Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ze 56
zedelijk 1
zedige 1
zee 33
zeeën 6
zeëen 2
zeer 16
Frequency    [«  »]
33 verloochenden
33 wend
33 wilde
33 zee
32 bereid
32 dragen
32 geboden

Koran

IntraText - Concordances

zee

   Sura, Verse
1 2, 50 | 50. En toen Wij de zee voor u spleten en u redden 2 2, 164| en in de schepen die de zee bevaren, met datgene wat 3 5, 96 | 96. De vangst uit zee en het eten ervan is wettig 4 6, 59 | op het land en wat in de zee is. En er valt geen blad 5 6, 63 | rampen van het land en van de zee wanneer gij Hem in nederigheid 6 6, 97 | duisternissen van het land en van de zee moogt volgen. Wij hebben 7 7, 136| derhalve en verdronken hen in zee, omdat zij Onze tekenen 8 7, 138| kinderen Israëls door de zee trekken en zij kwamen tot 9 7, 163| omtrent de stad, die aan de zee lag. Toen zij de Sabbath 10 10, 22 | stelt door het land en op zee te reizen, totdat, wanneer 11 10, 90 | kinderen Israëls over de zee; Pharao en zijn scharen 12 14, 32 | door Zijn gebod over de zee mogen varen en Hij heeft 13 16, 14 | 14. En Hij is het, Die de zee tot uw beschikking heeft 14 17, 66 | de schepen voor u over de zee stuwt, opdat gij Zijn overvloed 15 17, 67 | En indien een ongeluk op zee u treft, verdwijnen u degenen 16 17, 70 | hen gedragen over land en zee, en hun van het goede gegeven 17 18, 61 | deze zwom snel weg in de zee. ~ 18 18, 63 | bewonderenswaardige wijze zijn weg naar de zee." ~ 19 20, 77 | hen een droge weg door de zee. Gij behoeft niet te vrezen, 20 20, 78 | leger en toen overspoelde de zee hen allen. ~ 21 20, 97 | verbranden en daarna in zee strooien." ~ 22 24, 40 | duisternis in een diepe zee, bedekt door golf boven 23 26, 63 | Wij aan Mozes: "Tref de zee met uw staf." Waarop zij 24 27, 63 | duister van het land en van de zee, en Die u winden zendt als 25 28, 40 | wierpen hen midden in de zee. Zie dan hoe slecht het 26 30, 41 | is gekomen over land en zee door hetgeen de handen der 27 31, 31 | gezien, dat de schepen op zee varen door de gunst van 28 40, 80 | land) en op schepen (ter zee) wordt gij gedragen. ~ 29 42, 32 | de schepen als bergen op zee. ~ 30 44, 24 | 24. En doorwaad de zee terwijl deze rustig is. 31 45, 12 | 12. Allah is Hij, Die de zee in uw dienst heeft gesteld, 32 51, 40 | scharen en wierpen hen in de zee, waardoor hij zelfverwijt 33 55, 24 | de bergenhoge schepen op zee. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License