Sura, Verse

 1   2, 49 |     bittere marteling kwelde, Uw zonen dodend en uw vrouwen sparend;
 2   2, 132| hetzelfde legde Abraham aan zijn zonen op en Jacob deed desgelijks,
 3   2, 132|    desgelijks, zeggende: "O mijn zonen, Allah heeft waarlijk dit
 4   2, 133|       Jacob kwam en hij tot zijn zonen zeide: "Wat zult gij na
 5   2, 146|      erkennen dit, zoals zij hun zonen erkennen, maar voorzeker,
 6   4, 23 |         en de vrouwen uwer eigen zonen (zign ook verboden) alsmede
 7   5, 27 |          het verhaal van de twee zonen van Adam, toen zij een offer
 8   6, 100|      dichten Hem, zonder kennis, zonen en dochters toe. Heilig
 9   7, 127|      antwoordde: "Wij zullen hun zonen doden en hun vrouwen sparen.
10   7, 141|       marteling onderwierp en uw zonen doodde en uw vrouwen spaarde.
11   9, 24 |           Indien uw vaders en uw zonen en uw broeders en uw vrouwen
12  12, 67 |        67. En hij zeide: "O mijn zonen, gaat niet door één poort
13  12, 87 |                      87. "O mijn zonen, gaat en zoekt naar Jozef
14  14, 6  | smartelijke foltering kwelde, uw zonen doodde en uw vrouwen spaarde;
15  16, 57 |         zichzelf wat zij wensen (zonen). ~
16  17, 40 |        uw Heer u bevoorrecht met zonen en Zelf dochters gekozen
17  23, 55 |         vanwege de rijkdom en de zonen waarmee Wij hen helpen, ~
18  24, 31 |         haar echtgenoot, of haar zonen of de zonen van haar echtgenoot,
19  24, 31 |  echtgenoot, of haar zonen of de zonen van haar echtgenoot, of
20  24, 31 |          of haar broeders, of de zonen van haar broeders, of de
21  24, 31 |         van haar broeders, of de zonen van haar zusters of haar
22  28, 4  |         beschouwde doodde hij de zonen en spaarde de vrouwen. Zeker,
23  33, 4  |          heeft Hij uw aangenomen zonen tot uw (werkelijke) zonen
24  33, 4  |        zonen tot uw (werkelijke) zonen gemaakt. Dat is slechts
25  33, 37 |       vrouwen van hun aangenomen zonen, als zij van haar zijn gescheiden.
26  33, 55 |          aan haar vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen
27  33, 55 |     zonen of haar broeders of de zonen van haar broeders, of de
28  33, 55 |         van haar broeders, of de zonen van haar zusters en hun
29  37, 149|       dochters heeft terwijl zij zonen hebben? ~
30  37, 153|       Hij dochters gekozen boven zonen? ~
31  40, 25 |      kwam, zeiden zij: "Doodt de zonen der gelovigen met hem en
32  43, 16 |        dochters genomen en u met zonen geëerd? ~
33  52, 39 |      Allah) dochters terwijl gij zonen hebt? ~
34  74, 13 |                           13. En zonen die bij hem zijn. ~