Sura, Verse
1 2, 76| 76. Wanneer zij de gelovigen
2 3, 76| 76. Neen, maar wie zijn belofte
3 4, 76| 76. Zij die geloven, strijden
4 5, 76| 76. Zeg: "Aanbidt gij naast
5 6, 76| 76. En toen de nacht over hem
6 7, 76| 76. Degenen die aanmatigend
7 9, 76| 76. Maar toen Hij hun van Zijn
8 10, 76| 76. En toen de waarheid van
9 11, 76| 76. "O Abraham, wend u hiervan
10 12, 76| 76. Daarna begon hij met (het
11 15, 76| 76. En zij ligt aan een bestaande
12 16, 76| 76. En Allah geeft een gelijkenis
13 17, 76| 76. Zij trachten u, door u
14 18, 76| 76. Mozes zeide: "Indien ik
15 19, 76| 76. En Allah vermeerdert leiding
16 20, 76| 76. Tuinen der eeuwigheid waar
17 21, 76| 76. En toen Noach voordien
18 22, 76| 76. Hij weet hetgeen vóór hen
19 23, 76| 76. Wij troffen hen door een
20 25, 76| 76. Daarin zullen zij verblijven;
21 26, 76| 76. Gij en uw voorvaderen? ~
22 27, 76| 76. Waarlijk deze Koran legt
23 28, 76| 76. Korach behoorde voorwaar
24 36, 76| 76. Laat daarom hun spraak
25 37, 76| 76. Wij redden hem en zijn
26 38, 76| 76. Hij zeide: "Ik ben beter
27 40, 76| 76. "Gaat de poorten der hel
28 43, 76| 76. Wij deden hun geen onrecht,
29 55, 76| 76. Rustend op groene kussens
30 56, 76| 76. En inderdaad is dat een
31 76 | 76. De Tijd, De Mensen (Ad-Dahr,
|