Sura, Verse

 1   2, 51 |        aanbidden) en gij werdt overtreders. ~
 2   2, 99 |     gegeven en niemand, dan de overtreders, verwerpt ze. ~
 3   2, 124|        Mijn verbond betreft de overtreders niet". ~
 4   2, 190|      Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief. ~
 5   2, 229|    grenzen overschrijden, zijn overtreders. ~
 6   2, 246|   aantal hunner; Allah kent de overtreders goed. ~
 7   3, 82 |         zij) zijn voorzeker de overtreders. ~
 8   3, 110|    maar de meesten hunner zijn overtreders. ~
 9   3, 151|        slecht is de woning der overtreders. ~
10   5, 47 |     heeft geopenbaard, zijn de overtreders. ~
11   5, 87 |       Waarlijk, Allah heeft de overtreders niet lief. ~
12   5, 107|      eersten) en wij zijn geen overtreders, want dan zouden wij inderdaad
13   6, 119|      Waarlijk, uw Heer kent de overtreders het beste. ~
14   6, 124|       een strenge straf zal de overtreders voorzeker treffen, wegens
15   7, 55 |   verborgene aan. Hij heeft de overtreders zeker niet lief. ~
16   7, 102| bevonden dat de meesten hunner overtreders waren. ~
17   7, 145|   weldra de verblijfplaats der overtreders tonen. ~
18   7, 148|      als hun god) en zij waren overtreders. ~
19   7, 163|   beproefden Wij hen omdat zij overtreders waren. ~
20   9, 10 |  gelovige in acht, en zij zijn overtreders. ~
21   9, 23 |     bevriend is behoort tot de overtreders. ~
22   9, 84 |       en stierven, terwijl zij overtreders waren. ~
23  10, 39 |       wat het einde was van de overtreders. ~
24  10, 74 |    verzegelen Wij het hart der overtreders. ~
25  23, 7  |  perken te buiten gaan, zullen overtreders zijn. ~
26  24, 4  |    nooit meer, want dezen zijn overtreders. ~
27  24, 55 |       geloof verwerpen, zullen overtreders zijn. ~
28  40, 43 |  terugkeer is tot Allah, en de overtreders zullen de bewoners van het
29  54, 47 |              47. Voorzeker, de overtreders zullen in dwaling verkeren
30  57, 26 |        de meesten hunner waren overtreders. ~
31  57, 27 |     maar velen onder hen waren overtreders. ~
32  59, 5  |        toelating, opdat Hij de overtreders mocht vernederen. ~
33  59, 19 |     doen vergeten. Zij zijn de overtreders. ~
34  68, 31 |       ons, wij waren inderdaad overtreders. ~
35  70, 31 |   voorschriften) handelen zijn overtreders - ~