Sura, Verse

 1   2, 252|         de tekenen van Allah. Wij dragen ze u voor naar waarheid.
 2   2, 286|        kracht niet hebben (het te dragen), wis onze fouten uit en
 3   6, 31 |          hun lasten op hun ruggen dragen. Ziet toe, wat zij dragen
 4   6, 31 |         dragen. Ziet toe, wat zij dragen is zeker slecht. ~
 5   6, 141|        ervan wanneer zij vruchten dragen, maar betaalt op de dag
 6   6, 146|          ruggen of hun ingewanden dragen of hetgeen met een been
 7   7, 57 |          wanneer zij zware wolken dragen, Wij ze naar een dor land
 8   9, 92 |     vinden om hiertoe zelf bij te dragen. ~
 9  12, 36 |         droom brood op mijn hoofd dragen waarvan de vogelen aten.
10  14, 12 |           gij ons doet met geduld dragen. Laat daarom allen die willen
11  16, 7  |                         7. En zij dragen uw lasten naar een land,
12  16, 25 |          hun last ten volle mogen dragen en een gedeelte der last
13  16, 25 |       Ziet! slecht is hetgeen zij dragen. ~
14  17, 15 |       geen lastdrager zal de last dragen van een ander. En Wij straffen
15  18, 31 |      fijne zijde en zwaar brocaat dragen, terwijl zij op tronen zullen
16  20, 100|        Opstanding de last hiervan dragen. ~
17  22, 35 |          genoemd, en die geduldig dragen al hetgeen hun overkomt,
18  28, 3  |                            3. Wij dragen u het verhaal van Mozes
19  29, 12 |         weg, wij zullen uw zonden dragen." Doch zij kunnen niets
20  29, 12 |       kunnen niets van hun zonden dragen. Zij zijn zeker leugenaars. ~
21  29, 13 |         zij zullen hun eigen last dragen en andere last buiten hun
22  33, 58 |       dezen er schuld aan hebben, dragen voorzeker de schuld van
23  33, 72 |         maar zij weigerden dit te dragen en vreesden er voor, maar
24  35, 18 |         kan de last van een ander dragen en indien een zwaarbelaste (
25  36, 41 | nakomelingen in het geladen schip dragen. ~
26  39, 7  |         kan de last van een ander dragen - Dan is uw terugkeer tot
27  40, 7  |              7. Zij, die de Troon dragen en zij die er omheen staan
28  46, 15 |      baart hem met smart. En zijn dragen en spenen nemen dertig maanden
29  51, 2  |            En degenen die de last dragen, ~
30  53, 38 |         de last van een ander zal dragen; ~
31  73, 5  |                  5. Waarlijk, Wij dragen u een gewichtig Woord op. ~
32  76, 21 |     groene zijde en zwaar brocaat dragen en zilveren armbanden. En