Sura, Verse

 1   2, 89 |         bij hen was, hoewel zij voordien om overwinning over de ongelovigen
 2   2, 97 |        vervullende datgene, wat voordien kwam, een leidraad zijnde
 3   2, 198|       heeft geleid, terwijl gij voordien tot de dwalenden behoordet. ~
 4   3, 3  |      aan voorafgaat en Hij zond voordien de Torah en het Evangelie
 5   3, 164| wijsheid onderwijst, hoewel zij voordien duidelijk dwaalden. ~
 6   4, 94 |         overvloed. Zo waart gij voordien maar Allah bewees u Zijn
 7   4, 136|         en in het Boek, dat Hij voordien openbaarde. En wie Allah
 8   4, 160|        de reine dingen die ben (voordien) waren toegestaan. ~
 9   5, 59 |     nedergezonden en in hetgeen voordien was nedergezonden of doordat
10   5, 77 |      neigingen van een volk dat voordien afdwaalde en velen deed
11   6, 84 |       Wij leidden elk hunner en voordien leidden Wij Noach en van
12   7, 155|          kondet, Gij hen en mij voordien reeds hebben vernietigd.
13   9, 48 |          Voorzeker, zij zochten voordien reeds tweedracht te scheppen
14  10, 16 |      gemaakt. Voorzeker, ik heb voordien een heel leven onder u doorgebracht.
15  10, 91 |             91. Nu? Terwijl gij voordien ongehoorzaam waart en tot
16  11, 78 |       haastig naar hem toe. Ook voordien plachten zij kwaad te doen.
17  12, 6  |      vervohnaken, zoals Hij die voordien aan twee uwer voorvaderen,
18  14, 22 |          Ik verwerp dat gij mij voordien met Allah hebt vereenzelvigd.
19  16, 118|            118. En Wij verboden voordien de Joden al hetgeen Wij
20  17, 107|        gelooft, degenen aan wie voordien kennis was geschonken werpen
21  19, 7  |  Johannes) zal zijn. Wij hebben voordien niemand aan hem gelijk gemaakt." ~
22  19, 9  |  gemakkelijk voor Mij, Ik heb u voordien geschapen toen gij niets
23  21, 76 |               76. En toen Noach voordien riep, verhoorden Wij zijn
24  21, 105|                         105. En voordien hebben Wij na de Vermaning
25  27, 42 |       ware dezelfde." En ons is voordien kennis gegeven en wij zijn
26  28, 12 |        Wij hadden hem de minnen voordien verboden. Daarom zeide zij (
27  28, 52 |        Zij aan wie Wij het Boek voordien gaven, geloven er in. ~
28  29, 48 |                          48. En voordien placht gij geen boek te
29  30, 42 |       einde was van degenen die voordien waren. De meesten hunner
30  30, 49 |                49. Ofschoon zij voordien, voordat hij (de regen)
31  33, 62 |     handelwijze met degenen die voordien zijn heengegaan en in Allah'
32  35, 31 |    Waarheid, vervullend hetgeen voordien (geopenbaard) was. Voorzeker,
33  40, 34 |                          34. En voordien kwam Jozef tot u met duidelijke
34  46, 12 |                          12. En voordien was het Boek van Mozes een
35  56, 45 |                             45. Voordien waren zij inderdaad in weelde (