Sura, Verse
1 4, 64 | 64. Wij zenden geen boodschapper of hij
2 5, 112| tafel van de hemel neder te zenden?", antwoordde hij: "Vreest
3 6, 8 | En indien Wij een engel zenden dan wordt de zaak afgedaan
4 6, 37 | macht om een teken neder te zenden." Maar de meesten hunner
5 6, 48 | 48. Wij zenden de boodschappers alleen
6 6, 65 | van onder u straf toe te zenden, u in groepen te verdelen
7 7, 57 | dor land drijven, daarna zenden Wij er water uit neder,
8 7, 167| Heer dat Hij dezulken zou zenden, die hen (de Joden) met
9 11, 52 | regen nedergieten over u zenden en kracht bij uw kracht
10 15, 8 | 8. Wij zenden alleen engelen neder met
11 15, 21 | van zijn bij Ons en Wij zenden deze slechts in bepaalde
12 15, 22 | 22. En Wij zenden bestuivende winden, daarna
13 15, 22 | bestuivende winden, daarna zenden Wij water uit de wolken
14 15, 90 | tegen de samenzweerders te zenden. ~
15 17, 16 | een stad te verwoesten, zenden Wij Ons gebod tot haar machthebbers,
16 17, 59 | niets weerhoudt Ons van het zenden van tekenen, behalve dat
17 17, 59 | zij deden haar kwaad; Wij zenden slechts tekenen om te waarschuwen. ~
18 18, 19 | zilveren munt naar de stad te zenden en laat hij zien, wat het
19 18, 56 | 56. Wij zenden de boodschappers slechts
20 23, 18 | 18. Wij zenden water uit de hemel neer
21 25, 48 | barmhartigheid uitzendt en Wij zenden zuiver water uit de wolken
22 33, 56 | 56. Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de profeet.
23 36, 28 | neder (tot zijn volk) noch zenden Wij die ooit (op die wijze)
24 40, 34 | hem geen boodschapper meer zenden." Alzo laat Allah de buitensporigen
25 42, 51 | door een boodschapper te zenden om door Zijn gebod te openbaren
26 44, 5 | gebod. - Voorzeker, Wij zenden (de profeten) ~
27 50, 9 | 9. En Wij zenden water vol zegeningen uit
28 51, 33 | brokken klei op hen neder te zenden ~
29 54, 27 | 27. Wij zullen de kameel zenden om hen op de proef te stellen.
30 67, 17 | niet tegen u een orkaan zal zenden? Dan zult gij weten, hoe (
31 72, 7 | nooit een boodschapper zou zenden. ~
32 78, 14 | 14. En zenden Wij niet vanuit de wolken
|