Sura, Verse
1 2, 258| zeide: "Nu, Allah doet de zon van het Oosten opgaan, doet
2 6, 78 | 78. En toen hij de zon zag stralen zeide hij: "
3 6, 96 | voor rust ingesteld en de zon en de maan voor het uitrekenen (
4 7, 54 | die hem snel opvolgt. De zon en de maan en de sterren
5 10, 5 | 5. Hij is het, Die de zon tot een stralend licht maakte
6 12, 4 | zag ik elf sterren en de zon en de maan en ik zag ze
7 13, 2 | de troon. En Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld;
8 14, 33 | 33. En Hij heeft ook de zon en de maan, die beiden hun
9 16, 12 | gebod de nacht, de dag, de zon, de maan en de sterren in
10 17, 78 | bij het verbleken van de zon tot aan het donker van de
11 18, 17 | 17. En wanneer de zon opgaat zult gij haar zich
12 18, 86 | richting van de ondergaande zon bereikte, en deze in een
13 18, 90 | het land van de rijzende zon bereikte, en ontdekte dat
14 20, 119| zijn aan de hitte van de zon." ~
15 20, 130| toekomt voor het opgaan der zon en voor haar ondergang en
16 21, 33 | en de dag schiep. Ook de zon en de maan, elk hunner beweegt
17 22, 18 | hemelen en op aarde is, de zon, de maan, de sterren, de
18 25, 45 | gemaakt - Dan hebben Wij de zon tot een leider er van gemaakt. ~
19 25, 61 | de sterren, de stralende zon en de glanzende maan aan
20 27, 24 | dat zij en haar volk de zon aanbaden in plaats van Allah
21 29, 61 | de aarde geschapen, en de zon en de maan in dienst gesteld?"
22 31, 29 | in de nacht en dat hij de zon en de maan in dienst heeft
23 33, 46 | gebod, en als een stralende zon. ~
24 35, 13 | de nacht. En Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld;
25 36, 38 | 38. En de zon beweegt zich naar haar bestemming.
26 36, 40 | 40. De zon mag de maan niet achterhalen
27 38, 32 | mijn Heer." Toen zij (de zon) door een sluier verborgen
28 39, 5 | de nacht; en Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld;
29 41, 37 | zijn de dag en de nacht, de zon en de maan; derhalve werpt
30 41, 37 | werpt u niet neder voor de zon of de maan maar werpt u
31 55, 5 | 5. De zon en de maan doorlopen hun
32 71, 16 | licht heeft geplaatst en de zon als een stralende lamp! ~
33 75, 9 | 9. En de zon en de maan zullen samen
34 81, 1 | 1. Wanneer de zon wordt omhuld, ~
35 91 | 91. De Zon (Asj-Sjams) Geopenbaard
36 91, 1 | 1. Bij de zon en haar licht, ~
|