Sura, Verse
1 2, 130| volgende zal hij gewis onder de rechtvaardigen zijn. ~
2 3, 39 | en een profeet onder de rechtvaardigen zijn. ~
3 3, 46 | leeftijd en hij zal één der rechtvaardigen zijn." ~
4 3, 114| werken. Dezen behoren tot de rechtvaardigen. ~
5 3, 193| en doe ons sterven met de rechtvaardigen. ~
6 3, 198| bij Allah is, is voor de rechtvaardigen beter. ~
7 5, 27 | neemt alleen iets van de rechtvaardigen aan." - ~
8 5, 42 | Voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief. ~
9 7, 168| aarde. Er zijn onder hen rechtvaardigen en er zijn onrechtvaardigen.
10 9, 36 | en weet, dat Allah met de rechtvaardigen is. ~
11 9, 44 | hun persoon. Allah kent de rechtvaardigen goed. ~
12 11, 115| Allah doet het loon der rechtvaardigen niet verloren gaan. ~
13 12, 56 | en Wij laten het loon Aer rechtvaardigen niet te gronde gaan. ~
14 12, 101| Moslim en verenig mij met de rechtvaardigen." ~
15 16, 31 | wensen. Zo beloont Allah de rechtvaardigen. ~
16 16, 122| Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren. ~
17 19, 72 | 72. Dan zullen Wij de rechtvaardigen redden en de bozen op hun
18 21, 75 | op, want hij was een der rechtvaardigen. ~
19 21, 86 | want zij behoorden tot de rechtvaardigen. ~
20 25, 15 | tuin der eeuwigheid die de rechtvaardigen is beloofd? Deze zal hun
21 26, 83 | wijsheid en voeg mij bij de rechtvaardigen; ~
22 26, 90 | worden gebracht voor de rechtvaardigen. ~
23 28, 27 | Allah het wil, dat ik tot de rechtvaardigen behoor." ~
24 29, 27 | Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren. ~
25 37, 112| Izaäk, een profeet onder de rechtvaardigen. ~
26 44, 51 | 51. Voorwaar, de rechtvaardigen zullen in een woning van
27 49, 9 | Voorwaar, Allah heeft de rechtvaardigen lief. ~
28 50, 31 | de Hemel zal dicht bij de rechtvaardigen worden gebracht en niet
29 51, 15 | 15. Maar de rechtvaardigen zullen te midden van tuinen
30 54, 54 | 54. Voorwaar, de rechtvaardigen zullen te midden van tuinen
31 60, 8 | voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief. ~
32 63, 10 | zou kunnen geven en tot de rechtvaardigen behoren?" ~
33 65, 2 | behoorlijke wijze en roept twee rechtvaardigen vanuit uw midden tot getuigen
34 66, 4 | bovendien zijn Gabriël, de rechtvaardigen onder de gelovigen en de
35 68, 34 | 34. Inderdaad, voor de rechtvaardigen zijn er verrukkelijke tuinen
36 78, 31 | Voorwaar, er is triomf voor de rechtvaardigen, ~
|