Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zelve 1
zelven 2
zend 12
zenden 32
zender 1
zendt 19
zes 7
Frequency    [«  »]
32 voedsel
32 voorheen
32 wijsheid
32 zenden
31 76
31 blijven
31 des

Koran

IntraText - Concordances

zenden

   Sura, Verse
1 4, 64 | 64. Wij zenden geen boodschapper of hij 2 5, 112| tafel van de hemel neder te zenden?", antwoordde hij: "Vreest 3 6, 8 | En indien Wij een engel zenden dan wordt de zaak afgedaan 4 6, 37 | macht om een teken neder te zenden." Maar de meesten hunner 5 6, 48 | 48. Wij zenden de boodschappers alleen 6 6, 65 | van onder u straf toe te zenden, u in groepen te verdelen 7 7, 57 | dor land drijven, daarna zenden Wij er water uit neder, 8 7, 167| Heer dat Hij dezulken zou zenden, die hen (de Joden) met 9 11, 52 | regen nedergieten over u zenden en kracht bij uw kracht 10 15, 8 | 8. Wij zenden alleen engelen neder met 11 15, 21 | van zijn bij Ons en Wij zenden deze slechts in bepaalde 12 15, 22 | 22. En Wij zenden bestuivende winden, daarna 13 15, 22 | bestuivende winden, daarna zenden Wij water uit de wolken 14 15, 90 | tegen de samenzweerders te zenden. ~ 15 17, 16 | een stad te verwoesten, zenden Wij Ons gebod tot haar machthebbers, 16 17, 59 | niets weerhoudt Ons van het zenden van tekenen, behalve dat 17 17, 59 | zij deden haar kwaad; Wij zenden slechts tekenen om te waarschuwen. ~ 18 18, 19 | zilveren munt naar de stad te zenden en laat hij zien, wat het 19 18, 56 | 56. Wij zenden de boodschappers slechts 20 23, 18 | 18. Wij zenden water uit de hemel neer 21 25, 48 | barmhartigheid uitzendt en Wij zenden zuiver water uit de wolken 22 33, 56 | 56. Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de profeet. 23 36, 28 | neder (tot zijn volk) noch zenden Wij die ooit (op die wijze) 24 40, 34 | hem geen boodschapper meer zenden." Alzo laat Allah de buitensporigen 25 42, 51 | door een boodschapper te zenden om door Zijn gebod te openbaren 26 44, 5 | gebod. - Voorzeker, Wij zenden (de profeten) ~ 27 50, 9 | 9. En Wij zenden water vol zegeningen uit 28 51, 33 | brokken klei op hen neder te zenden ~ 29 54, 27 | 27. Wij zullen de kameel zenden om hen op de proef te stellen. 30 67, 17 | niet tegen u een orkaan zal zenden? Dan zult gij weten, hoe ( 31 72, 7 | nooit een boodschapper zou zenden. ~ 32 78, 14 | 14. En zenden Wij niet vanuit de wolken


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License