Sura, Verse

 1   3, 14 |     goud en zilver, raspaarden, vee en akkers. Dat is de voorziening
 2   4, 119|      zij zullen de oren van het vee afsnijden en ik zal hen
 3   6     |                          6. Het Vee (Al-An'aam)  Geopenbaard
 4   6, 136|       van de oogsten en van het vee aangewezen, dat Hij heeft
 5   6, 138|         Zij zeggen: "Dit en dat vee en die en die oogsten zijn
 6   6, 138|     alzo beweren zij - en er is vee, welks ruggen verboden zijn
 7   6, 138|   ruggen verboden zijn en er is vee, waarover zij de naam van
 8   6, 139|      baarmoeders van dit en dat vee is, is uitsluitend voor
 9   6, 142|         En Hij schiep onder het vee lastvee en slachtvee. Eet
10   7, 179|         niet mede. Zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (
11  10, 24 |    weelderig, waarvan mensen en vee eten, totdat, wanneer de
12  16, 5  |                       5. En het vee heeft Hij geschapen, waarvan
13  16, 10 |        groeien, waarmede gij uw vee voedert. ~
14  16, 66 |                     66. Ook het vee bevat voorzeker een les
15  16, 80 |       Hij van de huiden van het vee woonplaatsen voor u gemaakt
16  20, 54 |         eet hiervan en weidt uw vee." Voorwaar, hierin liggen
17  22, 18 |        de bergen, de bomen, het vee en een groot deel der mensen;
18  22, 28 |     vastgestelde dagen over het vee waarvan Hij hen heeft voorzien.
19  22, 30 |        En wettig voor u is alle vee behalve hetgeen u anderszins
20  22, 34 |       mogen uitspreken over het vee dat Hij hun heeft gegeven.
21  23, 21 |                   21. En in het vee is eveneens een les voor
22  25, 44 | begrijpen? Zij zijn slechts als vee - neen, zij zijn verder
23  25, 49 |        aan Onze schepping - aan vee en mensen in grote getale. ~
24  26, 133|         Hij heeft u overvloedig vee en kinderen geschonken, ~
25  28, 23 |        een groep mannen die hun vee drenkten. En hij vond naast
26  32, 27 | voortbrengen waarvan zij en hun vee eten? Willen zij dan niet
27  35, 28 |        28. Ook mensen, beesten, vee zijn van verschillende kleur.
28  36, 71 |      handen gemaakt hebben, Wij vee hebben geschapen, waar zij
29  39, 6  |      Hij zond voor u acht stuks vee in paren neder. Hij vormde
30  40, 79 |         79. Het is Allah, Die u vee heeft gegeven, opdat gij
31  42, 11 |      paren gemaakt, evenals het vee, te uwen behoeve. Daardoor
32  47, 12 |      vermaken en eten zoals het vee; het Vuur zal hun tehuis
33  79, 33 |   voorziening voor u en voor uw vee. ~
34  80, 32 |        Voorziening voor u en uw vee! ~
35 105, 5  |      als fijn gekauwd (door het vee) stro? ~~