Sura, Verse
1 2, 20 | zij stil. En, zo Allah het wilde, zou Hij hun het gehoor
2 2, 251| onderwees hem, hetgeen Hij wilde. Had Allah sommige mensen
3 2, 253| heiligheid. En indien Allah wilde, zouden zij, die na hem
4 2, 253| verwierpen. En indien Allah wilde, zouden zij elkander niet
5 3, 125| ongelovigen) u dadelijk in wilde vaart aanvallen, zal uw
6 4, 90 | vallen. En indien Allah wilde, zou Hij hun macht tegen
7 5, 11 | volk zijn handen tegen u wilde uitsteken, maar Hij weerhield
8 6, 35 | vinden. En indian Allah wilde zou Hij hen zeker onder
9 6, 111| geloven, tenzij Allah dit wilde. Maar de meesten hunner
10 6, 131| steden niet onrechtvaardig wilde vernietigen, terwijl de
11 6, 137| ontstaan. En als Allah het wilde, zouden zij dit niet hebben
12 6, 154| de gunst aan hem die goed wilde doen en een uitleg van alle
13 7, 150| achtte mij inderdaad zwak en wilde mij doden. Laat zich de
14 8, 7 | uwe zou worden, maar Allah wilde door Zijn Woorden de waarheid
15 10, 51 | geloven?" Nu? Terwijl gij dit wilde verhaasten?" ~
16 12, 56 | vertoefde er in, waar hij ook wilde. Wij schenken Onze barmhartigheid
17 13, 31 | gekomen dat, indien Allah het wilde, Hij het gehele mensdom
18 16, 9 | die afwijken. En als Hij wilde, zou Hij u allen hebben
19 18, 22 | hun hond," gissende in het wilde weg en sommigen zullen zeggen: "
20 18, 79 | schepen met geweld in beslag wilde nemen." ~
21 27, 10 | bewegen, wendde hij zich af en wilde zich niet omkeren. (En Allah
22 28, 19 | 19. En toen hij hem wilde grijpen die een vijand van
23 35, 16 | 16. Als Hij het wilde, zou Hij u kunnen wegnemen
24 35, 37 | leven, lang genoeg dat wie wilde nadenken, daarin kon nadenken,
25 38, 36 | zachtjes waaide waarheen hij wilde, ~
26 39, 4 | heeft kunnen nemen, wie Hij wilde. Heilig is Hij. Hij is Allah,
27 39, 58 | ziende, niet moge zeggen: "Ik wilde dat er voor mij een terugkeer
28 42, 8 | 8. Indien Allah wilde kon Hij hen tot een enkel
29 42, 24 | verzonnen?" Als Allah het wilde kon Hij uw hart verzegelen.
30 47, 4 | zij het. En indien Allah wilde, had Hij hen Zelf kunnen
31 47, 4 | kunnen bestraffen. Doch Hij wilde sommigen uwer door anderen
32 53, 10 | Zijn dienaar hetgeen Hij wilde openbaren. ~
33 80, 3 | wat weet gij? Misschien wilde hij zich laten louteren. ~
|