Sura, Verse
1 2, 85 | gij het volk, dat uw eigen broeders doodt en een gedeelte van
2 2, 220| met hen omgaat zijn zij uw broeders. En Allah weet de kwaadstichters
3 3, 103| werdt gij door Zijn gunst broeders en gij waart aan de rand
4 3, 156| ongelovigen die over hun broeders, wanneer zij door het land
5 3, 168| Degenen, die omtrent hun broeders zeiden terwijl zij zelf
6 4, 11 | een derde deel en als hij broeders en zusters heeft, dan is
7 4, 23 | uw moeders zusters en uw broeders dochters en uw zusters dochters
8 7, 150| tafelen neder en greep zijn broeders haar en sleepte hem naar
9 9, 11 | Zakaat betalen worden zij uw broeders in het geloof. Wij leggen
10 9, 23 | gelooft, neemt uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij
11 9, 24 | vaders en uw zonen en uw broeders en uw vrouwen en uw verwanten
12 12, 7 | geschiedenis van) Jozef en zijn broeders. ~
13 12, 58 | 58. En Jozefs broeders kwamen en gingen bij hem
14 12, 70 | hij een drinkbeker in zijn broeders zadeltas. Toen riep een
15 12, 76 | hem (drinkbeker) uit zijn broeders tas. Zo maakten Wij plannen
16 12, 77 | 77. Zij (zijn broeders) zeiden: "Als deze heeft
17 12, 100| tweedracht tussen mij en mijn broeders had gezaaid. Voorzeker,
18 15, 47 | op tronen zullen zij als broeders tegenover elkander zitten. ~
19 17, 27 | de verkwisters zijn de broeders der duivelen en de duivel
20 24, 31 | haar echtgenoot, of haar broeders, of de zonen van haar broeders,
21 24, 31 | broeders, of de zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters
22 24, 61 | eet of in de huizen van uw broeders, of in de huizen van uw
23 24, 61 | de huizen van uw vaders broeders, of in de huizen van uw
24 24, 61 | de huizen van uw moeders broeders, of in de huizen van uw
25 33, 5 | niet kent, dan zijn zij uw broeders in het geloof en uw vrienden,
26 33, 18 | tegenhouden, en hen, die tegen hun broeders zeggen: "Komt naar ons toe,"
27 33, 55 | vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen van haar broeders,
28 33, 55 | broeders of de zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters
29 49, 10 | gelovigen zijn voorzeker broeders. Bewaart daarom vrede onder
30 49, 10 | Bewaart daarom vrede onder uw broeders en weest godvruchtig opdat
31 50, 13 | van Aad, en Pharao en de broeders van Lot eveneens, ~
32 58, 22 | of hun kinderen, of hun broeders, of hun verwanten. Dezen
33 59, 10 | Heer, vergeef ons en onze broeders, die ons voorafgingen in
34 59, 11 | zeggen tegen hun ongelovige broeders onder de mensen van het
|