1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1642
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
501 7, 184| 184. Hebben zij er niet over nagedacht dat er in
502 7, 185| die Allah geschapen heeft, niet bekeken? En dat hun termijn
503 7, 187| meeste mensen weten het niet." ~
504 7, 188| bemachtigd en het kwade zou mij niet hebben gedeerd. Ik ben slechts
505 7, 193| leiding roept zullen zij u niet volgen. Het is gelijk of
506 7, 198| leiding uitnodigt horen zij u niet. En gij ziet hen naar u
507 7, 198| naar u kijken maar zij zien niet. ~
508 7, 202| dwaling, doch zij falen niet. ~
509 7, 203| Waarom verzint gij het niet? " Antwoord: "Ik volg alleen
510 7, 205| luidruchtigheid van spraak en behoor niet tot de onachtzamen. ~
511 7, 206| uw Heer zijn wenden zich niet met trots van Zijn aanbidding
512 8, 15 | wanneer gij degenen die niet geloven, op u af ziet komen
513 8, 15 | ziet komen wendt hun dan niet uw rug toe. ~
514 8, 17 | 17. Gij dooddet hen niet, doch Allah was het, Die
515 8, 17 | hen doodde. En gij wierpt niet toen gij wierpt, maar Allah
516 8, 19 | partij zal u in het geheel niet baten hoe talrijk zij ook
517 8, 20 | boodschapper en wendt u niet van hem af, terwijl gij
518 8, 21 | 21. En weest niet zoals degenen, die zeggen: "
519 8, 21 | Wij horen," maar zij horen niet. ~
520 8, 22 | doven en de stommen die niet willen begrijpen. ~
521 8, 25 | behoedt u voor het onheil, dat niet alleen degenen, die onder
522 8, 27 | Allah en de boodschapper niet ontrouw en weest niet ontrouw
523 8, 27 | boodschapper niet ontrouw en weest niet ontrouw aan het u toevertrouwde
524 8, 33 | 33. Maar Allah zal hen niet straffen zolang gij onder
525 8, 34 | 34. Waarom zal Allah hen niet straffen, wanneer zij de
526 8, 34 | meesten hunner beseffen het niet. ~
527 8, 35 | in het Huis (de Kaaba) is niet anders dan fluiten en klappen
528 8, 38 | 38. Zeg tot degenen die niet geloven, dat als zij ophouden (
529 8, 46 | boodschapper en redetwist niet met elkander, anders zult
530 8, 47 | 47. En weest niet zoals degenen die pochend
531 8, 48 | waarlijk, ik zie wat gij niet ziet, ik vrees Allah en
532 8, 51 | Allah is in het geheel niet onrechtvaardig voor Zijn
533 8, 55 | beesten want zij willen niet geloven: ~
534 8, 56 | telkens weer en zij vrezen niet. ~
535 8, 58 | Allah heeft de ongelovigen niet lief. ~
536 8, 59 | En laat de ongelovigen niet denken dat zij een voorsprong
537 8, 59 | Voorzeker, zij kunnen Ons niet ontkomen. ~
538 8, 60 | anderen buiten hen, die gij niet kent, doch die Allah kent,
539 8, 63 | besteed, kondet gij hun harten niet hebben verzoend, maar Allah
540 8, 65 | omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen. ~
541 8, 72 | geloven en die hun huizen niet verlieten, gij zijt in het
542 8, 72 | gij zijt in het geheel niet verantwoordelijk voor hun
543 8, 73 | vrienden van elkander. Als gij niet ingrijpt zal er onheil en
544 9, 2 | maanden en weet, dat gij Allah niet kunt ontsnappen en dat Allah
545 9, 3 | weet dan, dat gij Allah niet kunt ontsnappen. En geeft
546 9, 6 | omdat zij een volk zijn dat niet weet. ~
547 9, 13 | 13. Wilt gij een volk niet bestrijden dat zijn eden
548 9, 16 | Allah diegenen uwer nog niet heeft onderscheiden die (
549 9, 17 | kunnen de Moskeeën van Allah niet onderhouden, terwijl zij
550 9, 19 | zijn in de ogen van Allah niet gelijk. En Allah leidt het
551 9, 19 | het onrechtvaardige volk niet. ~
552 9, 23 | uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongeloof
553 9, 24 | leidt het ongehoorzame volk niet. ~
554 9, 26 | Hij zond scharen, die gij niet zaagt en Hij strafte de
555 9, 26 | vergelding voor hen die niet geloven. ~
556 9, 28 | dit jaar de heilige Moskee niet naderen. En als gij armoede
557 9, 34 | en zilver ophopen en het niet voor de zaak van Allah besteden,
558 9, 37 | het ongeloof. Degenen, die niet geloven worden daardoor
559 9, 37 | leidt het ongelovige volk niet. ~
560 9, 39 | 39. Als gij niet voortgaat te vechten zal
561 9, 39 | gij zult Hem in het geheel niet deren. Allah heeft macht
562 9, 40 | Als gij hem (de profeet) niet helpt, voorzeker Allah hielp
563 9, 40 | zijn metgezel zeide: "Treur niet, want Allah is met ons."
564 9, 40 | hem met scharen die gij niet zaagt en vernederde het
565 9, 44 | laatste Dag geloven zullen u niet om toestemming vragen om
566 9, 45 | 45. Alleen degenen, die niet in Allah en de laatste Dag
567 9, 49 | Geef mij verlof en stel mij niet op de proef." Voorzeker,
568 9, 53 | onwillig, het zal van u niet worden aangenomen. Gij zijt
569 9, 54 | Allah en de boodschapper niet geloven. En zij komen slechts
570 9, 54 | tot het gebed en zij geven niet, dan onwillig. ~
571 9, 56 | terwijl zij (in feite) niet tot de uwen behoren, toch
572 9, 58 | tevreden, maar als hun er niet van wordt gegeven, ziet,
573 9, 63 | 63. Weten zij niet, dat hem die Allah en Zijn
574 9, 70 | 70. Heeft hen het verhaal niet bereikt van degenen, die
575 9, 70 | tekenen tot hen. Allah was het niet die hun onrecht aandeed,
576 9, 74 | besloten tot hetgeen zij niet konden volbrengen. Zij koesterden
577 9, 78 | 78. Weten zij niet dat Allah hun geheimen alsook
578 9, 80 | hen - Allah zal hen toch niet vergeven. Dit is omdat zij
579 9, 80 | Allah en Zijn boodschapper niet geloven. Allah leidt het
580 9, 80 | leidt het trouweloze volk niet. ~
581 9, 81 | strijden. En zij zeiden: "Trekt niet uit in de hitte." Zeg: "
582 9, 83 | zeg dan: "Gij zult met mij niet uittrekken en gij zult nooit
583 9, 85 | kinderen uw verwondering niet opwekken: Allah wenst hen
584 9, 87 | derhalve begrijpen zij niet.
585 9, 90 | En degenen hunner, die niet geloven, zal een pijnlijke
586 9, 93 | derhalve begrijpen zij niet. ~
587 9, 94 | verontschuldigingen, wij zullen u niet geloven. Allah heeft ons
588 9, 96 | met het overtredende volk niet tevreden zijn. ~
589 9, 97 | boodschapper heeft nedergezonden niet na te komen. Allah is Alwetend,
590 9, 101| huichelarij. Gij kent hen niet; Wij kennen hen en Wij zullen
591 9, 104| 104. Weten zij niet, dat Allah berouw van Zijn
592 9, 109| het onrechtvaardige volk niet. ~
593 9, 113| profeet en de gelovigen niet geoorloofd om vergiffenis
594 9, 115| En Allah laat een volk niet dwalen nadat Hij het heeft
595 9, 120| omringende woestijn-Arabieren niet, dat zij achter de boodschapper
596 9, 120| van degenen, die goed doen niet verloren gaan. ~
597 9, 122| 122. Het is de gelovigen niet opgelegd, allen tezamen
598 9, 122| trekken. Waarom trekt dan niet van elke groep een deel
599 9, 126| 126. Zien zij niet, dat zij elk jaar één- of
600 9, 127| tot een volk behoren dat niet begrijpen wil. ~
601 10, 5 | kennen. Allah heeft dit niet dan in waarheid geschapen.
602 10, 7 | 7. Voorzeker, die niet uitzien naar de ontmoeting
603 10, 11 | Maar Wij laten degenen die niet naar de ontmoeting met Ons
604 10, 13 | tekenen, maar zij wilden niet geloven. Zo vergelden Wij
605 10, 15 | voorgedragen, zeggen degenen, die niet naar de ontmoeting met Ons
606 10, 15 | verander hem." Zeg: "Het staat niet aan mij, hem te veranderen
607 10, 15 | vrees, als ik mijn Heer niet gehoorzaam, de straf van
608 10, 16 | zo had gewild, zou ik u niet hebben voorgedragen (de
609 10, 16 | doorgebracht. Wilt gij dan niet begrijpen? ~
610 10, 18 | hemelen of op aarde nog niet zou kennen, inlichten?"
611 10, 19 | ware het Woord van uw Heer niet uitgegaan, voorzeker zou
612 10, 28 | Voorzeker gij placht ons niet te aanbidden." ~
613 10, 31 | Allah." Zeg: "Wilt gij dan niet Zijn bescherming zoeken?" ~
614 10, 33 | die overtraden omdat zij niet geloofden. ~
615 10, 35 | ofwel hij, die zelf de weg niet vindt, tenzij hij wordt
616 10, 36 | Voorzeker vermoeden baat niet tegen de waarheid. Waarlijk,
617 10, 39 | datgene waarvan zij de kennis niet konden omvatten, noch is
618 10, 40 | sommigen onder hen die er niet in geloven en uw Heer kent
619 10, 42 | horen, zelfs al willen zij niet begrijpen? ~
620 10, 43 | leiden, zelfs al willen zij niet zien? ~
621 10, 53 | zeker waar en gij kunt het niet verijdelen." ~
622 10, 55 | meesten hunner beseffen het niet. ~
623 10, 60 | maar de meesten hunner zijn niet dankbaar. ~
624 10, 65 | 65. En laat hun woorden u niet verdrieten. Voorzeker, alle
625 10, 68 | Zegt gij over Allah wat gij niet weet? ~
626 10, 69 | leugen verzinnen, zullen niet slagen." ~
627 10, 70 | doen ondergaan, omdat zij niet geloofden. ~
628 10, 74 | dezen wilden in datgene niet geloven wat zij voorheen
629 10, 78 | zijn? Maar wij zullen in u niet geloven." ~
630 10, 81 | werk der kwaadstichters niet gedijen." ~
631 10, 85 | Allah: Onze Heer, maak ons niet tot voorwerp van vervolging
632 10, 88 | hun hart, want zij zullen niet geloven voordat zij de pijnlijke
633 10, 89 | daarom bestendig en volgt niet het pad der onwetenden." ~
634 10, 93 | dingen en zij verschilden niet van mening voordat de kennis
635 10, 94 | u gekomen; behoor daarom niet tot de twijfelaars. ~
636 10, 95 | 95. En behoor niet tot degenen, die de tekenen
637 10, 96 | kracht is geworden, willen niet geloven. ~
638 10, 100| degenen die hun verstand niet gebruiken. ~
639 10, 101| waarschuwers baten een volk dat niet wil geloven. ~
640 10, 104| verkeert, (weet) dan dat ik niet aanbid degenen die gij naast
641 10, 105| deze godsdienst en behoor niet tot de afgodendienaren. ~
642 10, 106| 106. En roep naast Allah niet datgene aan, dat u bevoordelen
643 11, 14 | indien zij uw (uitdaging) niet aannemen, weet dan, dat
644 11, 15 | belonen en zij zullen daarin niet tekort worden gedaan. ~
645 11, 17 | de meeste mensen willen niet geloven. ~
646 11, 19 | wensend. En zij geloven niet in het Hiernamaals. ~
647 11, 20 | kunnen in de wereld de straf niet ontvluchten, noch hebben
648 11, 27 | onder ons. En wij zien u niet uitmunten boven ons; neen,
649 11, 29 | En ik wil de gelovigen niet verdrijven, zij zullen voorzeker
650 11, 31 | 31. "En ik zeg u niet: 'Ik bezit de schatten van
651 11, 34 | raad geef zal mijn raad u niet baten als Allah u wenst
652 11, 36 | hebben geloofd; treur daarom niet over hetgeen zij doen. ~
653 11, 37 | omtrent de onrechtvaardigen niet aan. Zij zullen zeker worden
654 11, 42 | scheep u met ons in en wees niet met de ongelovigen." ~
655 11, 46 | O, Noach, hij behoort niet tot uw gezin omdat zijn
656 11, 46 | uw gezin omdat zijn daden niet goed zijn; daarom vraag
657 11, 46 | goed zijn; daarom vraag Mij niet over hetgeen waarvan gij
658 11, 46 | bezit. Ik geef u raad om niet tot de onwetenden te behoren." ~
659 11, 47 | mijn toevlucht tot U om niet te vragen waar ik geen kennis
660 11, 47 | van heb. En indien Gij mij niet vergeeft noch mij barmhartigheid
661 11, 51 | mij schiep. Wilt gij dan niet begrijpen?" ~
662 11, 52 | kracht voegen. En wend u niet af als schuldigen." ~
663 11, 53 | en wij zullen onze Goden niet in de steek laten, om hetgeen
664 11, 57 | Gij kunt Hem in het geheel niet deren. Voorzeker, mijn Heer
665 11, 59 | gehoorzaamden Zijn boodschappers niet en volgden het bevel van
666 11, 63 | Allah helpen als ik Hem niet gehoorzaam? Gij zult slechts
667 11, 65 | Dit is een belofte die niet geloochend kan worden." ~
668 11, 70 | zag dat hun handen er zich niet naar uitstrekten, vond bij
669 11, 70 | hen. Zij zeiden: "Vrees niet, want wij zijn tot het volk
670 11, 78 | daarom Allah en onteer mij niet wegens mijn gasten. Is er
671 11, 81 | Heer, zij zullen u stellig niet bereiken. Vertrek met uw
672 11, 81 | ochtendstond. Is de morgen niet nabij?" ~
673 11, 83 | gemerkt. En zulk een straf is niet ver verwijderd van de onrechtvaardigen. ~
674 11, 85 | rechtvaardigheid en bedrieg de mensen niet met hun goederen noch sticht
675 11, 88 | heeft geschonken? En ik wil niet, in tegenstelling tot u,
676 11, 89 | vijandigheid jegens mij u niet er toe leiden, dat hetzelfde
677 11, 89 | en het volk van Lot is niet ver van u." ~
678 11, 91 | O, Shoaib, wij begrijpen niet veel van hetgeen gij zegt
679 11, 91 | zijt tegenover ons. Was het niet, om uw gezin, wij zouden
680 11, 91 | stenigen, want gij zijt niet in aanzien bij ons." ~
681 11, 97 | Pharao was in het geheel niet verstandig. ~
682 11, 101| baatten hen in het geheel niet toen het gebod van uw Heer
683 11, 108| moge behagen, een gave, die niet zal worden afgesneden. ~
684 11, 109| 109. Wees dus niet in twijfel, omtrent hetgeen
685 11, 110| oneens over; en ware het niet door een woord dat reeds
686 11, 112| en overtreedt de grenzen niet, want Hij ziet voorzeker,
687 11, 113| 113. En neig u niet tot de onrechtvaardigen,
688 11, 115| loon der rechtvaardigen niet verloren gaan. ~
689 11, 117| 117. Uw Heer zal de steden niet onrechtvaardig vernietigen,
690 11, 121| En zeg tot degenen die niet geloven: "Handelt naar uw
691 11, 123| vertrouwen in Hem. En uw Heer is niet onachtzaam over hetgeen
692 12, 5 | verhaal uw broedars uw droom niet, anders zullen zij plannen
693 12, 10 | hunner zeide: "Doodt Jozef niet, maar als gij iets moet
694 12, 11 | waarom vertrouwt gij ons niet aangaande Jozef, hoewel
695 12, 13 | zal verslinden terwijl gij niet op hem let." ~
696 12, 17 | de waarheid, zult gij ons niet geloven." ~
697 12, 18 | zijn hemd met bloed, dat niet van hem was. Hij (Jacob)
698 12, 21 | meeste mensen weten het niet. ~
699 12, 24 | hij zo'n vastberadenheid niet hebben getoond). Zo kwam
700 12, 32 | redde zich. En als hij nu niet doet wat ik hem verzoek,
701 12, 37 | dat u wordt gegeven, zal niet tot u komen, voordat ik
702 12, 37 | godsdienst van het volk dat niet in Allah en in het Hiernamaals
703 12, 38 | en Jacob. Het betaamt ons niet dat wij iets met Allah vereenzelvigen.
704 12, 38 | maar de meeste mensen zijn niet dankbaar." ~
705 12, 40 | meeste mensen beseffen het niet." ~
706 12, 44 | verklaring van zulke dromen niet." ~
707 12, 52 | hem in zijn afwezigheid niet ontrouw was en dat Allah
708 12, 52 | plan van de ontrouwe mensen niet laat slagen." ~
709 12, 53 | En ik verklaar mijzelf niet vrij (van zwakheid) te zijn,
710 12, 56 | loon Aer rechtvaardigen niet te gronde gaan. ~
711 12, 58 | maar zij herkenden hem niet. ~
712 12, 59 | van vaderskant. Ziet gij niet, dat ik u met volle maat
713 12, 60 | 60. "Maar indien gij hem niet tot mij brengt dan zal er
714 12, 66 | Jacob) zeide: "Ik zal hem niet met u medezenden voordat
715 12, 67 | zeide: "O mijn zonen, gaat niet door één poort binnen maar
716 12, 68 | meeste mensen weten het niet. ~
717 12, 69 | uw broeder, treur daarom niet over hetgeen zij hebben
718 12, 73 | gij weet goed, dat wij niet kwamen om slecht in het
719 12, 76 | van de koning (van Egypte) niet houden, tenzij Allah het
720 12, 77 | geheim en onthulde het hun niet. Hij zeide: "Gij verkeert
721 12, 80 | oudste zeide: "Weet gij niet, dat uw vader een plechtige
722 12, 80 | Ik zal het land daarom niet verlaten voordat mijn vader
723 12, 81 | waarlijk over het ongeziene niet waken.' ~
724 12, 85 | zeiden: "Bij Allah, gij zult niet ophouden over Jozef te praten,
725 12, 86 | weet van Allah, wat gij niet weet." ~
726 12, 87 | zijn broeder en wanhoopt niet aan de genade van Allah,
727 12, 96 | riep hij uit: "Zei ik u niet: 'Ik weet van Allah wat
728 12, 96 | Ik weet van Allah wat gij niet weet'?"
729 12, 102| Profeet ) openbaren. Gij waart niet bij hen, toen zij zich (
730 12, 103| de meeste mensen willen niet geloven zelfs al wenst gij
731 12, 105| hoeveel tekenen zijn er niet in de hemelen en op aarde
732 12, 106| de meesten hunner geloven niet in Allah, zonder medegoden
733 12, 107| over hen, terwijl zij het niet bemerken? ~
734 12, 108| Heilig is Allah en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~
735 12, 109| inspireerden. Hebben zij dan niet op aarde gereisd en gezien
736 12, 109| die vrezen. Wilt gij dan niet begrijpen? ~
737 12, 110| wordt van een zondig volk niet afgewend. ~
738 12, 111| mensen van begrip. Het is niet iets, dat is verzonnen,
739 13, 1 | de meeste mensen geloven niet. ~
740 13, 8 | baart en wat de baarmoeders niet voldragen en wat zij doen
741 13, 11 | de toestand van een volk niet voordat zij hetgeen in hun
742 13, 14 | verhoren hen in het geheel niet, doch zij zijn als iemand
743 13, 20 | verbond vervullen en dit niet breken. ~
744 13, 27 | 27. En degenen die niet geloven, zeggen: "Waarom
745 13, 31 | gebracht, (zouden zij er nog niet in geloven). "Neen, de zaak
746 13, 31 | Zijn de gelovigen het niet te weten gekomen dat, indien
747 13, 31 | Voorzeker, Allah faalt niet in Zijn belofte. ~
748 13, 38 | het is een boodschapper niet mogelijk een teken te brengen
749 13, 39 | 39. Allah doet te niet wat Hij wil en bevestigt
750 13, 41 | 41. Zien zij niet dat Wij tot hun land komen,
751 14, 9 | 9. Zijn de tijdingen niet tot u gekomen van degenen
752 14, 9 | en zeiden: "Wij geloven niet in hetgeen, waarmede gij
753 14, 11 | dienaren Hij wil. Het is niet aan ons u een bewijs te
754 14, 12 | 12. "En waarom zouden wij niet in Allah vertrouwen wanneer
755 14, 17 | hem komen en toch zal hij niet sterven. En daarnaast zal
756 14, 18 | dergenen die in hun Heer niet geloven, is, dat hun werken
757 14, 19 | 19. Ziet gij niet dat Allah de hemelen en
758 14, 20 | 20. Dit is inderdaad niet moeilijk voor Allah. ~
759 14, 21 | dan tegen Allah's straf niet helpen?" Zij zullen zeggen: "
760 14, 22 | gehoorzaamdet. Verwijt mij daarom niet, maar beschuldigt uzelf.
761 14, 22 | beschuldigt uzelf. Ik kan u niet bijstaan noch kunt gij mij
762 14, 24 | 24. Ziet gij niet hoe Allah de gelijkenis
763 14, 28 | 28. Ziet gij niet degenen, die Allah's gunst
764 14, 34 | telt, zult gij ze stellig niet kunnen opsommen. Voorwaar,
765 14, 36 | wat betreft hem die mij niet gehoorzaamt - Gij zijt voorzeker
766 14, 42 | 42. Denk niet dat Allah achteloos is omtrent
767 14, 43 | voorthaastend, terwijl zij hun blik niet kunnen afwenden en hun hart
768 14, 44 | volgen." "Hebt gij voorheen niet gezworen, dat er voor u
769 14, 47 | 47. Denk derhalve niet dat Allah zal falen Zijn
770 15, 13 | 13. Zij geloven er niet in, hoewel er het voorbeeld
771 15, 20 | voor u en degenen die gij niet onderhoudt bestaansmiddelen
772 15, 22 | dan te drinken en gij zijt niet degenen die het vergaart. ~
773 15, 32 | Iblies, wat hapert u dat gij niet onder degenen zijt die zich
774 15, 33 | Hij antwoordde: "Ik ga mij niet onderwerpen aan de mens,
775 15, 48 | Vermoeidheid zal hen daar niet raken noch zullen zij er
776 15, 53 | 53. Zij zeiden: "Vreest niet, wij geven u blijde tijding
777 15, 55 | tijding gegeven, behoor dus niet tot hen die wanhopen." ~
778 15, 68 | gasten maakt mij daarom niet te schande." ~
779 15, 69 | vreest Allah en onteert mij niet."
780 15, 70 | Zij zeiden; "Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?" ~
781 15, 84 | hadden vervaardigd baatte hen niet. ~
782 15, 88 | 88. Richt uw ogen niet naar hetgeen Wij sommige
783 16, 1 | komende, verhaast het daarom niet. Heilig is Hij en verheven
784 16, 7 | lasten naar een land, dat gij niet zonder grote moeilijkheid (
785 16, 8 | Hij zal ook wat gij nog niet kent, scheppen. ~
786 16, 15 | aarde geplaatst opdat gij niet geschokt zult worden en
787 16, 17 | schept gelijk aan iemand die niet schept? Wilt gij dan er
788 16, 18 | opsommen, kunt gij dat stellig niet doen. Voorzeker, Allah is
789 16, 21 | 21. Dood en niet levend, en zij weten niet
790 16, 21 | niet levend, en zij weten niet wanneer zij zullen worden
791 16, 22 | zij die in het Hiernamaals niet geloven hun hart is vervreemd (
792 16, 23 | de hovaardigen voorzeker niet lief. ~
793 16, 26 | over hen vanwraar zij het niet vermoedden. ~
794 16, 37 | Allah voorzeker degenen niet leidt, die (zich zelve)
795 16, 38 | eden, dat Allah de doden niet zal doen herrijzen. Waarlijk
796 16, 38 | meeste mensen weten het niet. ~
797 16, 43 | vermaning bezitten als gij het niet weet - met duidelijke tekenen
798 16, 45 | zal komen vanwaar zij het niet bemerken? ~
799 16, 48 | 48. Hebben zij niet gezien dat de schaduwen
800 16, 60 | kenteken van degenen die niet in het Hiernamaals geloven
801 16, 61 | gekomen kunnen zij deze niet voor een enkel uur uitstellen
802 16, 62 | schrijven aan Allah toe waar zij niet van houden (dochters); hun
803 16, 71 | bevoordeelde geven hun bezit niet aan hun ondergeschikten,
804 16, 73 | van de aarde in het geheel niet beschikken, noch enige macht
805 16, 75 | meesten hunner weten het niet. ~
806 16, 79 | 79. Zien zij niet, dat de vogelen in het gewelf
807 16, 84 | opwekken zal het degenen die niet geloven, niet worden toegestaan (
808 16, 84 | degenen die niet geloven, niet worden toegestaan (zich
809 16, 85 | zien, zal deze voor hen niet worden verlicht noch zal
810 16, 92 | 92. En weest niet zoals zij die haar garen
811 16, 94 | 94. En maakt uw eden niet tot een middel van bedrog
812 16, 95 | verkoopt het verbond van Allah niet voor een geringe prijs.
813 16, 101| meesten hunner weten het niet. ~
814 16, 104| in de tekenen van Allah niet geloven, Allah zal hen voorzeker
815 16, 104| Allah zal hen voorzeker niet leiden en er zal voor hen
816 16, 105| in de tekenen van Allah niet geloven; zij zijn de leugenaars. ~
817 16, 107| Allah het ongelovige volk niet leidt. ~
818 16, 115| om te eten) terwijl hij niet wil, noch de grens wil overschrijden,
819 16, 116| 116. En zegt niet - vanwege de leugens die
820 16, 120| aan Allah en hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
821 16, 127| Allah (mogelijk). En treur niet over hen (de ongelovigen),
822 17, 10 | dat Wij voor degenen die niet geloven in het Hiernamaals
823 17, 17 | Hoevele geslachten hebben Wij niet verdelgd na Noach! Voldoende
824 17, 20 | De gaven van uw Heer zijn niet beperkt. ~
825 17, 26 | toekomende, maar verkwist niet. ~
826 17, 29 | 29. En houd uw hand niet op uw zak, noch open haar
827 17, 31 | 31. En doodt uw kinderen niet uit vrees voor armoede.
828 17, 33 | doch laat hem bij het doden niet buitensporig zijn, want
829 17, 34 | het eigendom van de wees niet aan dan op de beste wijze
830 17, 36 | 36. En volgt niet datgene waarvan gij geen
831 17, 37 | 37. En wandel niet hoogmoedig op aarde rond
832 17, 37 | rond want gij kunt de aarde niet doen splijten, noch kunt
833 17, 44 | En daar is niets dat Hem niet met de lof die Hem toekomt
834 17, 44 | begrijpt hun verheerlijking niet. Voorwaar, Hij is Verdraagzaam,
835 17, 45 | tussen u en degenen die niet in het Hiernamaals geloven
836 17, 46 | in hun oren zodat zij het niet kunnen begrijpen. En wanneer
837 17, 48 | afgedwaald en kunnen de weg niet meer vinden. ~
838 17, 54 | straffen, maar Wij hebben U niet als voogd over hen gezonden. ~
839 17, 69 | zo zeker dat Hij u daarin niet voor de tweede maal zal
840 17, 74 | 74. En indien Wij u niet hadden gesterkt zoudt gij
841 17, 88 | zij het gelijke daarvan niet kunnen voortbrengen ook
842 17, 90 | Wij zullen in u stellig niet geloven voordat gij voor
843 17, 93 | zullen in uw hemelvaart niet geloven tenzij gij ons een
844 17, 99 | 99. Zien zij niet in, dat Allah, Die de hemelen
845 17, 107| Zeg: "Hetzij gij er wel of niet in gelooft, degenen aan
846 17, 110| namen." En zeg uw gebed niet te luid en evenmin te zacht,
847 18, 6 | over hen sterven, omdat zij niet in deze Boodschap geloven. ~
848 18, 22 | uitgezonderd." Redetwist dus niet over hen er diep op ingaande
849 18, 23 | 23. En zeg niet over iets: "Ik zal het morgen
850 18, 28 | welbehagen zoeken en laat uw ogen niet van hen afdwalen door het
851 18, 28 | dezer wereld en gehoorzaam niet aan hem, wiens hart Wij
852 18, 29 | geloven die geloven wil en niet geloven, die niet wil."
853 18, 29 | wil en niet geloven, die niet wil." Voorwaar, wij hebben
854 18, 30 | doen de beloning der goeden niet verloren gaan. ~
855 18, 33 | vruchten voort en bleef niet in gebreke. En door beide
856 18, 35 | zichzelf. Hij zeide: "Ik denk niet, dat dit ooit zal vergaan." ~
857 18, 37 | redetwistte en zeide: "Gelooft gij niet in Hem, Die u schiep uit
858 18, 39 | 39. "Waarom zeidet gij niet, toen gij de tuin binnentraadt: '
859 18, 41 | doen zinken, waardoor gij niet in staat zult zijn, het
860 18, 50 | zij bogen, doch Iblies niet. Hij was één der djinn,
861 18, 51 | 51. Ik riep hen niet om te getuigen van de schepping
862 18, 52 | aanroepen, doch dezen zullen hun niet antwoorden; en Wij zullen
863 18, 53 | vallen; zij zullen daar niet aan ontkomen! ~
864 18, 56 | daardoor de Waarheid te niet te doen. En zij houden Mijn
865 18, 57 | hun hart gelegd zodat zij niet begrijpen en doofheid in
866 18, 57 | willen zij de rechte weg niet volgen. ~
867 18, 58 | vastgestelde tijd waaraan zij niet kunnen ontkomen. ~
868 18, 60 | zijn dienaar: "Ik zal het niet opgeven voordat ik de samenvloeiing
869 18, 69 | vinden en ik zal aan uw bevel niet ongehoorzaam zijn." ~
870 18, 72 | Hij antwoordde: "Had ik u niet gezegd dat gij stellig geen
871 18, 73 | vergeten ben en maak het mij niet moeilijk." ~
872 18, 75 | Hij antwoordde: "Zei ik u niet dat gij nimmer in staat
873 18, 76 | iets vraag houd mij dan niet in uw gezelschap, dan hebt
874 18, 82 | Heer, en dit alles deed ik niet uit mezelf. Dit is de verklaring
875 18, 97 | waren zij (Gog en Magog) niet (meer) in staat er overheen
876 18, 101| herinnering aan Mij, en die zelfs niet konden horen. ~
877 18, 108| vertoeven en zij zullen niet wensen daaruit weg te gaan. ~
878 19, 4 | haren, niettemin ben ik niet wanhopig, mijn Heer, bij
879 19, 24 | beneden toe, zeggende: "Treur niet. Uw Heer heeft een beekje
880 19, 35 | 35. Het past niet bij Allah Zich een zoon
881 19, 39 | zij achteloos en geloven niet. ~
882 19, 43 | kennis tot mij gekomen die niet tot u is gekomen, volg mij
883 19, 44 | O mijn vader, dien Satan niet want Satan is weerspannig
884 19, 46 | goden, o Abraham? Indien gij niet ophoudt, zal ik u zeker
885 19, 48 | mijn gebed tot mijn Heer niet worden teleurgesteld." ~
886 19, 67 | Herinnert de mens zich dan niet dat Wij hem voorheen hebben
887 19, 74 | Hoevele geslachten hebben Wij niet vóór hen verdelgd, die een
888 19, 82 | 82. Stellig niet! Integendeel zij (de afgoden)
889 19, 83 | 83. Ziet gij niet dat Wij duivelen over de
890 19, 84 | 84. Wees daarom niet gehaast tegenover hen, Wij
891 19, 93 | hemelen en op de aarde die niet als een dienaar tot de Barmhartige
892 19, 98 | geslachten hebben Wij vóór hen niet vernietigd? Kunt gij een
893 20, 2 | 2. Wij hebben u de Koran niet geopenbaard opdat gij (er
894 20, 16 | 16. "Laat degene die er niet in gelooft en zijn eigen
895 20, 16 | eigen neigingen volgt, u er niet van afwenden; anders zoudt
896 20, 21 | zeide: "Raap hem op en vrees niet. Wij zullen hem in zijn
897 20, 40 | zou worden verfrist en zij niet zou treuren. En gij dooddet
898 20, 42 | tekenen, en verwaarloost niet Mijner indachtig te zijn." ~
899 20, 46 | Hij (Allah) zei: "Vreest niet, want Ik ben met u. Ik hoor
900 20, 68 | 68. Wij zeiden: "Vrees niet, want gij zijt de overwinnaar." ~
901 20, 77 | door de zee. Gij behoeft niet te vrezen, dat gij zult
902 20, 79 | dwaalspoor, hij leidde hen niet op de rechte weg. ~
903 20, 81 | verschaft en overtreedt niet hier in, anders zal Mijn
904 20, 87 | antwoordden: "Wij hebben niet uit eigen beweging onze
905 20, 89 | 89. Konden zij dan niet zien dat het (kalf) hun
906 20, 94 | van mijn moeder, grijp mij niet bij mijn baard noch bij
907 20, 94 | kinderen van Israël en hebt niet op mijn woord gewacht.'" ~
908 20, 96 | Hij zeide: "Ik zag wat zij niet konden zien. Ik volgde de
909 20, 97 | zult gij zeggen: 'Raak mij niet aan,' en bovendien is er
910 20, 97 | straf (bereid) waaraan gij niet zult ontkomen. Aanschouw
911 20, 109| Op die Dag zal voorspraak niet van nut zijn behalve van
912 20, 110| kunnen het met hun kennis niet omvatten. ~
913 20, 114| Ware Koning. En haast u niet met de Koran eer de openbaring
914 20, 116| bewezen zij allen eer, doch niet Iblies. Hij weigerde. ~
915 20, 117| vijand; laat hij u derhalve niet uit de tuin verdrijven,
916 20, 118| voorraad voor u) opdat gij er niet zult hongeren noch naakt
917 20, 127| hem die buitensporig is en niet gelooft in de tekenen van
918 20, 128| bewoners van Mekka) dan niet duidelijk hoevele geslachten
919 20, 129| 129. En ware het niet om een woord dat reeds van
920 20, 131| 131. En wend uw ogen niet naar hetgeen Wij hebben
921 21, 3 | zeggende: "Is deze (Mohammed) niet slechts een mens als gij?
922 21, 7 | bezitten, indien gij het niet weet. - ~
923 21, 8 | Wij maakten hun lichaam niet zodanig dat zij geen voedsel
924 21, 13 | 13. "Vlucht niet en keert terug tot de genoegens
925 21, 15 | 15. En hun geroep hield niet op totdat Wij hen nedermaaiden
926 21, 16 | al hetgeen er tussen is, niet tot vermaak. ~
927 21, 17 | gespeeld, maar dit doen Wij niet. ~
928 21, 19 | tegenwoordigheid bevinden, zijn niet te trots om Hem te aanbidden,
929 21, 23 | 23. Hij kan niet worden ondertraagd betreffende
930 21, 24 | hunner kennen de waarheid niet en zij zijn er afkerig van. ~
931 21, 27 | 27. Zij spreken niet eer Hij het beveelt, en
932 21, 30 | 30. Hebben de ongelovigen niet ingezien dat de hemel en
933 21, 30 | gemaakt. Willen zij dan toch niet geloven? ~
934 21, 31 | bergen geplaatst, opdat zij niet met hen (de mensen) zouden
935 21, 37 | tekenen tonen, doch vraagt Mij niet ze te verhaasten. ~
936 21, 39 | maar de tijd wanneer zij niet bij machte zullen zijn het
937 21, 39 | van hun rug te weren en niet zullen worden geholpen! ~
938 21, 40 | verbijsteren; en zij zullen niet bij machte zijn het te voorkomen,
939 21, 43 | Ons? Zij kunnen zichzelf niet helpen, noch worden zij
940 21, 45 | Doch de doven horen de roep niet wanneer zij worden gewaarschuwd. ~
941 21, 65 | Gij weet wel dat deze niet kunnen spreken." ~
942 21, 80 | aanvallen. Zult gij dan niet erkentelijk zijn? ~
943 21, 89 | zeggende: "Mijn Heer, laat mij niet alleen en Gij zijt de Beste
944 21, 95 | onherroepelijk gebod, dat het (volk) niet zal terugkeren. ~
945 21, 99 | waren geweest zouden zij niet daarin zijn gegaan; nu zullen
946 21, 103| grote ontzetting zal hen niet beangstigen en de engelen
947 21, 109| gelijkelijk ingelicht en ik weet niet of hetgeen waar gij mee
948 21, 111| 111. "En ik weet niet of het voor u een beproeving
949 22, 2 | bedwelmd zien, terwijl zij niet dronken zijn, doch de kastijding
950 22, 10 | gezonden; want Allah is niet onrechtvaardig jegens Zijn
951 22, 15 | wereld of in het Hiernamaals niet zal helpen, op de een of
952 22, 18 | 18. Hebt gij dan niet gezien dat alles zich voor
953 22, 25 | 25. Voorzeker degenen die niet geloven en mensen afhouden
954 22, 40 | indien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield,
955 22, 46 | 46. Hebben zij dan niet in het land gereisd zodat
956 22, 46 | horen? Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn doch
957 22, 52 | hetgeen Satan inblaast te niet. Dan bevestigt Allah Zijn
958 22, 57 | 57. Doch die niet geloven en Onze tekenen
959 22, 63 | 63. Hebt gij niet gezien, dat Allah water
960 22, 65 | 65. Hebt gij niet gezien, dat Allah al hetgeen
961 22, 67 | volgen; laat hen daarom niet met u er over redetwisten;
962 22, 70 | 70. Weet gij niet dat Allah al hetgeen in
963 22, 73 | wegnemen, zouden zij dat niet kunnen terugnemen. Zwak
964 22, 74 | 74. Zij achten Allah niet met de achting die Hem verschuldigd
965 23, 23 | buiten Hem. Wilt gij dan niet vrezen?" ~
966 23, 27 | uitgevaardigd. En spreek Mij niet over de onrechtvaardigen,
967 23, 32 | God dan Hem. Wilt gij dan niet vrezen?" ~
968 23, 37 | leven en sterven en zullen niet worden opgewekt. ~
969 23, 38 | 38. Hij is niet anders dan een mens die
970 23, 38 | wij zullen in hem stellig niet geloven." ~
971 23, 44 | Vervloekt zij het volk dat niet wil geloven. ~
972 23, 56 | Neen, zij begrijpen het niet. ~
973 23, 65 | 65. Klaag niet op deze Dag, want gij zult
974 23, 65 | want gij zult door Ons niet worden geholpen. ~
975 23, 68 | 68. Hebben zij dan niet over het Woord nagedacht,
976 23, 68 | iets tot hen gekomen dat niet tot hun voorvaderen kwam? ~
977 23, 69 | hebben zij hun boodschapper niet erkend dat zij hem niet
978 23, 69 | niet erkend dat zij hem niet aanvaarden? ~
979 23, 70 | de meesten hunner houden niet van de Waarheid. ~
980 23, 74 | die in het Hiernamaals niet geloven dwalen inderdaad
981 23, 76 | een straf, doch zij werden niet nederig voor hun Heer noch
982 23, 80 | nacht en dag. Wilt gij dan niet begrijpen? ~
983 23, 87 | Zeg: "Wilt gij Hem dan niet tot uw Beschermer nemen?" ~
984 23, 94 | Mijn Heer, plaats mij dan niet te midden van het onrechtvaardige
985 23, 98 | mijn toevlucht, opdat zij niet bij mij komen." ~
986 23, 105| Werden Mijn woorden U niet verkondigd? Maar gij placht
987 23, 108| daarin vernederd en spreekt niet tot Mij. ~
988 23, 115| tevergeefs schiepen en dat gij niet tot Ons zult worden teruggebracht? ~
989 24, 2 | gehoorzaamheid aan Allah niet afhouden indien gij in Allah
990 24, 10 | 10. En ware het niet door Allah's genade en Zijn
991 24, 11 | uw midden; beschouwt dit niet als een kwaad voor u - integendeel
992 24, 14 | 14. En ware het niet door Allah's genade en Zijn
993 24, 16 | 16. Waarom hebt gij niet gezegd toen gij het hoordet: "
994 24, 16 | hoordet: "Het betaamt ons niet om erover te spreken. Heilig
995 24, 19 | Allah weet, en gij weet niet. ~
996 24, 20 | 20. En ware het niet door Allah's genade en Zijn
997 24, 21 | de voetstappen van Satan niet. Wie de voetstappen van
998 24, 21 | boosheid beyelen. En ware het niet door Allah's genade en Zijn
999 24, 22 | overvloed onder u bezitten niet ophouden te geven aan verwanten
1000 24, 22 | het hoofd zien. Wenst gij niet dat Allah u zou vergeven?
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1642 |