Sura, Verse
1 2, 22 | deed nederkomen en daardoor vruchten voortbracht, als voedsel
2 2, 25 | Telkens, wanneer hun van de vruchten hieruit wordt geschonken,
3 2, 126| een oord van vrede en geef vruchten aan haar bewoners, die aan
4 2, 155| van bezittingen, levens en vruchten; maar verkondig blijde tijdingen
5 2, 265| die bij regen tweevoudig vruchten voortbrengt. En als er geen
6 2, 266| waarin voor hem allerlei vruchten groeien, terwijl hij oud
7 6, 141| korenvelden, waarvan de vruchten van verschillende soorten
8 6, 141| ongelijke soort. Eet de vruchten ervan wanneer zij vruchten
9 6, 141| vruchten ervan wanneer zij vruchten dragen, maar betaalt op
10 7, 57 | brengen Wij alle soorten vruchten voort; zo wekken Wij de
11 7, 130| droogte en met schaarste van vruchten, opdat zij er lering uit
12 12, 49 | geholpen en waarin zij (vruchten) zullen persen." ~
13 14, 32 | wolken doet nederkomen en er vruchten voor uw onderhoud mee voortbrengt
14 14, 37 | voor hen en voorzie hen van vruchten opdat zij dankbaar mogen
15 16, 11 | druiven en allerlei andere vruchten. Daarin is voorzeker een
16 16, 69 | Eet dan van alle soorten vruchten en volgt onderdanig de wegen
17 18, 33 | 33. Elk der tuinen bracht vruchten voort en bleef niet in gebreke.
18 25, 8 | tuin moeten hebben om (de vruchten) er van te eten." En de
19 26, 148| korenvelden en dadelpalmen vol vruchten. ~
20 28, 57 | opgericht waarheen allerlei vruchten worden gebracht als een
21 35, 27 | nederzenden en dat Wij daardoor vruchten voortbrengen van verschillende
22 36, 35 | 35. Opdat zij van de vruchten daarvan mogen eten, en genieten
23 36, 57 | 57. Zij zullen daar vruchten hebben en alles waar zij
24 37, 42 | 42. Zij zullen vruchten ontvangen, en worden geëerd,
25 38, 51 | zij daarin om overvloedig vruchten en drank roepen. ~
26 41, 47 | het Uur verwezen. En geen vruchten komen voort uit hun bloemscheden
27 47, 15 | En zij zullen er allerlei vruchten in hebben en vergiffenis
28 55, 11 | 11. Daarop zijn vruchten en palmbomen met scheden, ~
29 55, 52 | 52. Daarin zullen alle vruchten tweesoortig zijn. ~
30 55, 68 | 68. In beide zullen er vruchten, dadels en granaatappels
31 80, 31 | 31. En vruchten en weiden, ~
|