Sura, Verse
1 1, 4 | 4. Meester van de Dag des Oordeels. ~
2 2, 53 | het Boek en het oordeel des onderscheids, opdat gij
3 3, 77 | noch hen aanzien op de Dag des Oordeels, noch zal Hij hen
4 4, 141| gelovigen?" Allah zal op de Dag des Oordeels tussen u richten
5 5, 106| land reist en de rampspoed des doods u overvalt. Indien
6 7, 98 | over hen zou kunnen komen, des daags terwijl zij zich vermaken? ~
7 9, 74 | voorzeker zij spraken het woord des ongeloofs en na de Islam
8 12, 72 | antwoordde: "Wij missen des konings maatkop en wie hem
9 15, 35 | Mijn vloek zal tot de Dag des Oordeels op u rusten." ~
10 19, 8 | en ik de uiterste grens des ouderdoms heb bereikt?" ~
11 21, 61 | Brengt hem dan voor de ogen des volks, opdat zij kunnen
12 22, 32 | voorwaar, dat is de oprechtheid des harten. ~
13 26, 82 | tekortkomingen zal vergeven op de Dag des Oordeels." ~
14 30, 18 | op aarde - bij nacht en des daags. ~
15 38, 26 | ontvangen, omdat zij de Dag des Oordeels vergeten. ~
16 38, 53 | u beloofd is voor de Dag des Oordeels. ~
17 38, 78 | zal op u rusten tot de Dag des Oordeels." ~
18 40, 27 | laatdunkende die aan de Dag des Oordeels niet gelooft." ~
19 42, 22 | hebben verdiend op de Dag des Oordeels en het zal hen
20 43, 88 | 88. En zijn (des Profeten) gezegde: "O, mijn
21 50, 19 | 19. En de bezwijming des doods komt waarlijk. "Dit
22 51, 12 | vragen: "Wanneer zal de Tijd des Gerichts zijn?" ~
23 56, 56 | hun onthaal zijn op de Dag des Gerichts.
24 70, 26 | 26. En degenen die de Dag des Oordeels aannemen. ~
25 73, 6 | 6. Voorwaar, des nachts opstaan is de zekerste
26 74, 46 | En wij plachten de Dag des Oordeels te loochenen. ~
27 76, 27 | denken niet aan de zware Dag (des Oordeels). ~
28 82, 15 | zij verbranden op de Dag des Oordeels; ~
29 82, 17 | weet gij er van wat de Dag des Oordeels is? ~
30 82, 18 | weet gij er van wat de Dag des Oordeels is? ~
31 83, 11 | 11. Die de Dag des Oordeels loochenen. ~
|