bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 2 | 101 - 150~
2 2, 101| 101. En nu er een boodschapper
3 3 | 101 - 150~
4 3, 101| 101. Hoe kunt gij verwerpen,
5 4 | 101 - 150~
6 4, 101| 101. En wanneer gij door het
7 5 | 101 - 120~
8 5, 101| 101. O, gij die gelooft, vraagt
9 6 | 101 - 150~
10 6, 101| 101. Wondere Schepper der hemelen
11 7 | 101 - 150~
12 7, 101| 101. Zo waren de steden wier
13 9 | 101 - 129~
14 9, 101| 101. Van de u omringende woestijn-Arabieren
15 10 | 101 - 109~
16 10, 101| 101. Zeg: "Overweeg, wat in
17 11 | 101 - 123~
18 11, 101| 101. En Wij deden hun geen onrecht
19 12 | 101 - 111~
20 12, 101| 101. "O, mijn Heer, Gij hebt
21 16 | 101 - 128~
22 16, 101| 101. En wanneer Wij het ene
23 17 | 101 - 111~
24 17, 101| 101. En voorwaar, wij schonken
25 18 | 101 - 110~
26 18, 101| 101. Wier ogen gesluierd waren
27 20 | 101 - 135~
28 20, 101| 101. Daaronder zullen zij blijven
29 21 | 101 - 112~
30 21, 101| 101. Voorzeker degenen, aan
31 23 | 101 - 118~
32 23, 101| 101. En wanneer de bazuin wordt
33 26 | 101 - 150~
34 26, 101| 101. Noch een boezemvriend. ~
35 37 | 101 - 150~
36 37, 101| 101. Dan gaven Wij hem de blijde
37 101 | 101. De Dag van Oproering (Al-Qaariah) ~
|