Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
jongeling 2
jongelingen 3
jood 1
jozef 37
jozefs 1
jubelen 1
jubelend 2
Frequency    [«  »]
37 69
37 75
37 dagen
37 jozef
37 ontkennen
37 redden
37 toevlucht

Koran

IntraText - Concordances

jozef

   Sura, Verse
1 6, 84| afstammelingen: David, Salomo, Job, Jozef, Mozes en Aäron. Zo belonen 2 12 | 12. Jozef (Joesof) ~Geopenbaard vóór 3 12, 4 | 4. Toen Jozef tot zijn vader zeide: "O 4 12, 7 | in (de geschiedenis van) Jozef en zijn broeders. ~ 5 12, 8 | Toen zij zeiden: "Voorwaar, Jozef en zijn broeder zijn onze 6 12, 9 | 9. "Doodt Jozef of verdrijft hem naar een ( 7 12, 10| Eén hunner zeide: "Doodt Jozef niet, maar als gij iets 8 12, 11| vertrouwt gij ons niet aangaande Jozef, hoewel wij hem welgezind 9 12, 17| hielden een wedloop en lieten Jozef met onze goederen achter 10 12, 21| aannemen." En zo vestigden Wij Jozef in het land, opdat Wij hem 11 12, 26| 26. Hij (Jozef) zeide: "Zij is het die 12 12, 29| 29. "O, Jozef, wend u hiervan af en gij ( 13 12, 31| een mes en zeide dan (tot Jozef): "Ga naar hen toe." En 14 12, 33| 33. Hij (Jozef) zeide: "O mijn Heer, ik 15 12, 45| herinnerde zich na enige tijd Jozef, en zeide toen: "Ik zal 16 12, 46| 46. "O, Jozef! gij man der waarheid, leg 17 12, 50| de boodschapper tot hem (Jozef) kwam, zeide hij: "Ga terug 18 12, 51| het geval met u toen gij Jozef tegen zijn wil zocht te 19 12, 54| houden." En toen hij tot hem (Jozef) had gesproken, zeide hij: " 20 12, 56| 56. En zo vestigden Wij Jozef in het land. Hij vertoefde 21 12, 62| 62. En hij (Jozef) zeide tot zijn dienaren: " 22 12, 69| 69. En toen zij Jozef bezochten, huisvestte deze 23 12, 76| maakten Wij plannen voor Jozef. Hij kon zijn broeder volgens 24 12, 77| diefstal gepleegd." Maar Jozef hield het in zijn hart geheim 25 12, 79| 79. Hij (Jozef) zeide: "Allah verhoede, 26 12, 80| voorheen in uw plicht tegenover Jozef hebt gefaald? Ik zal het 27 12, 84| O ik heb verdriet over Jozef." En zijn ogen werden gevuld 28 12, 85| zult niet ophouden over Jozef te praten, totdat gij zijt 29 12, 87| zonen, gaat en zoekt naar Jozef en zijn broeder en wanhoopt 30 12, 88| zij (opnieuw) voor hem (Jozef) kwamen, zeiden zij: "O, 31 12, 89| zeide: "Weet gij wat gij Jozef en zijn broeder aandeedt, 32 12, 90| Zij vroegen. "Zijt gij dan Jozef?" Hij zeide: "Ik ben Jozef 33 12, 90| Jozef?" Hij zeide: "Ik ben Jozef en dit is mijn broeder. 34 12, 92| 92. Hij (Jozef) zeide: "Heden zij er geen 35 12, 94| bemerk voorzeker de geur van Jozef, zelfs al ziet gij mij voor 36 12, 99| 99. En toen zij tot Jozef kwamen, huisvestte hij zijn 37 40, 34| 34. En voordien kwam Jozef tot u met duidelijke tekenen,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License