Sura, Verse
1 2, 74| 74. Daarna verhardde zich uw
2 3, 74| 74. Hij geeft Zijn genade aan
3 4, 74| 74. Laten derhalve zij, die
4 5, 74| 74. Willen zij zich dan niet
5 6, 74| 74. Toen Abraham tot zijn vader
6 7, 74| 74. En herinnert u, toen Hij
7 8, 74| 74. En degenen die geloven
8 9, 74| 74. Zij zweren bij Allah, dat
9 10, 74| 74. Toen zonden Wij na hem
10 11, 74| 74. En toen de vrees Abraham
11 12, 74| 74. Zij (de Egyptenaren) zeiden: "
12 15, 74| 74. En Wij keerden de stad
13 16, 74| 74. Sehrijf daarom geen gelijken
14 17, 74| 74. En indien Wij u niet hadden
15 18, 74| 74. Zij reisden dus verder
16 19, 74| 74. Hoevele geslachten hebben
17 20, 74| 74. Voorwaar hij die tot zijn
18 21, 74| 74. En aan Lot schonken Wij
19 22, 74| 74. Zij achten Allah niet met
20 23, 74| 74. Maar degenen, die in het
21 25, 74| 74. En zij die zeggen: "Onze
22 26, 74| 74. Zij antwoordden: "Maar
23 27, 74| 74. En zeker uw Heer weet alles
24 28, 74| 74. Gedenkt de dag waarop Hij
25 36, 74| 74. En zij hebben andere goden
26 37, 74| 74. Met uitzondering der uitverkoren
27 38, 74| 74. Doch Iblies niet, hij toonde
28 39, 74| 74. Zij zullen zeggen: "Alle
29 40, 74| 74. "Naast Allah?" Zij zullen
30 43, 74| 74. De schuldigen zullen gewis
31 55, 74| 74. Die vóór hen mensen noch
32 56, 74| 74. Daarom verheerlijk de naam
33 74 | 74. Iemand die Gebundeld is (
|