Sura, Verse

 1   2, 39 |           geloven en Onze tekenen verloochenen, zullen de bewoners van
 2   5, 86 |      ongelovigen die Onze tekenen verloochenen zullen de bewoners der hel
 3   6, 27 |           van onze Heer niet meer verloochenen en wij zouden tot de gelovigen
 4   6, 31 |           de ontmoeting met Allah verloochenen, benadelen zich, totdat
 5   6, 33 |           verdriet doet, doch zij verloochenen u (profeet) niet, maar het
 6   6, 39 |         39. Zij, die Onze tekenen verloochenen, zijn doof en stom, in de
 7   6, 49 |         degenen, die Onze tekenen verloochenen, hen zal straf raken, omdat
 8   6, 147|              147. En indien zij u verloochenen zeg: "Uw Heer is de Heer
 9   6, 150|          degenen die Onze tekenen verloochenen en van degenen, die niet
10   7, 36 |        Maar zij, die Onze tekenen verloochenen en er zich hoogmoedig van
11   7, 40 |         voor hen die Onze tekenen verloochenen en er zich hoogmoedig van
12   7, 147|          en de laatste Ontmoeting verloochenen - hun werken zullen verloren
13   7, 176|          mensen, die Onze tekenen verloochenen. Vertel daarom deze gelijkenis
14  10, 95 |          die de tekenen van Allah verloochenen, anders zult gij tot de
15  15, 91 |                  91. Die de Koran verloochenen. ~
16  16, 71 |        zij de gunst van Allah dan verloochenen? ~
17  16, 72 |     geloven en de gunst van Allah verloochenen? ~
18  16, 83 |           gunst van Allah en toch verloochenen zij deze; de meesten hunner
19  22, 42 |           Indien zij u (Mohammed) verloochenen, vóór hen heeft het volk
20  22, 57 |           geloven en Onze tekenen verloochenen zullen een schandelijke
21  23, 105| verkondigd? Maar gij placht ze te verloochenen. ~
22  25, 11 |                     11. Neen, zij verloochenen het Uur en voor degenen
23  25, 11 |          voor degenen die dat Uur verloochenen hebben Wij een laaiend Vuur
24  26, 12 |         vrees, dat zij mij zullen verloochenen; ~
25  28, 34 |          vrees dat zij mij zullen verloochenen." ~
26  29, 66 |         Wij hun hebben geschonken verloochenen en zich vermaken. Maar zij
27  34, 42 |        het Vuur die gij placht te verloochenen." ~
28  35, 4  |                4. En indien zij u verloochenen (bedenk dan) dat de boodschappers
29  35, 25 |                25. Indien dezen u verloochenen, verloochenden ook zij,
30  37, 21 |      Beslissing die gij placht te verloochenen. ~
31  40, 63 |          die de tekenen van Allah verloochenen, afgeleid. ~
32  54, 3  |                            3. Zij verloochenen en volgen hun eigen begeerten.