Sura, Verse
1 3, 22 | en voor het Hiernamaals verloren zijn gegaan; er zal geen
2 3, 153| treuren over hetgeen was verloren, noch over hetgeen met u
3 3, 171| beloning der gelovigen niet verloren doet gaan. ~
4 3, 195| hetzij man of vrouw, niet verloren doen gaan. - Gij behoort
5 5, 53 | waren?" Hun werken zijn verloren gegaan en zij zijn verliezers
6 6, 24 | plachten te verzinnen voor hen verloren is gegaan. ~
7 6, 88 | hetgeen zij plachten te doen, verloren zijn gegaan. ~
8 6, 94 | gij placht te beweren is verloren gegaan. ~
9 7, 37 | zullen antwoorden: "Het is verloren geraakt voor ons," en zij
10 7, 53 | zij verzonnen is voor hen verloren gegaan. ~
11 7, 147| verloochenen - hun werken zullen verloren gaan. Zullen zij worden
12 7, 170| beloning der goeden niet verloren gaan. ~
13 9, 69 | wereld en in het Hiernamaals verloren zijn gegaan. En zij zijn
14 9, 120| degenen, die goed doen niet verloren gaan. ~
15 10, 22 | zij overtuigd zijn dat zij verloren zijn; dan roepen zij Allah
16 10, 30 | plachten te verzinnen zal verloren gaan. ~
17 11, 115| der rechtvaardigen niet verloren gaan. ~
18 12, 90 | het loon der goeden nooit verloren gaan." ~
19 13, 14 | ongelovigen gaat slechts verloren. ~
20 15, 39 | Mijn Heer, daar Gij mij verloren hebt geacht, zal ik voor
21 18, 30 | beloning der goeden niet verloren gaan. ~
22 18, 105| Derhalve zijn hun werken verloren gegaan en op de Dag der
23 20, 16 | afwenden; anders zoudt gij verloren gaan." ~
24 20, 111| ongerechtigheid begaat zal verloren gaan. ~
25 23, 34 | gehoorzaamt dan zijt gij zeker verloren. ~
26 24, 10 | barmhartigheid voor u (dan waart gij verloren gegaan). Voorzeker Allah
27 24, 20 | Genadevol is, (dan zoudt gij verloren zijn gegaan). ~
28 25, 18 | aanmaning vergaten en een verloren volk werden." ~
29 32, 10 | wanneer wij in de aarde verloren zijn, opnieuw worden geschapen?"
30 40, 74 | zullen zeggen: "Zij zijn verloren gegaan. Neen, wij plachten
31 40, 78 | en dan gaan de leugenaars verloren. ~
32 40, 85 | zo gingen de ongelovigen verloren. ~~
33 41, 48 | te roepen, gaan voor hen verloren en zij zullen weten dat
34 42, 45 | Dag der Opstanding hebben verloren." Ziet toe! de onrechtvaardigen
35 57, 23 | treuren over hetgeen gij verloren hebt noch juichen over hetgeen
|