Sura, Verse
1 2, 22 | vruchten voortbracht, als voedsel voor u. Plaatst derhalve
2 2, 61 | verdragen niet langer één soort voedsel, bid daarom voor ons tot
3 2, 233| vader rust de zorg voor voedsel en kleding voor haar volgens
4 2, 259| gebleven. Kijk nu naar uw voedsel en uw drank; zij zijn niet
5 3, 37 | de kamer ging, vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: "O,
6 3, 93 | 93. Alle voedsel was de kinderen Israëls
7 5, 5 | deze dag geoorloofd. Het voedsel der mensen van het Boek
8 5, 5 | Boek is u geoorloofd en uw voedsel is hun toegestaan. En geoorloofd
9 5, 75 | vrouw. Zij plachten beiden voedsel tot zich te nemen. Zie,
10 5, 89 | spijzigen met het gemiddelde voedsel waarmede gij uw huisgezinnen
11 5, 112| bij machte, ons een (met voedsel) gedekte tafel van de hemel
12 5, 114| Heer, zend ons een (met voedsel) gedekte tafel van de hemel
13 7, 32 | voortgebracht en zuiver voedsel, verboden?" Zeg: "Zij zijn
14 10, 31 | Zeg: "Wie voorziet u van voedsel van de hemel en de aarde?
15 12, 37 | 37. Hij antwoordde: "Het voedsel, dat u wordt gegeven, zal
16 16, 5 | terwijl gij er ook van als voedsel gebruikt. ~
17 16, 67 | bedwelmende drank en een goed voedsel. Voorwaar, daarin is een
18 18, 19 | hij zien, wat het beste voedsel is en hiervan levensmiddelen
19 21, 8 | niet zodanig dat zij geen voedsel behoefden te gebruiken,
20 25, 7 | boodschapper is deze die voedsel gebruikt en op straat wandelt?
21 25, 20 | vóór u, of zij gebruikten voedsel en liepen op straat. En
22 26, 79 | 79. En Die mij voedsel en drank geeft. ~
23 27, 64 | dat dan herhaalt, en u (voedsel) voorziet uit de hemel en
24 36, 72 | rijdieren zijn, en sommige tot voedsel strekken. ~
25 40, 79 | moogt rijden en andere als voedsel gebruiken. ~
26 44, 44 | 44. Zal het voedsel voor de zondaar zijn, ~
27 69, 36 | 36. Noch voedsel, behalve spoelsel van wonden, ~
28 73, 13 | 13. En voedsel dat verstikt, en pijnlijke
29 76, 8 | 8. En zij geven voedsel, uit liefde voor Hem, aan
30 80, 24 | Laat nu de mens naar zijn voedsel zien; ~
31 88, 6 | 6. Zij zullen geen voedsel krijgen, behalve van doornen, ~
32 106, 4 | 4. Die hen van voedsel tegen honger heeft voorzien
|