Sura, Verse
1 4, 51 | gegeven? Zij geloven in afgoden en duivelen en zeggen van
2 5, 3 | geslacht. Verder hetgeen voor afgoden is geslacht en wat gij loot
3 5, 90 | wijn en het hazardspel en afgoden en toverpijlen zijn niet
4 6, 74 | vader Azar zeide: "Neemt gij afgoden tot Goden? Ik zie u en uw
5 6, 78 | niets uitstaande met uw afgoden." ~
6 6, 81 | 81. "En hoe kan ik uw afgoden vrezen, terwijl gij zelf
7 6, 136| denken. Maar hetgeen voor hun afgoden is, bereikt Allah niet,
8 6, 136| hetgeen voor Allah is, hun afgoden wel bereikt. Slecht is hetgeen
9 6, 137| der afgodendienaren hun afgoden het doden hunner kinderen
10 7, 138| tot een volk dat aan zijn afgoden was gehecht. Zij zeiden: "
11 10, 34 | 34. Zeg: "Is er één uwer afgoden die de schepping voortbrengt
12 10, 35 | 35. Zeg: "Is er één uwer afgoden, die tot de waarheid leidt?"
13 10, 66 | volgen zij die buiten Allah afgoden aanroepen? Zij volgen slechts
14 10, 71 | dan al uw plannen en uw afgoden bijeen; laat dan uw handelwijze
15 11, 54 | ook, dat ik niets met uw afgoden uitstaande heb." ~
16 14, 35 | kinderen van het aanbidden van afgoden." ~
17 16, 73 | aanbidden naast Allah dingen (afgoden) die over hun levensonderhoud
18 16, 86 | wanneer de afgodendienaren hun afgoden zullen zien, zullen zij
19 16, 86 | buiten u aanbaden." Maar zij (afgoden) zullen tegenwerpen: "Gij
20 18, 52 | Dan zullen zij hen (de afgoden) aanroepen, doch dezen zullen
21 19, 82 | niet! Integendeel zij (de afgoden) zullen hun aanbidding ontkennen
22 21, 57 | bij Allah, ik zal tegen uw afgoden een plan beramen nadat gij
23 26, 96 | twisten, zullen zij (tegen de afgoden) zeggen: ~
24 28, 64 | worden gezegd: "Roept uw afgoden aan." En zij zullen hen
25 28, 68 | kiest wat Hij wil, zij (de afgoden) hebben geen keuze. Glorie
26 29, 17 | aanbidt naast Allah slechts afgoden en gij verzint leugens.
27 29, 25 | hebt naast Allah slechts afgoden voor u gekozen terwille
28 30, 13 | 13. Geen hunner afgoden zal voor hen een bemiddelaar
29 30, 40 | herleven. Is er een onder uw afgoden, die iets dergelijks kan
30 39, 36 | doen vrezen voor hen (de afgoden) die buiten Allah zijn.
31 39, 43 | Vraag: "Zelfs indien zij (de afgoden) nergens macht over hebben
32 40, 73 | worden gezegd: "Waar zijn (de afgoden), die gij met Allah hadt
33 41, 48 | 48. En de afgoden welke zij voorheen plachten
34 45, 10 | zal hen niet baten noch de afgoden die zij buiten Allah tot
35 46, 5 | dan hij die buiten Allah (afgoden) aanroept, die tot de Dag
36 46, 6 | verzameld zullen dezen (de afgoden) hun vijanden worden en
|