Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
twisttet 2
twistziek 3
twistzieke 1
u 2162
uien 1
uilt 1
uit 378
Frequency    [«  »]
2349 die
2336 zijn
2188 hij
2162 u
1996 in
1890 wij
1642 niet

Koran

IntraText - Concordances

u

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2162

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
1501 28, 50 | 50. Maar als zij u niet antwoorden, weet dan 1502 28, 55 | Aan ons onze werken en aan u uw werken. Vrede zij met 1503 28, 55 | uw werken. Vrede zij met u. Wij zoeken de onwetenden 1504 28, 57 | Als wij de leiding met u zouden volgen, zouden wij 1505 28, 60 | 60. En wat u gegeven is dient slechts 1506 28, 62 | Mijn deelgenoten die gij u beweerdet te zijn?" ~ 1507 28, 63 | betuigen onze onschuld aan U. Wij waren het niet die 1508 28, 71 | als Allah de nacht over u doet voortduren tot de Dag 1509 28, 71 | God is er naast Allah die u een licht kan brengen? Wilt 1510 28, 72 | mij, als Allah de dag voor u doet voortduren tot de Dag 1511 28, 72 | is er dan naast Allah die u een nacht kan brengen waarin 1512 28, 73 | dat Hij nacht en dag voor u heeft ingesteld opdat gij 1513 28, 74 | Mijn mededingers, die gij u placht te verbeelden?" 1514 28, 77 | zoek door hetgeen Allah u heeft gegeven het tehuis 1515 28, 77 | aan anderen) zoals Allah u goed gedaan heeft; en schep 1516 28, 80 | was gegeven, zeiden: "Wee u, de beloning van Allah is 1517 28, 85 | verkondiging van de Koran u oplegde, zal u tot de plaats 1518 28, 85 | de Koran u oplegde, zal u tot de plaats van terugkeer 1519 28, 86 | het Boek (de Koran) aan u zou worden geopenbaard; 1520 28, 87 | 87. En laten zij u niet afwenden van de woorden 1521 28, 87 | van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; en roep 1522 29, 8 | en indien zij trachten u er toe te brengen dat gij 1523 29, 8 | uw terugkeer, en Ik zal u vertellen wat gij deedt. ~ 1524 29, 10 | Voorzeker, wij waren met U." Weet Allah niet het best 1525 29, 16 | vrees Hem. Dat zal voor u het beste zijn indien gij 1526 29, 18 | andere geslachten vóór u verloochenden ook. En op 1527 29, 25 | Allah slechts afgoden voor u gekozen terwille van vriendschap 1528 29, 28 | onder het mensdom ooit vóór u heeft begaan. 1529 29, 33 | treur. Voorzeker, wij zullen u en uw familie redden, behalve 1530 29, 45 | 45. Verkondig hetgeen u in het Boek is geopenbaard, 1531 29, 46 | is geopenbaard en hetgeen u is geopenbaard; en onze 1532 29, 47 | 47. En aldus hebben Wij u het Boek nedergezonden en 1533 29, 51 | genoeg voor hen dat Wij u het Boek hebben geopenbaard 1534 29, 52 | voldoende als Getuige tussen u en mij. Hij weet alles wat 1535 29, 53 | 53. Zij vragen u de straf te verhaasten; 1536 29, 54 | 54. Zij vragen u de straf te verhaasten; 1537 29, 60 | Allah zorgt voor hen en voor u, en Hij is de Alhorende, 1538 30, 20 | tekenen behoort, dat Hij u uit stof schiep; en ziet! 1539 30, 21 | midden echtgenoten voor u schiep, opdat gij er rust 1540 30, 21 | liefde en tederheid onder u geplaatst. Daarin zijn zeker 1541 30, 24 | behoort eveneens dat Hij u de bliksem toont als vrees 1542 30, 25 | gebod. Dan, wanneer Hij u eenmaal van de aarde zal 1543 30, 28 | deelgenoten in hetgeen waarvan Wij u hebben voorzien, zodat gij 1544 30, 31 | 31. U tot Hem bekerende, vreest 1545 30, 34 | hebben geschonken. Vermaakt u dan voor een wijle, maar 1546 30, 40 | 40. Hij is Allah, Die u schept en dan voor u zorgt 1547 30, 40 | Die u schept en dan voor u zorgt en daarna doet Hij 1548 30, 40 | zorgt en daarna doet Hij u sterven en dan zal Hij u 1549 30, 40 | u sterven en dan zal Hij u doen herleven. Is er een 1550 30, 46 | vooruitzichten zendt, opdat Hij u Zijn genade moge doen smaken, 1551 30, 47 | zonden boodschappers vóór u naar hun volkeren. Zij brachten 1552 30, 52 | roep doen horen wanneer zij u hun rug toekeren, ~ 1553 30, 54 | 54. Het is Allah, Die u in een staat van zwakheid 1554 30, 60 | die geen zekerheid hebben u niet doen wankelen. ~~ 1555 31, 10 | geschapen zonder enige voor u zichtbare pilaren en Hij 1556 31, 10 | opdat zij niet beven met u, en Hij heeft er allerlei 1557 31, 15 | indien (uw ouders) trachten u iets met Mij te doen vereenzelvigen, 1558 31, 15 | Mij terugkeren en Ik zal u inlichten over hetgeen gij 1559 31, 17 | en verdraag geduldig wat u ook overkome. Dit is een 1560 31, 20 | Zijn gunsten rijkelijk aan u heeft geschonken, zowel 1561 31, 23 | geloven, laat hun ongeloof u niet verdrieten. Tot Ons 1562 31, 31 | gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen? 1563 31, 33 | daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat 1564 31, 33 | noch laat de Verleider u omtrent Allah bedriegen. ~ 1565 32, 3 | waarschuwen onder hetwelk vóór u geen waarschuwer is geweest, 1566 32, 9 | Zijn geest in. En Hij gaf u oren, ogen en hart. Maar 1567 32, 14 | Voorzeker nu hebben Wij u vergeten. Ondergaat de duurzame 1568 32, 30 | 30. Wend u daarom van hen af, en wacht; 1569 33, 2 | 2. Volg hetgeen u is geopenbaard van uw Heer. 1570 33, 5 | en er is geen zonde voor u in datgene waarin gij u 1571 33, 5 | u in datgene waarin gij u vergist, maar wel in hetgeen 1572 33, 7 | een verbond sloten: met u, met Noach, Abraham, Mozes, 1573 33, 9 | gij die gelooft, herinnert u Allah's gunst, aan u bewezen, 1574 33, 9 | herinnert u Allah's gunst, aan u bewezen, toen er legers 1575 33, 9 | bewezen, toen er legers tegen u opkwamen en Wij tegen hen 1576 33, 10 | 10. Toen zij over u kwamen van boven en van 1577 33, 16 | 16. Zeg: "Vlucht zal u stellig geen voordeel brengen 1578 33, 17 | 17. Zeg: "Wie is het, die u tegen Allah kan beschermen 1579 33, 17 | kan beschermen indien Hij u met kwaad wil treffen of 1580 33, 18 | Allah kent degenen onder u die de mensen tegenhouden, 1581 33, 19 | terughoudend in hun hulp voor u. Maar als het gevaar komt, 1582 33, 19 | komt, ziet gij hen naar u kijken met rollende ogen 1583 33, 19 | weggevaagd, treffen zij u met hun scherpe tong door 1584 33, 20 | willen zijn, nieuws over u vragende. En als zij onder 1585 33, 20 | vragende. En als zij onder u waren, zouden zij weinig 1586 33, 27 | 27. En Hij deed u hun land, huizen en hun 1587 33, 28 | wenst, komt dan, ik zal u een geschenk geven en u 1588 33, 28 | u een geschenk geven en u op een grootmoedige manier 1589 33, 29 | waarlijk voor degenen onder u die goed doen, een grote 1590 33, 30 | profeet! Als iemand onder u schuldig is aan een openbaar 1591 33, 31 | 31. Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschapper 1592 33, 33 | wenst alleen onreinheid van u te verwijderen, en u schoon 1593 33, 33 | van u te verwijderen, en u schoon en zuiver te maken. ~ 1594 33, 34 | 34. En herinnert u de woorden van Allah en 1595 33, 37 | 37. En herinnert u, toen gij tot hem, wie Allah 1596 33, 37 | zeidet: "Behoud uw vrouw voor u en vrees Allah." Gij verborgt 1597 33, 37 | verenigden Wij haar met u in de echt, opdat er voor 1598 33, 43 | 43. Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelen 1599 33, 43 | engelen doen dit, opdat Hij u van de duisternissen tot 1600 33, 45 | O, profeet. Wij hebben u als getuige, drager van 1601 33, 50 | profeet, Wij hebben voor u uw vrouwen wettig gemaakt, 1602 33, 50 | bezit van haar, die Allah u als een oorlogsbuit heeft 1603 33, 50 | van moederszijde die met u emigreerden, en elke gelovige 1604 33, 50 | huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen. 1605 33, 50 | verordend, opdat er geen blaam u aankleve. Allah is Vergevensgezind, 1606 33, 51 | verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt, er rust 1607 33, 51 | wilt, er rust geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt 1608 33, 51 | haar terugneemt van wie gij u afzijdig hebt gehouden. 1609 33, 52 | 52. Het is u hierna niet toegestaan vrouwen 1610 33, 52 | ruilen, zelfs al behaagt u haar schoonheid, met uitzondering 1611 33, 53 | profeet; hij is verlegen voor u, maar Allah aarzelt niet 1612 33, 53 | en haar hart. En het past u niet de boodschapper van 1613 33, 60 | niet ophouden, zullen Wij u zeker tegen hen in beweging 1614 33, 63 | 63. De mensen vragen u over het Uur. Zeg: "De kennis 1615 33, 71 | zal uw werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven. 1616 33, 71 | werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven. En wie 1617 34, 3 | onzichtbare, het zal beslist over u komen!" Voor Hem is niets 1618 34, 6 | gegeven, zien, dat alles wat u van uw Heer is geopenbaard, 1619 34, 7 | ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen die u 1620 34, 7 | u een man aanwijzen die u meedeelt dat wanneer gij 1621 34, 11 | 11. Zeggende: "Maak u maliënkolders van volle 1622 34, 24 | 24. Zeg: "Wie geeft u uw levensonderhoud van de 1623 34, 28 | 28. En Wij hebben u slechts gezonden als een 1624 34, 30 | 30. Antwoord: "Er is voor u een vastgestelde tijd, gij 1625 34, 32 | zeggen: "Waren wij het die u van de leiding afwendden, 1626 34, 32 | afwendden, nadat zij tot u was gekomen? Neen, gij draagt 1627 34, 37 | noch uw kinderen kunnen u tot Onze nabijheid brengen, 1628 34, 40 | zeggen: "Plachten dezen u te aanbidden?" ~ 1629 34, 41 | antwoorden: "Glorie zij U! Gij zijt onze Vriend, niet 1630 34, 43 | is slechts een man, die u van hetgeen uw vaderen aanbaden, 1631 34, 44 | hun een waarschuwer vóór u. ~ 1632 34, 46 | 46. Zeg: "Ik raad u aan slechts één ding te 1633 34, 46 | metgezel is; hij is voor u slechts een waarschuwer 1634 34, 47 | Zeg: "Welk loon ik ook van u vraag, dat is voor u. Mijn 1635 34, 47 | van u vraag, dat is voor u. Mijn loon is bij Allah; 1636 35, 3 | 3. O mensen, herinnert u de gunst van Allah jegens 1637 35, 3 | de gunst van Allah jegens u. Is er een andere Schepper 1638 35, 3 | Schepper buiten Allah die u levensonderhoud geeft van 1639 35, 4 | 4. En indien zij u verloochenen (bedenk dan) 1640 35, 4 | dat de boodschappers vóór u ook werden verloochend; 1641 35, 5 | het tegenwoordige leven u daarom niet misleiden, noch 1642 35, 5 | laat de aarts-bedrieger u van Allah afleiden. ~ 1643 35, 6 | Satan is een vijand van u, behandelt hem daarom als 1644 35, 11 | 11. Allah schiep u uit stof, dan uit een levenskiem, 1645 35, 11 | levenskiem, daarna maakte Hij u tot paren. En geen vrouw 1646 35, 14 | uw roep horen, zullen zij u niet kunnen antwoorden. 1647 35, 14 | afgoderij verwerpen. Niemand kan u (omtrent de waarheid) inlichten 1648 35, 16 | Als Hij het wilde, zou Hij u kunnen wegnemen en een nieuwe 1649 35, 24 | 24. Voorwaar, Wij hebben u met de Waarheid gezonden 1650 35, 25 | 25. Indien dezen u verloochenen, verloochenden 1651 35, 31 | 31. En hetgeen Wij u hebben geopenbaard van het 1652 35, 37 | antwoorden): "Gaven Wij u niet een leven, lang genoeg 1653 35, 37 | kwam een waarschuwer tot u. Ondergaat daarom de straf, 1654 35, 39 | 39. Hij is het, Die u tot stedehouders op aarde 1655 36, 14 | Waarlijk, wij zijn tot u gezonden." ~ 1656 36, 15 | en de Barmhartige heeft u niets geopenbaard; gij liegt 1657 36, 16 | weet dat wij inderdaad tot u zijn gezonden. ~ 1658 36, 18 | Waarlijk, wij beschouwen u als een slecht voorteken; 1659 36, 18 | niet ophoudt, zullen wij u gewis stenigen en een pijnlijke 1660 36, 18 | zal zeker onzerzijds over u komen." ~ 1661 36, 19 | antwoordden: "Uw onheil is bij u. Zegt gij dit omdat gij 1662 36, 21 | 21. Volg hen, die van u geen beloning vragen en 1663 36, 45 | hen wordt gezegd: "Behoedt u tegen hetgeen vóór u is 1664 36, 45 | Behoedt u tegen hetgeen vóór u is en hetgeen achter u is, 1665 36, 45 | vóór u is en hetgeen achter u is, opdat u barmhartigheid 1666 36, 45 | hetgeen achter u is, opdat u barmhartigheid moge worden 1667 36, 47 | Besteedt van hetgeen Allah u heeft geschonken," zeggen 1668 36, 59 | Hij zal zeggen): "Houdt u op deze dag terzijde, o 1669 36, 60 | 60. "Gelastte Ik u niet, o gij kinderen van 1670 36, 60 | een openlijke vijand van u is, ~ 1671 36, 76 | Laat daarom hun spraak u niet verdrieten. Voorwaar, 1672 36, 80 | uit een groene boom voor u vuur voortbrengt, en ziet, 1673 37, 12 | 12. Neen, gij verwondert u en zij spotten. ~ 1674 37, 25 | 25. "Wat scheelt u dat gij elkander niet helpt?" ~ 1675 37, 30 | wij hadden geen macht over u, maar gij waart een overtredend 1676 37, 32 | 32. En wij deden u dwalen omdat wij zelf in 1677 37, 92 | 92. Wat scheelt u, dat gij niet spreekt?" ~ 1678 37, 96 | 96. Terwijl Allah u en uw handwerk heeft geschapen?" ~ 1679 37, 102| een droom gezien, dat ik u heb te offeren. Zie, wat 1680 37, 102| O mijn vader doe zoals u bevolen is, gij zult mij, 1681 37, 154| 154. Wat scheelt u? Hoe oordeelt gij? ~ 1682 37, 174| 174. Wend u daarom voor een wijle van 1683 37, 178| 178. Wend u daarom voor een wijle van 1684 38, 6 | zeggen: "Gaat voort en houdt u aan uw Goden. Dit is voorzeker 1685 38, 21 | verhaal van de tegenstanders u bereikt? Hoe zij over de 1686 38, 24 | zeide: "Voorzeker, hij heeft u onrecht aangedaan door uw 1687 38, 26 | zeiden): "O David, Wij hebben u als stedehouder op aarde 1688 38, 26 | niet, anders zullen zij u van de weg van Allah afleiden." 1689 38, 29 | 29. Het Boek dat Wij aan u hebben geopenbaard is vol 1690 38, 31 | 31. Herinnert u, toen er renpaarden van 1691 38, 41 | 41. Herinnert u Onze dienaar Job, toen hij 1692 38, 42 | aan, hier is koel water om u er mee te wassen en ook 1693 38, 53 | 53. Dit is hetgeen u beloofd is voor de Dag des 1694 38, 59 | volgelingen die er samen met u ingestort zal worden. (Zij 1695 38, 68 | 68. Doch gij wendt u er van af. ~ 1696 38, 72 | geest heb ingeademd, werpt u dan in gehoorzaamheid voor 1697 38, 75 | zeide: "O Iblies, wat heeft u verhinderd te buigen voor 1698 38, 78 | 78. En Mijn vloek zal op u rusten tot de Dag des Oordeels." ~ 1699 38, 80 | 80. God zeide: "U wordt uitstel verleend, ~ 1700 38, 85 | Dat Ik de hel zeker met u en allen die u volgen, zal 1701 38, 85 | zeker met u en allen die u volgen, zal vullen." ~ 1702 38, 86 | 86. Zeg: "Ik vraag u er geen loon voor, noch 1703 38, 86 | loon voor, noch breng ik u in moeilijkheden. ~ 1704 39, 2 | 2. Voorwaar, Wij hebben u het Boek met waarheid geopenbaard; 1705 39, 6 | 6. Hij schiep u uit één ziel, dan maakte 1706 39, 6 | echtgenoten; en Hij zond voor u acht stuks vee in paren 1707 39, 6 | paren neder. Hij vormde u in de baarmoeder van uw 1708 39, 7 | zeker onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van 1709 39, 7 | dankbaar zijt, zal Hij in u behagen hebben - En geen 1710 39, 7 | tot uw Heer: en Hij zal u mededelen wat gij deedt. 1711 39, 36 | dienaar? En zij trachten u te doen vrezen voor hen ( 1712 39, 41 | 41. Voorwaar, Wij hebben u ten bate der mensen het 1713 39, 53 | mijn dienaren die tegen u zelf buitensporig zijt geweest, 1714 39, 54 | 54. "Wendt u tot uw Heer en onderwerpt 1715 39, 54 | tot uw Heer en onderwerpt u aan Hem voordat de straf 1716 39, 54 | Hem voordat de straf over u komt, want dan zult gij 1717 39, 55 | En volgt het beste dat u geopenbaard is door uw Heer 1718 39, 55 | de straf onverwachts over u komt terwijl gij het (naderen 1719 39, 59 | Mijn tekenen kwamen tot u, doch gij verloochendet 1720 39, 65 | 65. En voorwaar, aan u zoals aan hen die vóór u 1721 39, 65 | u zoals aan hen die vóór u waren, is geopenbaard: " 1722 39, 71 | boodschappers van uit uw midden tot u, de tekenen van uw Heer 1723 39, 71 | uw Heer verkondigende en u waarschuwende voor de komst 1724 39, 73 | tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat 1725 40, 4 | bedrijvigheid in het land u niet bedriegen. ~ 1726 40, 13 | 13. Hij is het Die u Zijn tekenen toont en voorziening 1727 40, 13 | toont en voorziening voor u van de hemel nederzendt; 1728 40, 28 | Allah'; terwijl hij tot u gekomen is met duidelijke 1729 40, 28 | van datgene, waarmee hij u bedreigt, u overkomen. Voorzeker, 1730 40, 28 | waarmee hij u bedreigt, u overkomen. Voorzeker, Allah 1731 40, 29 | Pharao zeide: "Ik wijs u alleen dat aan wat ik zelf 1732 40, 29 | wat ik zelf zie en ik leid u slechts naar het pad der 1733 40, 30 | mijn volk, ik vrees voor u een gebeurtenis zoals op 1734 40, 32 | mijn volk, ik vrees voor u de Dag van het geweeklaag. ~ 1735 40, 33 | 33. Een Dag waarop gij u zult afwenden om te vluchten. 1736 40, 34 | voordien kwam Jozef tot u met duidelijke tekenen, 1737 40, 34 | twijfeles aan hetgeen hij u bracht doch toen hij stierf 1738 40, 38 | mijn volk, volg mij, ik zal u op het pad van leiding voeren. ~ 1739 40, 41 | hoe komt het toch dat ik u tot redding roep en gij 1740 40, 42 | geen kennis heb. En ik roep u tot de Almachtige, de Vergevensgezinde." ~ 1741 40, 44 | 44. Weldra zult gij u herinneren wat ik u zeg. 1742 40, 44 | gij u herinneren wat ik u zeg. En ik vertrouw mijn 1743 40, 50 | uw boodschappers niet tot u met duidelijke bewijzen?" 1744 40, 61 | Degene Die de nacht voor u aanwees opdat gij er in 1745 40, 61 | moogt rusten en de dag om u licht te geven. Voorwaar, 1746 40, 64 | is het, Die de aarde voor u als een rustplaats heeft 1747 40, 64 | hemelen als gewelf, Die u gevormd heeft en u een schone 1748 40, 64 | Die u gevormd heeft en u een schone vorm heeft gegeven 1749 40, 64 | schone vorm heeft gegeven en u van goede dingen heeft voorzien. 1750 40, 67 | 67. Hij is het Die u uit stof schiep, dan uit 1751 40, 67 | bloed, vervolgens brengt Hij u voort als een kind, dan 1752 40, 67 | eerder, en anderen onder u zullen een vastgestelde 1753 40, 77 | belofte is zeker waar. Of Wij u de straf waarmede Wij hen 1754 40, 77 | bedreigen gedeeltelijk tonen of u (vóór dien) doen sterven, 1755 40, 78 | zonden boodschappers vóór u, sommigen van hen hebben 1756 40, 79 | 79. Het is Allah, Die u vee heeft gegeven, opdat 1757 40, 81 | 81. En Hij toont u Zijn tekenen; welke van 1758 41, 5 | doofheid in onze oren en tussen u en ons is een scherm. Daarom 1759 41, 13 | zeg dan: "Ik waarschuw u voor een bliksemstraal, 1760 41, 21 | spreken. En Hij is het Die u de eerste keer schiep en 1761 41, 22 | Gij waart niet in staat u te verschuilen, opdat uw 1762 41, 22 | huiden geen getuigenis tegen u zouden afleggen, maar gij 1763 41, 23 | 23. En deze gedachte van u, die gij over uw Heer koesterdet, 1764 41, 23 | uw Heer koesterdet, heeft u tot verderf gebracht, daarom 1765 41, 30 | noch treurt; maar verheugt u over het paradijs dat u 1766 41, 30 | u over het paradijs dat u wordt beloofd. ~ 1767 41, 36 | een ophitsing van Satan u treft, zoek dan toevlucht 1768 41, 37 | de maan; derhalve werpt u niet neder voor de zon of 1769 41, 37 | zon of de maan maar werpt u neder voor Allah Die hen 1770 41, 43 | 43. Er is niets tot u gezegd behalve het geen 1771 41, 43 | aan de boodschappers vóór u was gezegd. Uw Heer is de 1772 41, 47 | antwoorden: "Wij verklaren U, dat niemand van ons getuige 1773 41, 52 | 52. Zeg: "Bedenkt u: Als dit (de Koran) van 1774 42, 3 | de Machtige, de Wijze aan u en aan degenen die vóór 1775 42, 3 | en aan degenen die vóór u waren, geopenbaard. ~ 1776 42, 7 | 7. Zo hebben Wij u de Koran in het Arabisch 1777 42, 11 | en der aarde. Hij heeft u tot paren gemaakt, evenals 1778 42, 11 | Daardoor vermenigvuldigt Hij u. Er is niets aan Hem gelijk 1779 42, 13 | 13. Hij schreef u dezelfde godsdienst voor, 1780 42, 13 | en die Wij bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham, 1781 42, 15 | En wees standvastig zoals u is geboden en volg hun slechte 1782 42, 15 | geboden rechtvaardig tegenover u te handelen. Allah is onze 1783 42, 15 | Aan ons onze werken en aan u uw werken. Laat er geen 1784 42, 15 | Laat er geen twist tussen u en ons bestaan. Allah zal 1785 42, 23 | tijdingen geeft. Zeg: "Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking), 1786 42, 30 | 30. Welke ramp u ook overkomt, het is door 1787 42, 36 | 36. Wat u is gegeven is slechts een 1788 42, 47 | Op die Dag zal er voor u geen toevlucht zijn, noch 1789 42, 48 | zich afwenden hebben Wij u niet als wachter over hen 1790 42, 52 | 52. En zo hebben Wij u een woord door ons gebod 1791 43, 5 | 5. Zullen Wij u dit dan niet in herinnering 1792 43, 10 | 10. Die de aarde voor u als wieg heeft gemaakt en 1793 43, 12 | alles in paren schiep en u schepen heeft gegeven en 1794 43, 16 | schiep dochters genomen en u met zonen geëerd? ~ 1795 43, 23 | waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken hiervan zeiden: " 1796 43, 24 | boodschappers) zeiden: "Hoewel wij u een betere leiding brengen 1797 43, 38 | metgezel: "O, ware er tussen u en mij een afstand van het 1798 43, 39 | onrechtvaardig handeldet, zal het u heden niet baten dat gij 1799 43, 41 | 41. En indien Wij u wegnemen (uit hun midden) 1800 43, 42 | 42. En indien Wij u datgene tonen waarmede Wij 1801 43, 43 | 43. Houd u daarom vast aan hetgeen 1802 43, 43 | daarom vast aan hetgeen u is geopenbaard; gij zijt 1803 43, 44 | Waarlijk, het is een eer voor u en voor uw volk en gij zult 1804 43, 45 | boodschappers die Wij vóór u zonden: "Stelden wij naast 1805 43, 49 | het verdrag dat Hij met u heeft gesloten, wij zullen 1806 43, 58 | beter?" Zij zeggen dit tot u alleen om te twisten. Waarlijk 1807 43, 62 | 62. En laat Satan u niet verleiden. Voorzeker, 1808 43, 62 | Voorzeker, hij is voor u een openlijke vijand. ~ 1809 43, 63 | ik ben met wijsheid tot u gekomen opdat ik u iets 1810 43, 63 | wijsheid tot u gekomen opdat ik u iets van hetgeen waarover 1811 43, 68 | vrees zal op deze Dag over u komen noch zult gij treuren. ~ 1812 43, 72 | 72. Dit is de Tuin, die u is gegeven (als beloning) 1813 43, 73 | overvloed van fruit voor u waarvan gij kunt eten." ~ 1814 43, 78 | 78. Wij brachten u zeker de Waarheid maar de 1815 43, 89 | 89. Wend u dan van hen af en zeg: " 1816 44, 18 | Allah, voorwaar, ik ben voor u een betrouwbare Boodschapper. ~ 1817 44, 19 | 19. En verheft u niet tegen Allah. Zeker, 1818 44, 19 | Allah. Zeker, ik kom tot u met duidelijk gezag. ~ 1819 45, 6 | die wij naar waarheid aan u voordragen. In welk woord 1820 45, 13 | hemelen en op aarde aan u onderworpen. Daarin zijn 1821 45, 18 | 18. Dan hebben Wij u (o Mohammed) een duidelijke 1822 45, 19 | 19. Voorwaar, zij zullen u niets tegen Allah baten. 1823 45, 26 | Zeg: "Het is Allah, Die u leven geeft en u daarna 1824 45, 26 | Allah, Die u leven geeft en u daarna doet sterven, daarna 1825 45, 26 | sterven, daarna zal Hij u tezamen verzamelen op de 1826 45, 29 | Ons Boek: het spreekt tot u; met waarheid. Wij hebben 1827 45, 31 | Werden Mijn woorden niet aan u voorgedragen? Doch gij waart 1828 45, 34 | gezegd: "Deze Dag zullen Wij u vergeten zoals gij de ontmoeting 1829 45, 35 | heeft het leven der wereld u misleid." Daarom zullen 1830 46, 8 | voldoende als Getuige tussen u en mij. Hij is de Vergevensgezinde, 1831 46, 9 | boodschapper, noch weet ik wat met u of mij zal geschieden. Ik 1832 46, 15 | het goede moge doen, dat U behaagt. En laat mijn nakomelingen 1833 46, 15 | rechtvaardig zijn. Ik wend mij tot U: en waarlijk, ik behoor 1834 46, 17 | tot Allah om hulp: "Wee u! Geloof: want de belofte 1835 46, 21 | straf van een grote Dag voor u." ~ 1836 46, 23 | waarmede ik ben gezonden aan u over, maar ik zie dat gij 1837 46, 26 | gevestigd in hetgeen waarin Wij u niet hebben gevestigd en 1838 46, 29 | aantal van de djinn naar u deden komen, die de Koran 1839 46, 29 | te horen en, toen zij bij u kwamen, zeiden zij: "Weest 1840 46, 31 | geloof in hem. Hij (God) zal u uw zonden vergeven en u 1841 46, 31 | u uw zonden vergeven en u voor een pjinlijke straf 1842 46, 35 | De verkondiging is aan u en niemand wordt vernietigd 1843 47, 7 | van Allah steunt zal Hij u helpen en standvastig doen 1844 47, 13 | sterker waren dan de stad die u heeft uitgedreven, hebben 1845 47, 16 | onder hen luisteren naar u doch wanneer zij van u weggaan, 1846 47, 16 | naar u doch wanneer zij van u weggaan, zeggen zij tot 1847 47, 20 | hart een ziekte is naar u zien kijken als iemand die 1848 47, 22 | Zult gij dan niet door u af te wenden verderf in 1849 47, 26 | geopenbaard, zeggen: "Wij willen u in sommige zaken gehoorzamen." 1850 47, 30 | hen (de huichelaars) aan u tonen, zodat gij hen aan 1851 47, 31 | 31. En Wij zullen u zeker beproeven totdat Wij 1852 47, 31 | totdat Wij diegenen onder u onderscheiden die ijverig 1853 47, 31 | Wij zullen uw feiten aan u openbaar maken. ~ 1854 47, 35 | overhand hebben. Allah is met u en Hij zal uw daden niet 1855 47, 36 | en (God) vreest, zal Hij u belonen en zal u niet om 1856 47, 36 | zal Hij u belonen en zal u niet om uw (gehele) bezit 1857 47, 37 | Want indien Hij dit van u zou vragen en er op zou 1858 47, 38 | maar er zijn sommigen onder u die vrekkig zijn. En wie 1859 47, 38 | nooddruftig. En indien gij u (van de Waarheid) afwendt, 1860 48, 1 | 1. Voorwaar, Wij hebben u een klaarblijkelijke overwinning 1861 48, 2 | 2. Zodat Allah u tegen uw voorafgaande en 1862 48, 2 | voorafgaande en toekomstige (aan u toegeschrevene) zonden moge 1863 48, 2 | en dat Hij Zijn gunst aan u moge vervolmaken en u op 1864 48, 2 | aan u moge vervolmaken en u op het juiste pad moge leiden, ~ 1865 48, 3 | 3. En dat Allah u met een machtige hulp moge 1866 48, 8 | 8. Wij hebben u als getuige en drager van 1867 48, 10 | 10. Voorwaar, zij die u trouw zweren, zweren trouw 1868 48, 11 | achterbleven, zullen tot u zeggen: "Onze bezittingen 1869 48, 11 | hielden ons bezig (zodat wij u niet konden helpen); vraag 1870 48, 11 | hun hart is. Zeg: "Wie kan u iets baten tegen Allah indien 1871 48, 11 | tegen Allah indien Hij voor u voordeel of nadeel beoogt?" 1872 48, 15 | kunt maken: "Sta ons toe u te volgen." Zij wensen de 1873 48, 16 | gij gehoorzaamt, zal Allah u een goede beloning geven, 1874 48, 16 | beloning geven, maar indien gij u omkeert zoals gij voorheen 1875 48, 16 | voorheen deedt, zal Hij u door een pijnlijke straf 1876 48, 18 | gelovigen welgevallen, toen zij u onder de boom trouw zwoeren 1877 48, 20 | 20. Allah heeft u een grote buit beloofd die 1878 48, 20 | moogt nemen en Hij heeft u deze voorlopig gegeven en 1879 48, 20 | handen der vijanden van u weerhouden opdat het een 1880 48, 20 | de gelovigen en dat Hij u op het rechte pad moge leiden. ~ 1881 48, 22 | 22. Indien de ongelovigen u bestrijden zullen zij u 1882 48, 22 | u bestrijden zullen zij u zeker de rug toekeren; daarbij 1883 48, 24 | van Makka hun handen van u en uw handen van hen afhield, 1884 48, 24 | van hen afhield, nadat Hij u de overwinning over hen 1885 48, 25 | het die niet geloofden en u van de Heilige Moskee afhielden 1886 48, 25 | wegens hen een blaam aan u kon hebben gekleefd zonder 1887 48, 25 | dat gij het wist, (zou Hij u hebben toegestaan te vechten, 1888 48, 27 | vrees. Dus Hij wist wat u onbekend was en Hij heeft 1889 48, 27 | onbekend was en Hij heeft u hiervoor een nabijzijnde 1890 49, 4 | buiten de huizen uit naar u schreeuwen - de meesten 1891 49, 6 | indien een slecht persoon u nieuws brengt, onderzoekt 1892 49, 7 | boodsehapper van Allah onder u is; als hij in verschillende 1893 49, 10 | weest godvruchtig opdat u barmhartigheid moge worden 1894 49, 12 | elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode 1895 49, 13 | O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen 1896 49, 13 | geschapen en Wij hebben u tot volkeren en stammen 1897 49, 13 | de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij 1898 49, 14 | boodschapper gehoorzaamt, zal Hij u van uw goede daden niets 1899 49, 17 | achten het een gunst voor u dat zij de Islam hebben 1900 49, 17 | voor mij. Neen, Allah heeft u een gunst bewezen doordat 1901 49, 17 | gunst bewezen doordat Hij u tot het geloof heeft geleid 1902 50, 22 | hebben Wij uw sluier van u weggenomen en uw oog ziet 1903 50, 28 | tegenwoordigheid, terwijl Ik u de waarschuwing vooraf heb 1904 51, 5 | 5. Voorzeker, hetgeen u is beloofd, is waar, ~ 1905 51, 22 | uw onderhoud en hetgeen u is beloofd. ~ 1906 51, 24 | Abrahams geeerde gasten u bereikt? ~ 1907 51, 43 | hen werd gezegd: "Vermaakt u voor een wijle." ~ 1908 51, 50 | 50. Haast u daarom tot Allah. Waarlijk 1909 51, 50 | Allah. Waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer 1910 51, 51 | Allah, waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer 1911 51, 54 | 54. Wend u daarom van hen af en u zal 1912 51, 54 | Wend u daarom van hen af en u zal niets worden verweten. ~ 1913 52, 16 | daarin; en het zal voor u hetzelfde zijn, of gij geduld 1914 52, 16 | geduld of ongeduld toont. U is slechts vergolden voor 1915 52, 20 | 20. (U) op tronen nedervlijend 1916 52, 31 | Wacht! Ik wacht ook met u." ~ 1917 52, 42 | zij een plan smeden (tegen u)? Maar de ongelovigen zullen 1918 53, 21 | 21. "Zijn voor u de mannelijke wezens en 1919 53, 29 | 29. Wend u daarom van hem af die zich 1920 53, 32 | Alomvattende Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde deed 1921 53, 32 | Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde deed ontstaan 1922 53, 59 | 59. Verwondert gij u dan over deze aankondiging? ~ 1923 53, 62 | 62. Werpt u voor Allah neder en aanbidt ( 1924 54, 6 | 6. Wend u daarom van hen af. De Dag 1925 55, 31 | Wij zullen spoedig met u afrekenen, o gij twee volkeren! ~ 1926 55, 35 | en gesmolten koper tegen u worden gezonden en gij zult 1927 55, 35 | worden gezonden en gij zult u niet kunnen verweren. ~ 1928 56, 57 | 57. Wij schiepen u, maar waarom wildet gij 1929 56, 60 | Wij hebben de dood onder u verordend en Wij kunnen 1930 56, 61 | uw plaats te stellen en u in een toestand te brengen 1931 56, 91 | Dan luidt het "Vrede zij u" van degenen aan de rechter 1932 57, 4 | toe opstijgt. Hij is met u waar gij ook zijn moogt, 1933 57, 7 | van datgene waarvan Hij u erfgenamen heeft gemaakt. 1934 57, 7 | heeft gemaakt. En zij onder u die geloven en besteden ( 1935 57, 8 | 8. Wat scheelt u dat gij niet in Allah gelooft, 1936 57, 8 | terwijl de boodschapper u roept om in uw Heer te geloven 1937 57, 8 | geloven en Hij een verbond met u heeft gesloten, indien gij 1938 57, 9 | nederzendt aan Zijn dienaar om u van de Duisternissen in 1939 57, 10 | aarde behoort? Degenen onder u die (geld) besteedden en 1940 57, 12 | verblijdend nieuws is er voor u op deze Dag! Tuinen waar 1941 57, 14 | roepen: "Waren wij niet met u?" Zij zullen antwoorden: " 1942 57, 14 | getwijfeld en uw begeerte bedroog u, totdat de verordening van 1943 57, 14 | En de bedrieger bedroog u ten opzichte van Allah. ~ 1944 57, 15 | deze Dag geen losgeld van u worden aangenomen, noch 1945 57, 17 | de tekenen duidelijk voor u verklaard, opdat gij begrijpen 1946 57, 23 | juichen over hetgeen Hij u heeft gegeven, want Allah 1947 57, 28 | Zijn boodschapper. Hij zal u een dubbel aandeel van Zijn 1948 57, 28 | barmhartigheid geven en u een licht verschaffen waarin 1949 57, 28 | wandelen zult en Hij zal u vergeven: - Voorwaar, Allah 1950 58, 1 | gehoord van degene die met u aangaande haar man twistte 1951 58, 2 | 2. Degenen onder u, die hun vrouwen moeders 1952 58, 3 | Dit is een vermaning voor u. En Allah is goed op de 1953 58, 8 | boodschapper? En als zij tot u komen, groeten zij u met 1954 58, 8 | tot u komen, groeten zij u met een groet, waar Allah 1955 58, 8 | met een groet, waar Allah u niet mee begroet; maar onder 1956 58, 11 | gij die gelooft, als er u gezegd wordt: "Maakt plaats 1957 58, 11 | zal rijkelijk plaats voor u maken. En als er gezegd 1958 58, 11 | Allah zal de gelovigen onder u en hen die kennis werd gegeven 1959 58, 12 | raadpleging. Dat is beter voor u en reiner. Maar als gij 1960 58, 13 | zich met barmhartigheid tot u gewend, houdt dan het Gebed 1961 58, 18 | zweren zoals zij dit tot u deden en zij zullen denken 1962 59, 7 | zijn tussen de rijken onder u. En wat de boodschapper 1963 59, 7 | En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het 1964 59, 7 | geven, neemt het en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u 1965 59, 7 | u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allah, 1966 59, 11 | wordt, zullen wij zeker met u medegaan, en wij zullen 1967 59, 11 | wordt aangevallen zullen wij u beslist helpen." Maar Allah 1968 59, 13 | meer angst in hun hart voor u (Moslims) dan voor Allah. 1969 59, 14 | 14. Zij zullen u niet bestrijden zelfs allen 1970 59, 16 | zegt hij: "Ik heb niets met u uitstaande, voorzeker, ik 1971 60, 1 | zij de Waarheid die tot u is gekomen hebben verworpen 1972 60, 1 | openbaar maakt. En wie van u zo handelt, is zeker van 1973 60, 2 | Als zij de overhand over u krijgen zullen zij als vijanden 1974 60, 2 | zij als vijanden tegenover u handelen, en zij zullen 1975 60, 2 | hun handen en tong naar u uitsteken om u kwaad te 1976 60, 2 | tong naar u uitsteken om u kwaad te berokkenen, en 1977 60, 3 | noch uw kinderen zullen u op de Dag der Opstanding 1978 60, 3 | iets baten. Hij zal over u beslissen. En Allah ziet 1979 60, 4 | een goed voorbeeld voor u in Abraham en degenen die 1980 60, 4 | hebben niets uitstaande met u en hetgeen gij buiten Allah 1981 60, 4 | Allah aanbidt. Wij verwerpen u en er is tussen u en ons 1982 60, 4 | verwerpen u en er is tussen u en ons eeuwige vijandschap 1983 60, 4 | zeker om vergiffenis voor u vragen, ik heb niets van 1984 60, 4 | behoeve. - Onze Heer, in U stellen wij ons vertrouwen 1985 60, 4 | wij ons vertrouwen en tot U wenden wij ons, en naar 1986 60, 4 | wenden wij ons, en naar U is de terugkeer. ~ 1987 60, 6 | voorbeeld voor een ieder onder u die Allah en de Laatste 1988 60, 7 | liefde zal kweken tussen u en diegene van hen met wie 1989 60, 8 | 8. Allah verbiedt u niet, degenen, die niet 1990 60, 8 | degenen, die niet tegen u om de godsdienst hebben 1991 60, 8 | godsdienst hebben gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven, 1992 60, 9 | 9. Maar Allah verbiedt u vriendschap te betonen aan 1993 60, 9 | betonen aan degenen, die tegen u gevochten hebben om de godsdienst, 1994 60, 9 | om de godsdienst, en die u uit uw huizen hebben verdreven 1995 60, 9 | verdreven of geholpen hebben u te verdrijven. En wie hun 1996 60, 10 | wanneer gelovige vrouwen tot u komen als vluchtelingen, 1997 60, 10 | En het is geen zonde voor u haar te huwen als gij haar 1998 60, 10 | Hij spreekt recht over u. En Allah is Alwetend, Alwijs. ~ 1999 60, 11 | bezit door uw vrouwen van u overgaat in de handen der 2000 60, 12 | Wanneer gelovige vrouwen tot u komen, haar eed van trouw


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2162

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License