst
1724 39, 73 | tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat
1725 40, 4 | bedrijvigheid in het land u niet bedriegen. ~
1726 40, 13 | 13. Hij is het Die u Zijn tekenen toont en voorziening
1727 40, 13 | toont en voorziening voor u van de hemel nederzendt;
1728 40, 28 | Allah'; terwijl hij tot u gekomen is met duidelijke
1729 40, 28 | van datgene, waarmee hij u bedreigt, u overkomen. Voorzeker,
1730 40, 28 | waarmee hij u bedreigt, u overkomen. Voorzeker, Allah
1731 40, 29 | Pharao zeide: "Ik wijs u alleen dat aan wat ik zelf
1732 40, 29 | wat ik zelf zie en ik leid u slechts naar het pad der
1733 40, 30 | mijn volk, ik vrees voor u een gebeurtenis zoals op
1734 40, 32 | mijn volk, ik vrees voor u de Dag van het geweeklaag. ~
1735 40, 33 | 33. Een Dag waarop gij u zult afwenden om te vluchten.
1736 40, 34 | voordien kwam Jozef tot u met duidelijke tekenen,
1737 40, 34 | twijfeles aan hetgeen hij u bracht doch toen hij stierf
1738 40, 38 | mijn volk, volg mij, ik zal u op het pad van leiding voeren. ~
1739 40, 41 | hoe komt het toch dat ik u tot redding roep en gij
1740 40, 42 | geen kennis heb. En ik roep u tot de Almachtige, de Vergevensgezinde." ~
1741 40, 44 | 44. Weldra zult gij u herinneren wat ik u zeg.
1742 40, 44 | gij u herinneren wat ik u zeg. En ik vertrouw mijn
1743 40, 50 | uw boodschappers niet tot u met duidelijke bewijzen?"
1744 40, 61 | Degene Die de nacht voor u aanwees opdat gij er in
1745 40, 61 | moogt rusten en de dag om u licht te geven. Voorwaar,
1746 40, 64 | is het, Die de aarde voor u als een rustplaats heeft
1747 40, 64 | hemelen als gewelf, Die u gevormd heeft en u een schone
1748 40, 64 | Die u gevormd heeft en u een schone vorm heeft gegeven
1749 40, 64 | schone vorm heeft gegeven en u van goede dingen heeft voorzien.
1750 40, 67 | 67. Hij is het Die u uit stof schiep, dan uit
1751 40, 67 | bloed, vervolgens brengt Hij u voort als een kind, dan
1752 40, 67 | eerder, en anderen onder u zullen een vastgestelde
1753 40, 77 | belofte is zeker waar. Of Wij u de straf waarmede Wij hen
1754 40, 77 | bedreigen gedeeltelijk tonen of u (vóór dien) doen sterven,
1755 40, 78 | zonden boodschappers vóór u, sommigen van hen hebben
1756 40, 79 | 79. Het is Allah, Die u vee heeft gegeven, opdat
1757 40, 81 | 81. En Hij toont u Zijn tekenen; welke van
1758 41, 5 | doofheid in onze oren en tussen u en ons is een scherm. Daarom
1759 41, 13 | zeg dan: "Ik waarschuw u voor een bliksemstraal,
1760 41, 21 | spreken. En Hij is het Die u de eerste keer schiep en
1761 41, 22 | Gij waart niet in staat u te verschuilen, opdat uw
1762 41, 22 | huiden geen getuigenis tegen u zouden afleggen, maar gij
1763 41, 23 | 23. En deze gedachte van u, die gij over uw Heer koesterdet,
1764 41, 23 | uw Heer koesterdet, heeft u tot verderf gebracht, daarom
1765 41, 30 | noch treurt; maar verheugt u over het paradijs dat u
1766 41, 30 | u over het paradijs dat u wordt beloofd. ~
1767 41, 36 | een ophitsing van Satan u treft, zoek dan toevlucht
1768 41, 37 | de maan; derhalve werpt u niet neder voor de zon of
1769 41, 37 | zon of de maan maar werpt u neder voor Allah Die hen
1770 41, 43 | 43. Er is niets tot u gezegd behalve het geen
1771 41, 43 | aan de boodschappers vóór u was gezegd. Uw Heer is de
1772 41, 47 | antwoorden: "Wij verklaren U, dat niemand van ons getuige
1773 41, 52 | 52. Zeg: "Bedenkt u: Als dit (de Koran) van
1774 42, 3 | de Machtige, de Wijze aan u en aan degenen die vóór
1775 42, 3 | en aan degenen die vóór u waren, geopenbaard. ~
1776 42, 7 | 7. Zo hebben Wij u de Koran in het Arabisch
1777 42, 11 | en der aarde. Hij heeft u tot paren gemaakt, evenals
1778 42, 11 | Daardoor vermenigvuldigt Hij u. Er is niets aan Hem gelijk
1779 42, 13 | 13. Hij schreef u dezelfde godsdienst voor,
1780 42, 13 | en die Wij bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham,
1781 42, 15 | En wees standvastig zoals u is geboden en volg hun slechte
1782 42, 15 | geboden rechtvaardig tegenover u te handelen. Allah is onze
1783 42, 15 | Aan ons onze werken en aan u uw werken. Laat er geen
1784 42, 15 | Laat er geen twist tussen u en ons bestaan. Allah zal
1785 42, 23 | tijdingen geeft. Zeg: "Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking),
1786 42, 30 | 30. Welke ramp u ook overkomt, het is door
1787 42, 36 | 36. Wat u is gegeven is slechts een
1788 42, 47 | Op die Dag zal er voor u geen toevlucht zijn, noch
1789 42, 48 | zich afwenden hebben Wij u niet als wachter over hen
1790 42, 52 | 52. En zo hebben Wij u een woord door ons gebod
1791 43, 5 | 5. Zullen Wij u dit dan niet in herinnering
1792 43, 10 | 10. Die de aarde voor u als wieg heeft gemaakt en
1793 43, 12 | alles in paren schiep en u schepen heeft gegeven en
1794 43, 16 | schiep dochters genomen en u met zonen geëerd? ~
1795 43, 23 | waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken hiervan zeiden: "
1796 43, 24 | boodschappers) zeiden: "Hoewel wij u een betere leiding brengen
1797 43, 38 | metgezel: "O, ware er tussen u en mij een afstand van het
1798 43, 39 | onrechtvaardig handeldet, zal het u heden niet baten dat gij
1799 43, 41 | 41. En indien Wij u wegnemen (uit hun midden)
1800 43, 42 | 42. En indien Wij u datgene tonen waarmede Wij
1801 43, 43 | 43. Houd u daarom vast aan hetgeen
1802 43, 43 | daarom vast aan hetgeen u is geopenbaard; gij zijt
1803 43, 44 | Waarlijk, het is een eer voor u en voor uw volk en gij zult
1804 43, 45 | boodschappers die Wij vóór u zonden: "Stelden wij naast
1805 43, 49 | het verdrag dat Hij met u heeft gesloten, wij zullen
1806 43, 58 | beter?" Zij zeggen dit tot u alleen om te twisten. Waarlijk
1807 43, 62 | 62. En laat Satan u niet verleiden. Voorzeker,
1808 43, 62 | Voorzeker, hij is voor u een openlijke vijand. ~
1809 43, 63 | ik ben met wijsheid tot u gekomen opdat ik u iets
1810 43, 63 | wijsheid tot u gekomen opdat ik u iets van hetgeen waarover
1811 43, 68 | vrees zal op deze Dag over u komen noch zult gij treuren. ~
1812 43, 72 | 72. Dit is de Tuin, die u is gegeven (als beloning)
1813 43, 73 | overvloed van fruit voor u waarvan gij kunt eten." ~
1814 43, 78 | 78. Wij brachten u zeker de Waarheid maar de
1815 43, 89 | 89. Wend u dan van hen af en zeg: "
1816 44, 18 | Allah, voorwaar, ik ben voor u een betrouwbare Boodschapper. ~
1817 44, 19 | 19. En verheft u niet tegen Allah. Zeker,
1818 44, 19 | Allah. Zeker, ik kom tot u met duidelijk gezag. ~
1819 45, 6 | die wij naar waarheid aan u voordragen. In welk woord
1820 45, 13 | hemelen en op aarde aan u onderworpen. Daarin zijn
1821 45, 18 | 18. Dan hebben Wij u (o Mohammed) een duidelijke
1822 45, 19 | 19. Voorwaar, zij zullen u niets tegen Allah baten.
1823 45, 26 | Zeg: "Het is Allah, Die u leven geeft en u daarna
1824 45, 26 | Allah, Die u leven geeft en u daarna doet sterven, daarna
1825 45, 26 | sterven, daarna zal Hij u tezamen verzamelen op de
1826 45, 29 | Ons Boek: het spreekt tot u; met waarheid. Wij hebben
1827 45, 31 | Werden Mijn woorden niet aan u voorgedragen? Doch gij waart
1828 45, 34 | gezegd: "Deze Dag zullen Wij u vergeten zoals gij de ontmoeting
1829 45, 35 | heeft het leven der wereld u misleid." Daarom zullen
1830 46, 8 | voldoende als Getuige tussen u en mij. Hij is de Vergevensgezinde,
1831 46, 9 | boodschapper, noch weet ik wat met u of mij zal geschieden. Ik
1832 46, 15 | het goede moge doen, dat U behaagt. En laat mijn nakomelingen
1833 46, 15 | rechtvaardig zijn. Ik wend mij tot U: en waarlijk, ik behoor
1834 46, 17 | tot Allah om hulp: "Wee u! Geloof: want de belofte
1835 46, 21 | straf van een grote Dag voor u." ~
1836 46, 23 | waarmede ik ben gezonden aan u over, maar ik zie dat gij
1837 46, 26 | gevestigd in hetgeen waarin Wij u niet hebben gevestigd en
1838 46, 29 | aantal van de djinn naar u deden komen, die de Koran
1839 46, 29 | te horen en, toen zij bij u kwamen, zeiden zij: "Weest
1840 46, 31 | geloof in hem. Hij (God) zal u uw zonden vergeven en u
1841 46, 31 | u uw zonden vergeven en u voor een pjinlijke straf
1842 46, 35 | De verkondiging is aan u en niemand wordt vernietigd
1843 47, 7 | van Allah steunt zal Hij u helpen en standvastig doen
1844 47, 13 | sterker waren dan de stad die u heeft uitgedreven, hebben
1845 47, 16 | onder hen luisteren naar u doch wanneer zij van u weggaan,
1846 47, 16 | naar u doch wanneer zij van u weggaan, zeggen zij tot
1847 47, 20 | hart een ziekte is naar u zien kijken als iemand die
1848 47, 22 | Zult gij dan niet door u af te wenden verderf in
1849 47, 26 | geopenbaard, zeggen: "Wij willen u in sommige zaken gehoorzamen."
1850 47, 30 | hen (de huichelaars) aan u tonen, zodat gij hen aan
1851 47, 31 | 31. En Wij zullen u zeker beproeven totdat Wij
1852 47, 31 | totdat Wij diegenen onder u onderscheiden die ijverig
1853 47, 31 | Wij zullen uw feiten aan u openbaar maken. ~
1854 47, 35 | overhand hebben. Allah is met u en Hij zal uw daden niet
1855 47, 36 | en (God) vreest, zal Hij u belonen en zal u niet om
1856 47, 36 | zal Hij u belonen en zal u niet om uw (gehele) bezit
1857 47, 37 | Want indien Hij dit van u zou vragen en er op zou
1858 47, 38 | maar er zijn sommigen onder u die vrekkig zijn. En wie
1859 47, 38 | nooddruftig. En indien gij u (van de Waarheid) afwendt,
1860 48, 1 | 1. Voorwaar, Wij hebben u een klaarblijkelijke overwinning
1861 48, 2 | 2. Zodat Allah u tegen uw voorafgaande en
1862 48, 2 | voorafgaande en toekomstige (aan u toegeschrevene) zonden moge
1863 48, 2 | en dat Hij Zijn gunst aan u moge vervolmaken en u op
1864 48, 2 | aan u moge vervolmaken en u op het juiste pad moge leiden, ~
1865 48, 3 | 3. En dat Allah u met een machtige hulp moge
1866 48, 8 | 8. Wij hebben u als getuige en drager van
1867 48, 10 | 10. Voorwaar, zij die u trouw zweren, zweren trouw
1868 48, 11 | achterbleven, zullen tot u zeggen: "Onze bezittingen
1869 48, 11 | hielden ons bezig (zodat wij u niet konden helpen); vraag
1870 48, 11 | hun hart is. Zeg: "Wie kan u iets baten tegen Allah indien
1871 48, 11 | tegen Allah indien Hij voor u voordeel of nadeel beoogt?"
1872 48, 15 | kunt maken: "Sta ons toe u te volgen." Zij wensen de
1873 48, 16 | gij gehoorzaamt, zal Allah u een goede beloning geven,
1874 48, 16 | beloning geven, maar indien gij u omkeert zoals gij voorheen
1875 48, 16 | voorheen deedt, zal Hij u door een pijnlijke straf
1876 48, 18 | gelovigen welgevallen, toen zij u onder de boom trouw zwoeren
1877 48, 20 | 20. Allah heeft u een grote buit beloofd die
1878 48, 20 | moogt nemen en Hij heeft u deze voorlopig gegeven en
1879 48, 20 | handen der vijanden van u weerhouden opdat het een
1880 48, 20 | de gelovigen en dat Hij u op het rechte pad moge leiden. ~
1881 48, 22 | 22. Indien de ongelovigen u bestrijden zullen zij u
1882 48, 22 | u bestrijden zullen zij u zeker de rug toekeren; daarbij
1883 48, 24 | van Makka hun handen van u en uw handen van hen afhield,
1884 48, 24 | van hen afhield, nadat Hij u de overwinning over hen
1885 48, 25 | het die niet geloofden en u van de Heilige Moskee afhielden
1886 48, 25 | wegens hen een blaam aan u kon hebben gekleefd zonder
1887 48, 25 | dat gij het wist, (zou Hij u hebben toegestaan te vechten,
1888 48, 27 | vrees. Dus Hij wist wat u onbekend was en Hij heeft
1889 48, 27 | onbekend was en Hij heeft u hiervoor een nabijzijnde
1890 49, 4 | buiten de huizen uit naar u schreeuwen - de meesten
1891 49, 6 | indien een slecht persoon u nieuws brengt, onderzoekt
1892 49, 7 | boodsehapper van Allah onder u is; als hij in verschillende
1893 49, 10 | weest godvruchtig opdat u barmhartigheid moge worden
1894 49, 12 | elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode
1895 49, 13 | O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen
1896 49, 13 | geschapen en Wij hebben u tot volkeren en stammen
1897 49, 13 | de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij
1898 49, 14 | boodschapper gehoorzaamt, zal Hij u van uw goede daden niets
1899 49, 17 | achten het een gunst voor u dat zij de Islam hebben
1900 49, 17 | voor mij. Neen, Allah heeft u een gunst bewezen doordat
1901 49, 17 | gunst bewezen doordat Hij u tot het geloof heeft geleid
1902 50, 22 | hebben Wij uw sluier van u weggenomen en uw oog ziet
1903 50, 28 | tegenwoordigheid, terwijl Ik u de waarschuwing vooraf heb
1904 51, 5 | 5. Voorzeker, hetgeen u is beloofd, is waar, ~
1905 51, 22 | uw onderhoud en hetgeen u is beloofd. ~
1906 51, 24 | Abrahams geeerde gasten u bereikt? ~
1907 51, 43 | hen werd gezegd: "Vermaakt u voor een wijle." ~
1908 51, 50 | 50. Haast u daarom tot Allah. Waarlijk
1909 51, 50 | Allah. Waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer
1910 51, 51 | Allah, waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer
1911 51, 54 | 54. Wend u daarom van hen af en u zal
1912 51, 54 | Wend u daarom van hen af en u zal niets worden verweten. ~
1913 52, 16 | daarin; en het zal voor u hetzelfde zijn, of gij geduld
1914 52, 16 | geduld of ongeduld toont. U is slechts vergolden voor
1915 52, 20 | 20. (U) op tronen nedervlijend
1916 52, 31 | Wacht! Ik wacht ook met u." ~
1917 52, 42 | zij een plan smeden (tegen u)? Maar de ongelovigen zullen
1918 53, 21 | 21. "Zijn voor u de mannelijke wezens en
1919 53, 29 | 29. Wend u daarom van hem af die zich
1920 53, 32 | Alomvattende Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde deed
1921 53, 32 | Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde deed ontstaan
1922 53, 59 | 59. Verwondert gij u dan over deze aankondiging? ~
1923 53, 62 | 62. Werpt u voor Allah neder en aanbidt (
1924 54, 6 | 6. Wend u daarom van hen af. De Dag
1925 55, 31 | Wij zullen spoedig met u afrekenen, o gij twee volkeren! ~
1926 55, 35 | en gesmolten koper tegen u worden gezonden en gij zult
1927 55, 35 | worden gezonden en gij zult u niet kunnen verweren. ~
1928 56, 57 | 57. Wij schiepen u, maar waarom wildet gij
1929 56, 60 | Wij hebben de dood onder u verordend en Wij kunnen
1930 56, 61 | uw plaats te stellen en u in een toestand te brengen
1931 56, 91 | Dan luidt het "Vrede zij u" van degenen aan de rechter
1932 57, 4 | toe opstijgt. Hij is met u waar gij ook zijn moogt,
1933 57, 7 | van datgene waarvan Hij u erfgenamen heeft gemaakt.
1934 57, 7 | heeft gemaakt. En zij onder u die geloven en besteden (
1935 57, 8 | 8. Wat scheelt u dat gij niet in Allah gelooft,
1936 57, 8 | terwijl de boodschapper u roept om in uw Heer te geloven
1937 57, 8 | geloven en Hij een verbond met u heeft gesloten, indien gij
1938 57, 9 | nederzendt aan Zijn dienaar om u van de Duisternissen in
1939 57, 10 | aarde behoort? Degenen onder u die (geld) besteedden en
1940 57, 12 | verblijdend nieuws is er voor u op deze Dag! Tuinen waar
1941 57, 14 | roepen: "Waren wij niet met u?" Zij zullen antwoorden: "
1942 57, 14 | getwijfeld en uw begeerte bedroog u, totdat de verordening van
1943 57, 14 | En de bedrieger bedroog u ten opzichte van Allah. ~
1944 57, 15 | deze Dag geen losgeld van u worden aangenomen, noch
1945 57, 17 | de tekenen duidelijk voor u verklaard, opdat gij begrijpen
1946 57, 23 | juichen over hetgeen Hij u heeft gegeven, want Allah
1947 57, 28 | Zijn boodschapper. Hij zal u een dubbel aandeel van Zijn
1948 57, 28 | barmhartigheid geven en u een licht verschaffen waarin
1949 57, 28 | wandelen zult en Hij zal u vergeven: - Voorwaar, Allah
1950 58, 1 | gehoord van degene die met u aangaande haar man twistte
1951 58, 2 | 2. Degenen onder u, die hun vrouwen moeders
1952 58, 3 | Dit is een vermaning voor u. En Allah is goed op de
1953 58, 8 | boodschapper? En als zij tot u komen, groeten zij u met
1954 58, 8 | tot u komen, groeten zij u met een groet, waar Allah
1955 58, 8 | met een groet, waar Allah u niet mee begroet; maar onder
1956 58, 11 | gij die gelooft, als er u gezegd wordt: "Maakt plaats
1957 58, 11 | zal rijkelijk plaats voor u maken. En als er gezegd
1958 58, 11 | Allah zal de gelovigen onder u en hen die kennis werd gegeven
1959 58, 12 | raadpleging. Dat is beter voor u en reiner. Maar als gij
1960 58, 13 | zich met barmhartigheid tot u gewend, houdt dan het Gebed
1961 58, 18 | zweren zoals zij dit tot u deden en zij zullen denken
1962 59, 7 | zijn tussen de rijken onder u. En wat de boodschapper
1963 59, 7 | En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het
1964 59, 7 | geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u
1965 59, 7 | u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allah,
1966 59, 11 | wordt, zullen wij zeker met u medegaan, en wij zullen
1967 59, 11 | wordt aangevallen zullen wij u beslist helpen." Maar Allah
1968 59, 13 | meer angst in hun hart voor u (Moslims) dan voor Allah.
1969 59, 14 | 14. Zij zullen u niet bestrijden zelfs allen
1970 59, 16 | zegt hij: "Ik heb niets met u uitstaande, voorzeker, ik
1971 60, 1 | zij de Waarheid die tot u is gekomen hebben verworpen
1972 60, 1 | openbaar maakt. En wie van u zo handelt, is zeker van
1973 60, 2 | Als zij de overhand over u krijgen zullen zij als vijanden
1974 60, 2 | zij als vijanden tegenover u handelen, en zij zullen
1975 60, 2 | hun handen en tong naar u uitsteken om u kwaad te
1976 60, 2 | tong naar u uitsteken om u kwaad te berokkenen, en
1977 60, 3 | noch uw kinderen zullen u op de Dag der Opstanding
1978 60, 3 | iets baten. Hij zal over u beslissen. En Allah ziet
1979 60, 4 | een goed voorbeeld voor u in Abraham en degenen die
1980 60, 4 | hebben niets uitstaande met u en hetgeen gij buiten Allah
1981 60, 4 | Allah aanbidt. Wij verwerpen u en er is tussen u en ons
1982 60, 4 | verwerpen u en er is tussen u en ons eeuwige vijandschap
1983 60, 4 | zeker om vergiffenis voor u vragen, ik heb niets van
1984 60, 4 | behoeve. - Onze Heer, in U stellen wij ons vertrouwen
1985 60, 4 | wij ons vertrouwen en tot U wenden wij ons, en naar
1986 60, 4 | wenden wij ons, en naar U is de terugkeer. ~
1987 60, 6 | voorbeeld voor een ieder onder u die Allah en de Laatste
1988 60, 7 | liefde zal kweken tussen u en diegene van hen met wie
1989 60, 8 | 8. Allah verbiedt u niet, degenen, die niet
1990 60, 8 | degenen, die niet tegen u om de godsdienst hebben
1991 60, 8 | godsdienst hebben gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven,
1992 60, 9 | 9. Maar Allah verbiedt u vriendschap te betonen aan
1993 60, 9 | betonen aan degenen, die tegen u gevochten hebben om de godsdienst,
1994 60, 9 | om de godsdienst, en die u uit uw huizen hebben verdreven
1995 60, 9 | verdreven of geholpen hebben u te verdrijven. En wie hun
1996 60, 10 | wanneer gelovige vrouwen tot u komen als vluchtelingen,
1997 60, 10 | En het is geen zonde voor u haar te huwen als gij haar
1998 60, 10 | Hij spreekt recht over u. En Allah is Alwetend, Alwijs. ~
1999 60, 11 | bezit door uw vrouwen van u overgaat in de handen der
2000 60, 12 | Wanneer gelovige vrouwen tot u komen, haar eed van trouw
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2162 |