Sura, Verse
1 2, 101| van het Boek, Allah's Boek achter zich geworpen, alsof zij
2 2, 224| 224. En verschuilt u niet achter Allah met uw eden om u te
3 2, 255| hetgeen voor hen is en wat achter hen is en zij kunnen niets
4 4, 72 | En onder u is hij, die achter blijft en als u een rampspoed
5 4, 102| hebben verricht, laat hen achter u gaan en laat die andere
6 6, 94 | hetgeen Wij u schonken achter u gelaten en Wij zien de
7 7, 17 | ik mij gewis vóór hen en achter hen en van hun rechter en
8 8, 57 | ontmoet, jaagt dan degenen die achter hen zign vrees aan wegens
9 9, 81 | 81. Zij die achter de boodschapper van Allah
10 9, 86 | toestemming en zeggen: "Laat ons achter, opdat vij bij de achterblijvers
11 9, 120| woestijn-Arabieren niet, dat zij achter de boodschapper van Allah
12 12, 17 | Jozef met onze goederen achter en de wolf verslond hem;
13 13, 11 | bewakers (engelen) vóór en achter hem; zij bewaken hem door
14 15, 65 | met uw familie weg en volg achter hen. En laat niemand uwer
15 18, 79 | onbruikbaar te maken want achter hen was een koning die alle (
16 19, 64 | vóór ons is en al hetgeen achter ons is en al hetgeen er
17 20, 110| hetgeen vóór hen en al hetgeen achter hen is, maar zij kunnen
18 21, 28 | wat vóór hen is, en wat achter hen is, zij zijn voor niemand
19 22, 76 | hetgeen vóór hen en hetgeen achter hen is en naar Allah worden
20 23, 100| een woord dat hij uit." En achter hen is een hindernis tot
21 29, 32 | behalve zijn vrouw, die achter zal blijven." ~
22 29, 35 | hier een duidelijk teken achter voor een volk, dat begrijpt. ~
23 33, 53 | vraagt, vraagt het dan van achter het gordijn. Dat is reiner
24 34, 9 | naar hetgeen vóór hen en achter hen, van de hemel en van
25 36, 9 | vóór hen en een hinderpaal achter hen geplaatst en Wij hebben
26 36, 45 | hetgeen vóór u is en hetgeen achter u is, opdat u barmhartigheid
27 41, 14 | boodschappers van vóór hen en achter hen tot hen kwamen, zeggende: "
28 41, 25 | die hetgeen vóór hen en achter hen was schoonschijnend
29 42, 51 | dan door ingeving of van achter een sluier of door een boodschapper
30 43, 36 | de Barmhartige afkeert, achter hem zetten Wij een satan,
31 44, 25 | tuinen en bronnen lieten zij achter! ~
32 51, 37 | lieten daarin een teken achter voor hen, die de pijnlijke
33 59, 14 | in versterkte steden of achter muren, ofschoon zij onderling
34 72, 27 | Hij een wacht vóór hem en achter hem gaan, ~
35 74, 28 | laat het iets (onverteerd) achter, ~
36 84, 10 | Maar hij, wie het boek achter zijn rug wordt gegeven, ~
|