Sura, Verse
1 2, 16 | 16. Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard in ruil
2 2, 175| 175. Zij zijn het, die dwaling in ruil voor leiding hebben
3 2, 256| Voorzeker, het juiste pad is van dwaling onderscheiden; derhalve,
4 3, 7 | Maar degenen in wier hart dwaling is, volgen die, welke zinnebeeldig (
5 4, 44 | Zij geven de voorkeur aan dwaling en wensen, dat ook gij van
6 6, 74 | en uw volk in duidelijke dwaling." ~
7 7, 30 | geleid en bij anderen werd dwaling hun deel. Zij hebben buiten
8 7, 60 | zien dat gij in openlijke dwaling verkeert." ~
9 7, 61 | volk, er is in mij geen dwaling, doch ik ben een boodschapper
10 7, 146| maar indien zij het pad der dwaling zien, zullen zij deze als
11 7, 202| hen te doen toenemen in dwaling, doch zij falen niet. ~
12 10, 32 | de waarheid anders, dan dwaling? Waarheen wordt gij dan
13 12, 95 | houdt zeker aan uw oude dwaling vast." ~
14 19, 38 | onrechtvaardigen zijn in duidelijke dwaling. ~
15 21, 54 | vaderen verkeert in duidelijke dwaling." ~
16 22, 12 | kan. Dat is een vergaande dwaling. ~
17 26, 97 | waren klaarblijkelijk in dwaling, ~
18 27, 81 | gij de blindeen van hun dwaling afleiden. Gij kunt alleen
19 30, 53 | kunt gij de blinden uit hun dwaling leiden. Gij kunt slechts
20 31, 11 | verkeren klaarblijkelijk in dwaling. ~
21 34, 24 | pad of in klaarblijkelijke dwaling?" ~
22 36, 24 | ik inderdaad in openlijke dwaling verkeren. ~
23 36, 47 | in een klaarblijkelijke dwaling." ~
24 37, 32 | dwalen omdat wij zelf in dwaling waren." ~
25 37, 69 | inderdaad hun voorvaderen in dwaling.
26 39, 22 | verkeren klaarblijkelijk in dwaling. ~
27 41, 52 | het - wie begaat grotere dwaling dan hij die zich hevig daartegen
28 46, 32 | Zulken verkeren in openlijke dwaling." ~
29 54, 47 | de overtreders zullen in dwaling verkeren en zich in een
30 62, 2 | zij voorheen in openbare dwaling verkeerden. ~
31 67, 9 | verkeert slechts in grote dwaling." ~
32 67, 29 | wie in klaarblijkelijke dwaling verkeert." ~
33 71, 24 | onrechtvaardigen slechts in dwaling toenemen." ~
|