bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text

2001  60, 12 |                 haar eed van trouw aan u afleggende: dat zij niets
2002  60, 12 |           ongehoorzaam zullen zijn aan u in wat recht is, neem dan
2003  60, 13 |             gij die gelooft, bevriendt u niet met een volk op hetwelk
2004  61, 5  |              Allah's boodschapper voor u ben?" En toen zij afdwaalden
2005  61, 6  |              Allah's boodschapper voor u, datgene bevestigend wat
2006  61, 10 |                gij die gelooft, zal ik u inlichten over een handel
2007  61, 10 |          inlichten over een handel die u zal redden van een pijnlijke
2008  61, 11 |             strijdt. Dat is beter voor u als gij het weet. ~
2009  61, 12 |                            12. Hij zal u uw zonden vergeven en u
2010  61, 12 |                u uw zonden vergeven en u in tuinen leiden waar doorheen
2011  62, 8  |                waarvoor gij vlucht zal u zeker treffen. Dan zult
2012  62, 8  |       teruggebracht worden, en Hij zal u inlichten over hetgeen gij
2013  62, 9  |            gebed is uitgezonden, haast u dan Allah gedachtig te zijn
2014  62, 9  |              handel. Dit is beter voor u indien gij het weet. ~
2015  62, 10 |               geëindigd is, verspreidt u dan over het land en zoekt
2016  62, 11 |               er haastig heen en laten u staan. Zeg: "Hetgeen bij
2017  63, 1  |             Wanneer de huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij
2018  63, 4  |             ziet, behaagt hun uterlijk u en indien zij spreken luistert
2019  63, 4  |              zijn (uw) vijanden, neemt u daarom voor hen in acht.
2020  63, 5  |        boodschapper van Allah zal voor u om vergiffenis vragen,"
2021  63, 9  |              rijkdommen en uw kinderen u niet afleiden van de gedachtenis
2022  63, 10 |                uit datgene waarvan Wij u voorzien hebben voordat
2023  64, 2  |                      2. Hij is het Die u geschapen heeft; maar sommigen
2024  64, 3  |              in waarheid, en Hij heeft u gevormd en een schone gedaante
2025  64, 5  |                   5. Heeft het verhaal u niet bereikt van degenen
2026  64, 9  |                         9. Wanneer Hij u voor de Dag der Verzameling
2027  64, 12 |          boodschapper. Maar indien gij u afwendt dan berust op Onze
2028  64, 14 |                uw vijanden zijn, neemt u dus voor hen in acht. En
2029  64, 16 |           geeft weg, dat is beter voor u. En degenen die voor eigen
2030  64, 17 |               sluit, zal Hij deze voor u vermenigvuldigen en Hij
2031  64, 17 |            vermenigvuldigen en Hij zal u vergeven; want Allah is
2032  65, 5  |                bevel van Allah dat Hij u heeft geopenbaard. En wie
2033  65, 6  |              En als zij haar kind voor u zogen geeft haar vergoeding
2034  65, 10 |            inderdaad een vermaning tot u nedergezonden. ~
2035  65, 11 |              Een boodschapper, die aan u de duidelijke woorden van
2036  66, 1  |           profeet, waarom verbiedt gij u hetgeen Allah voor u wettig
2037  66, 1  |               gij u hetgeen Allah voor u wettig heeft gemaakt? Zoekt
2038  66, 2  |             annulatie van uw eden voor u verplichtend gesteld en
2039  66, 3  |          vertelde, zeide zij: "Wie gaf u hiervan kennis? " Hij zeide: "
2040  66, 4  |                Als gij beide (vrouwen) u tot Allah wendt en uw hart
2041  66, 5  |                      5. Indien hij van u scheidt, is het mogelijk
2042  66, 5  |            Heer hem betere vrouwen dan u zal geven, die Moslim zijn
2043  66, 6  |                O gij die gelooft, redt u zelf en uw gezinnen van
2044  66, 7  |           ongelovigen, verontschuldigt u vandaag niet! U zal slechts
2045  66, 7  |        verontschuldigt u vandaag niet! U zal slechts vergolden worden
2046  66, 8  |                 O gij gelovigen, wendt u tot Allah in oprecht berouw.
2047  66, 8  |              dat uw Heer uw fouten van u zal verwijderen en u in
2048  66, 8  |               van u zal verwijderen en u in tuinen toelaten waar
2049  66, 11 |             bouw voor mij een huis bij U in het Paradijs, verlos
2050  67, 2  |             heeft ingesteld, opdat Hij u moge beproeven wie onder
2051  67, 2  |               moge beproeven wie onder u zich het beste gedraagt;
2052  67, 4  |               vermoeid en verzwakt tot u terugkeren. ~
2053  67, 8  |                er geen waarschuwer tot u?" ~
2054  67, 15 |                is het Die de aarde aan u onderworpen heeft; wandelt
2055  67, 16 |                          16. Voelt gij u veilig voor Hem Die in de
2056  67, 16 |                in de Hemel is, dat Hij u niet zal doen verzwelgen
2057  67, 17 |                          17. Voelt gij u veilig voor Hem Die in de
2058  67, 17 |           Hemel is, dat Hij niet tegen u een orkaan zal zenden? Dan
2059  67, 18 |                loochenden zij die vóór u waren ook (de boodschap).
2060  67, 20 |               20. Waar is uw leger dat u buiten Allah om zou kunnen
2061  67, 21 |              21. Of wie is er die voor u wil zorgen indien Hij Zijn
2062  67, 23 |              23. Zeg: "Hij is het, Die u schiep, en u oren, ogen
2063  67, 23 |               is het, Die u schiep, en u oren, ogen en hart gaf;
2064  67, 24 |               24. Zeg: "Hij is het Die u vermenigvuldigt op aarde
2065  67, 30 |              de aarde wegzakt, wie zal u dan helder stromend water
2066  68, 3  |          voorzeker er is een loon voor u dat niet zal ophouden. ~
2067  68, 6  |                             6. Wie van u bezeten is. ~
2068  68, 24 |               Laat heden geen arme bij u binnen komen." ~
2069  68, 28 |              sprak: "Zeide ik niet tot u: 'Waarom looft gij (God)
2070  68, 29 |            riepen zij uit: "Glorie zij U, onze Heer! Voorzeker wij
2071  68, 36 |                      36. Wat is er met u? Hoe oordeelt gij? ~
2072  68, 46 |              van hen een beloning voor u zelf zodat zij onder schuld
2073  68, 51 |               het vermaan horen willen u met hun blikken gaarne ten
2074  69, 11 |            wateren stegen, droegen Wij u de ark binnen, ~
2075  69, 12 |               Wij dit tot een les voor u mochten maken en opdat degene
2076  69, 49 |                 Wij weten dat er onder u loochenaars zijn. ~
2077  70, 36 |              ongelovigen die zich naar u toe spoeden ~
2078  71, 2  |            duidelijke waarschuwer voor u. ~
2079  71, 4  |                             4. Hij zal u uw zonden vergeven en u
2080  71, 4  |                u uw zonden vergeven en u uitstel verlenen tot een
2081  71, 11 |                 11. Hij zal regen voor u nederzenden in overvloed. ~
2082  71, 12 |               vermeerderen, en Hij zal u tuinen en rivieren schenken. ~
2083  71, 13 |                        13. Wat scheelt u, dat gij geen Wijsheid van
2084  71, 14 |                       14. En Hij heeft u door verschillende stadia
2085  71, 17 |                     17. En Allah heeft u voortgebracht vanuit de
2086  71, 18 |                 18. Vervolgens zal Hij u daarheen doen terugkeren,
2087  71, 18 |           daarheen doen terugkeren, en u daaruit opnieuw doen verrijzen. ~
2088  71, 19 |              Allah heeft de aarde voor u uitgespreid ~
2089  72, 21 |                uit mijzelf) geen macht u goed of kwaad te doen." ~
2090  73, 1  |                          1. O, gij die u omwikkelt! ~
2091  73, 5  |                5. Waarlijk, Wij dragen u een gewichtig Woord op. ~
2092  73, 8  |              naam van uw Heer, en geef u met volle toewijding aan
2093  73, 15 |               Waarlijk, Wij hebben tot u een boodschapper gezonden,
2094  73, 15 |        gezonden, die een getuige tegen u is, geljik Wij een boodschapper
2095  73, 17 |                       17. Hoe zult gij u, indien gij het ware geloof
2096  73, 20 |               deel van degenen die met u zijn. En Allah bepaalt de
2097  73, 20 |             Zich in barmhartigheid tot u gewend. Zegt dan zoveel
2098  73, 20 |             zoveel van de Koran op als u gemakkelijk valt. Hij weet
2099  73, 20 |               weet dat er enigen onder u ziek kunnen zijn, en anderen
2100  73, 20 |          zoveel van (de Koran) op, als u gemakkelijk valt en onderhoudt
2101  73, 20 |          lening. En wat goeds gij voor u uitzendt, gij zult betere
2102  74, 1  |                           1. O gij die u omhult! ~
2103  74, 6  |                 Bewijs geen gunsten om u daardoor te verrijken. ~
2104  74, 37 |                   37. Aan degene onder u, die vooruit wenst te gaan
2105  74, 42 |                         42. "Wat heeft u in de hel gebracht?" ~
2106  75, 34 |                               34. "Wee u! Wee dus over u." ~
2107  75, 34 |               34. "Wee u! Wee dus over u." ~
2108  75, 35 |                               35. "Wee u nogmaals en nog eens wee!" ~
2109  76, 9  |                 Zeggende): "Wij voeden u slechts ter wille van Allah.
2110  76, 9  |            geen beloning noch dank van u. ~
2111  76, 23 |                Wij hebben de Koran aan u bij gedeelten geopenbaard. ~
2112  77, 7  |                   7. Voorwaar, hetgeen u is beloofd moet gebeuren. ~
2113  77, 20 |                       20. Schiepen Wij u niet uit een kleine levenskiem ~
2114  77, 27 |            hoge bergen op geplaatst en u zoet (zuiver) watergegeven
2115  77, 30 |                            30. Begeeft u tot een schaduw van drie
2116  77, 38 |             der beslissing; Wij hebben u en degenen die vroeger leefden
2117  77, 46 |                   46. "Eet en vermaakt u een poosje (in dit leven).
2118  77, 48 |               hen wordt gezegd: "Buigt u neder!" dan buigen zij zich
2119  78, 8  |                       8. En hebben Wij u niet in paren geschapen? ~
2120  78, 12 |           zeven sterke (hemelen) boven u gebouwd; ~
2121  78, 30 |               dus de straf! Wij zullen u slechts hierin doen toenemen. ~
2122  78, 40 |               40. Voorwaar, Wij hebben u voor een straf die nabij
2123  79, 15 |            Heeft het verhaal van Mozes u niet bereikt? ~
2124  79, 18 |              En zeg tot hem: Zoudt gij u willen reinigen? ~
2125  79, 19 |                          19. En ik zal u tot uw Heer leiden opdat
2126  79, 33 |               33. Een voorziening voor u en voor uw vee. ~
2127  79, 42 |                         42. Zij vragen u omtrent het Uur: "Wanneer
2128  79, 43 |              Maar datgene waarmede gij u bezighoudt ~
2129  80, 8  |               8. Maar hij die zich tot u haast, ~
2130  80, 32 |                   32. Voorziening voor u en uw vee! ~
2131  81, 26 |                 26. Waarheen richt gij u dan? ~
2132  81, 28 |                     28. Voor hem onder u die oprecht wil wandelen. ~
2133  82, 6  |                   6. O mens, wat heeft u bedrogen omtrent uw Heer,
2134  82, 7  |                                 7. Die u schiep, daarna voltooide
2135  82, 7  |            schiep, daarna voltooide en u de juiste verhoudingen gaf? ~
2136  82, 8  |                           8. Hij heeft u gevormd in een vorm, die
2137  82, 10 |        voorzeker er zijn bewakers over u. ~
2138  85, 17 |             verhaal van de heerscharen u dan niet bereikt, ~
2139  87, 6  |                          6. Wij zullen u weldra onderwijzen zodat
2140  88, 1  |           overweldigende (gebeurtenis) u bereikt? ~
2141  90, 15 |                    15. Of een wees die u verwant is. ~
2142  92, 14 |                14. Daarom waarschuw Ik u voor het laaiend Vuur; ~
2143  93, 3  |                       3. Uw Heer heeft u niet verlaten, noch is Hij
2144  93, 3  |              noch is Hij mishaagd over u. ~
2145  93, 4  |                uur zal beter zijn voor u dan het vorige. ~
2146  93, 5  |                En voorwaar uw Heer zal u geven, en gij zult tevreden
2147  93, 6  |                            6. Vond Hij u niet als wees, en beschermde
2148  93, 6  |                als wees, en beschermde u? ~
2149  93, 7  |                         7. En vond Hij u niet zoekende en leidde
2150  93, 7  |            niet zoekende en leidde Hij u? ~
2151  93, 8  |                         8. En vond Hij u niet in armoede en verrijkte
2152  93, 8  |                in armoede en verrijkte u? ~
2153  94, 1  |          Hebben Wij uw borst niet voor u verruimd? ~
2154  94, 2  |                 2. En uw last niet van u weggenomen? ~
2155  94, 8  |                             8. En wend u tot uw Heer. ~~
2156  95, 7  |               7. Wat is de oorzaak die u het Gericht doet loochenen? ~
2157  96, 19 |         gehoorzaam hem niet, maar werp u neder en zoek Zijn nabijheid. ~~
2158  97, 1  |                1. Waarlijk, Wij hebben u (de Koran) nedergezonden,
2159 102, 1  |            rijkdom (en kinderen) maakt u onachtzaam, ~
2160 108, 1  |                1. Voorwaar, Wij hebben u in overvloed het goede gegeven. ~
2161 109, 6  |                       6. Derhalve voor u uw godsdienst en voor mij
2162 110     |                de profeet, salla Allah u alihi wa sallam, gereveleerd