1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1642
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1001 24, 28 | niemand daarin vindt, gaat ze niet binnen voordat gij toestemming
1002 24, 31 | dat zij haar schoonheid niet tonen dan hetgeen ervan
1003 24, 31 | dat zij haar schoonheid niet tonen behalve aan haar echtgenoot
1004 24, 31 | niets afweten. En laat haar niet met haar voeten slaan, opdat
1005 24, 33 | zij kuis wensen te zijn, niet tot ontucht om de goederen
1006 24, 35 | zelfs al raakte vuur haar niet. Licht op Licht. Allah leidt
1007 24, 40 | uitstrekt kan men haar bijna niet zien; en hij, wie Allah
1008 24, 41 | 41. Ziet gij niet, dat alles in de hemelen
1009 24, 43 | 43. Hebt gij niet gezien dat Allah de wolken
1010 24, 53 | zullen oprukken. Zeg: "Zweert niet: (maar) werkelijke gehoorzaamheid (
1011 24, 57 | 57. Denkt niet, dat degenen die niet geloven,
1012 24, 57 | Denkt niet, dat degenen die niet geloven, op aarde kunnen
1013 24, 58 | de geslachtsrijpheid nog niet hebben bereikt driemaal
1014 24, 62 | de profeet) zijn, zich niet verwijderen voordat zij
1015 24, 63 | de boodschapper onder u niet zoals gij de uitnodiging
1016 25, 9 | en kunnen de rechte weg niet vinden. ~
1017 25, 14 | 14. "Roept niet éénmaal om vernietiging
1018 25, 18 | zij U; Het betaamde ons niet andere beschermers dan U
1019 25, 19 | verloochend, zodat gij de straf niet kunt afwenden of hen helpen.
1020 25, 21 | Zij die Onze ontmoeting niet verwachten zeggen: "Waarom
1021 25, 21 | waarom kunnen wij onze Heer niet zien?" Voorzeker, zij schatten
1022 25, 32 | zeggen: "Waarom werd de Koran niet ineens aan hem geopenbaard?"
1023 25, 40 | Zien zij die (plaats) dan niet? Neen, zij verwachten de
1024 25, 40 | verwachten de Opstanding niet. ~
1025 25, 42 | afdwalen, als wij jegens hen niet standvastig waren gebleven."
1026 25, 45 | 45. Hebt gij niet gezien hoe uw Heer de schaduw
1027 25, 52 | Dus volg de ongelovigen niet, en voer met (de Koran)
1028 25, 58 | vertrouwen in de Levende, Die niet sterft, en verheerlijk Hem
1029 25, 72 | 72. En zij, die niet leugenachtig getuigen en
1030 25, 73 | gewaarschuwd worden, daarbij niet doof en blind nedervallen. ~
1031 25, 77 | niets om U geven als gij niet bidt. Gij hebt de waarheid
1032 26, 3 | dode toe treuren omdat zij niet geloven. ~
1033 26, 7 | 7. Zien zij niet op aarde - hoeveel voortreffelijke
1034 26, 8 | meesten onder hen willen niet geloven. ~
1035 26, 11 | Pharao. Zullen zij (Mij) niet vrezen?" ~
1036 26, 13 | vernauwt zich en mijn tong is niet welsprekend; zend daarom (
1037 26, 18 | Pharao) zeide: "Voedden wij u niet onder ons op toen gij een
1038 26, 25 | heen waren: "Hoort gij het niet?" ~
1039 26, 50 | antwoordden: "Dat geeft niet; wij zullen voorzeker tot
1040 26, 67 | meesten onder hen willen niet geloven. ~
1041 26, 87 | 87. En verneder mij niet op de Dag waarop de mensen
1042 26, 103| meesten onder hen willen het niet geloven. ~
1043 26, 106| tot hen zeide: "Wilt gij niet (God) vrezen?" ~
1044 26, 114| En ik ga de gelovigen niet verdrijven. ~
1045 26, 116| 116. Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Noach, zult gij
1046 26, 121| de meesten hunner willen niet geloven. ~
1047 26, 124| tot hen zeide: "Zult gij niet godvruchtig worden?" ~
1048 26, 136| hetzelfde of gij predikt of niet. ~
1049 26, 138| 138. En wij zullen niet worden gestraft." ~
1050 26, 139| de meesten hunner willen niet geloven. ~
1051 26, 142| tot hen zeide, "Wilt gij niet godvruchtig worden? ~
1052 26, 151| 151. En gehoorzaamt niet aan het bevel der buitensporigen. ~
1053 26, 152| aarde stichten, en zich niet beteren," ~
1054 26, 158| de meesten hunner willen niet geloven. ~
1055 26, 161| tot hen zeide: "Wilt gij niet rechtvaardig worden? ~
1056 26, 167| 167. Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Lot, zult gij
1057 26, 174| de meesten hunner willen niet geloven. ~
1058 26, 177| tot hen zeide: "Wilt gij niet godvruchtig worden? ~
1059 26, 181| de volle maat en behoort niet tot hen die minder geven (
1060 26, 183| mensen in hetgeen hun toekomt niet te kort, noch handelt verderfelijk
1061 26, 190| de meesten hunner willen niet geloven. ~
1062 26, 201| 201. Zij zullen er niet in geloven voordat zij de
1063 26, 202| hen komen terwijl zij het niet bemerken; ~
1064 26, 207| werd geschonken hun toch niet baten. ~
1065 26, 210| duivelen hebben (de Koran) niet nedergebracht, ~
1066 26, 216| 216. Indien zij u dan niet gehoorzamen, zeg: "Ik heb
1067 26, 225| 225. Hebt gij niet gezien hoe zij in elk dal
1068 26, 226| wat zij zeggen doen zij niet. ~
1069 27, 4 | 4. Voorzeker, die niet in het Hiernamaals geloven,
1070 27, 10 | hij zich af en wilde zich niet omkeren. (En Allah zeide) "
1071 27, 10 | Allah zeide) "O Mozes, vrees niet, voorwqwaar bij Mij vrezen
1072 27, 10 | vrezen de boodschappers niet." ~
1073 27, 18 | Salomo en zijn scharen u niet verpletteren zonder dit
1074 27, 20 | kan het zijn dat ik de hop niet zie? Is hij onder de afwezigen? ~
1075 27, 22 | 22. En hij duurde niet lang, totdat deze kwam en
1076 27, 22 | heb datgene gezien wat gij niet weet; en ik heb over Saba
1077 27, 25 | 25. Zij aanbidden Allah niet, Die hetgeen in de hemelen
1078 27, 31 | 31. Weest niet laatdunkend tegenover mij
1079 27, 48 | het land stichtten en zich niet wilden verbeteren, ~
1080 27, 50 | maar zij bemerkten het niet. ~
1081 27, 60 | groeien? Gij zoudt hun bomen niet kunnen doen groeien. Is
1082 27, 61 | meesten hunner (willen) het niet weten. ~
1083 27, 65 | behalve Allah; en zij weten niet wanneer zij zullen worden
1084 27, 70 | 70. En treur niet om hen, noch wees bezorgd
1085 27, 82 | verwonden, omdat de mensen niet in Onze tekenen geloven. ~
1086 27, 85 | ongerechtigheid en zij zullen niet kunnen spreken. ~
1087 27, 86 | 86. Hebben zij niet gezien dat Wij de nacht
1088 27, 93 | ze kennen." En uw Heer is niet onachtzaam omtrent hetgeen
1089 28, 9 | u en voor mij. Dood hem niet. Hij kan nuttig voor ons
1090 28, 9 | Maar zij doorzagen het niet. ~
1091 28, 10 | onthuld als Wij haar hart niet gesterkt hadden om tot de
1092 28, 11 | de anderen bemerkten het niet. ~
1093 28, 13 | mocht worden en opdat zij niet behoefde te treuren en opdat
1094 28, 13 | mensen kennen (de Waarheid) niet. ~
1095 28, 23 | antwoordden: "Wij kunnen niet drenken, totdat de herders
1096 28, 25 | vertelde, zeide hij: "Vrees niet, gij zijt een onrechtvaardig
1097 28, 31 | vluchtte hij en keerde niet om. "O Mozes, kom en vrees
1098 28, 31 | O Mozes, kom en vrees niet, want gij behoort tot hen
1099 28, 32 | voorschijn komen - en wees niet bang voor gevaar - dit zijn
1100 28, 35 | macht geven zodat zij u niet zullen kunnen bereiken.
1101 28, 41 | der Opstanding zullen zij niet worden geholpen. ~
1102 28, 44 | En gij (Mohammed) waart niet aan de westelijke kant (
1103 28, 46 | 46. En gij waart niet aan de bergkant toen Wij (
1104 28, 47 | zij verdienen, mogen zij niet meer zeggen: "Onze Heer,
1105 28, 48 | zeiden zij: "Waarom is hem niet hetzelfde gegeven als aan
1106 28, 48 | Verwierpen zij datgene niet, wat Mozes voorheen was
1107 28, 48 | Wij geloven in beiden niet." ~
1108 28, 50 | 50. Maar als zij u niet antwoorden, weet dan dat
1109 28, 50 | de onrechtvaardige mensen niet. ~
1110 28, 55 | Wij zoeken de onwetenden niet." ~
1111 28, 56 | gij zult hen die gij wilt niet kunnen leiden, maar Allah
1112 28, 57 | onder hen begrijpen het niet." ~
1113 28, 58 | hoeveel steden hebben Wij niet vernietigd die trots waren
1114 28, 58 | woonplaatsen die tot op enkele na niet meer bewoond zijn geworden.
1115 28, 59 | 59. En uw Heer is niet zo, dat Hij steden vernietigt,
1116 28, 60 | langere duur. Wilt gij dit niet begrijpen? ~
1117 28, 63 | onschuld aan U. Wij waren het niet die zij aanbaden." ~
1118 28, 64 | aanroepen maar deze zullen hen niet horen. Terwijl zij de straf
1119 28, 66 | worden en zij zullen elkander niet kunnen vragen. ~
1120 28, 71 | kan brengen? Wilt gij dan niet luisteren?" ~
1121 28, 72 | kunt rusten? Wilt gij dat niet inzien?" ~
1122 28, 76 | volk tot hem zeide: "Poch niet, want Allah houdt niet van
1123 28, 76 | Poch niet, want Allah houdt niet van degenen die pochen. ~
1124 28, 77 | vergeet uw deel aan de wereld niet, en doe goed (aan anderen)
1125 28, 77 | hen, die onheil stichten, niet lief." ~
1126 28, 78 | kennis gegeven." Wist hij niet dat Allah vóór hem vele
1127 28, 78 | En de schuldigen worden niet gevraagd omtrent hun zonden. ~
1128 28, 82 | dienaren. Indien Allah ons niet genadig was geweest zou
1129 28, 86 | 86. En gij hadt niet verwacht dat het Boek (de
1130 28, 87 | 87. En laten zij u niet afwenden van de woorden
1131 28, 87 | anderen tot uw Heer, en behoor niet tot de afgodendienaren. ~
1132 29, 8 | hebt, gehoorzaam hen dan niet. Tot Mij is uw terugkeer,
1133 29, 10 | waren met U." Weet Allah niet het best wat in het innerlijk
1134 29, 19 | 19. Zien zij niet hoe Allah de schepping verwekt,
1135 29, 23 | en de ontmoeting met Hem niet geloven, wanhopen aan Zijn
1136 29, 29 | antwoord van zijn volk was niet anders dan dat zij zeiden: "
1137 29, 33 | moeilijkheid. En zij zeiden: "Vrees niet, noch treur. Voorzeker,
1138 29, 36 | de laatste dag en wandel niet op aarde onheil stichtende." ~
1139 29, 39 | aarde; toch konden zij Ons niet ontsnappen. ~
1140 29, 40 | verdrinken. Allah was het niet, die hen onrecht aandeed,
1141 29, 51 | 51. Is het niet genoeg voor hen dat Wij
1142 29, 53 | overvallen terwijl zij het niet voorzien. ~
1143 29, 60 | die hun eigen onderhoud niet meedragen! Allah zorgt voor
1144 29, 63 | meesten hunner begrijpen het niet. ~
1145 29, 67 | 67. Hebben zij niet gezien, dat Wij een veilig
1146 30, 6 | Allah breekt zijn Belofte niet, maar de meeste mensen beseffen
1147 30, 6 | meeste mensen beseffen dit niet; ~
1148 30, 8 | Hebben zij over zichzelf niet nagedacht? Allah heeft de
1149 30, 8 | alles wat daartussen is niet geschapen, dan in waarheid
1150 30, 8 | geloven velen onder de mensen niet in de ontmoeting met hun
1151 30, 9 | 9. Hebben zij niet op aarde gereisd, zodat
1152 30, 9 | tekenen. En Allah was het niet Die hun onrecht aandeed,
1153 30, 16 | 16. Maar zij die niet geloofden en Onze tekenen
1154 30, 30 | meeste mensen weten het niet. - ~
1155 30, 31 | het gebed na, en behoort niet tot de afgodendienaren. ~
1156 30, 37 | 37. Hebben zij niet ingezien, dat Allah de voorziening
1157 30, 39 | mensen) bezitten; het neemt niet toe bij Allah; maar wat
1158 30, 45 | Hij heeft de ongelovigen niet lief.
1159 30, 52 | 52. En gij kunt de doden niet doen horen, noch kunt gij
1160 30, 56 | Opstanding, maar gij wist het niet." ~
1161 30, 57 | Dag de onrechtvaardigen niet baten; noch zal hun verontschuldiging
1162 30, 59 | Allah het hart van hen, die niet willen weten. ~
1163 30, 60 | geen zekerheid hebben u niet doen wankelen. ~~
1164 31, 7 | verachtelijk af alsof hij ze niet hoorde en zijn oren verstopt
1165 31, 10 | bergen gemaakt opdat zij niet beven met u, en Hij heeft
1166 31, 15 | kennis hebt, gehoorzaam hen niet. Doch leef met hen samen
1167 31, 18 | 18. En keer uw gelaat niet (in verachting) van de mensen
1168 31, 20 | 20. Hebt gij niet gezien, dat Allah alles
1169 31, 23 | 23. En zij die niet geloven, laat hun ongeloof
1170 31, 23 | geloven, laat hun ongeloof u niet verdrieten. Tot Ons zullen
1171 31, 25 | meesten hunner weten het niet.
1172 31, 27 | woorden van Allah zouden niet kunnen worden uitgeput.
1173 31, 29 | 29. Hebt gij niet gezien, dat Allah de nacht
1174 31, 31 | 31. Hebt gij niet gezien, dat de schepen op
1175 31, 33 | daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat de
1176 32, 10 | geschapen?" Neen, zij geloven niet in de ontmoeting met hun
1177 32, 15 | die Hem toekomt, en die niet hoogmoedig zijn.
1178 32, 18 | ongehoorzaam is? Zij zijn (stellig) niet gelijk. ~
1179 32, 23 | Mozes het Boek - twijfel dus niet aan de ontmoeting met Hem -
1180 32, 26 | 26. Komen zij niet tot inzicht (door het feit)
1181 32, 26 | tekenen. Willen zij dan niet luisteren? ~
1182 32, 27 | 27. Hebben zij niet gezien dat Wij het water
1183 32, 27 | vee eten? Willen zij dan niet inzien? ~
1184 32, 29 | geloof der ongelovigen hen niet baten, noch zal hun uitstel
1185 33, 1 | ongelovigen en de huichelaars niet. Allah is Alwetend, Alwijs. ~
1186 33, 5 | Maar als gij hun vader niet kent, dan zijn zij uw broeders
1187 33, 9 | zonden en legers die gij niet zaagt. En Allah ziet wat
1188 33, 13 | bloot." Deze waren echter niet blootgesteld, zij wensten
1189 33, 15 | gesloten dat zij hun rug niet zouden tonen. En er zal (
1190 33, 19 | rijkdommen. Zulken hebben niet oprecht geloofd; daarom
1191 33, 20 | denken, dat de bondgenoten niet zijn vertrokken; en als
1192 33, 32 | van de profeet, gij zijt niet zoals een andere vrouw.
1193 33, 32 | godvruchtig zijt, spreekt dan niet op een verleidelijke manier,
1194 33, 33 | huizen en stelt uw schoonheid niet ten toon als in de vroegere
1195 33, 36 | de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper
1196 33, 36 | Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt, is zeker klaarblijkelijk
1197 33, 40 | 40. Mohammed is niet de vader van één uwer mannen,
1198 33, 48 | ongelovigen en de huichelaars niet en sla geen acht op hun
1199 33, 50 | dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen. Wij hebben
1200 33, 51 | verust te stellen, zodat zij niet treuren en allen tevreden
1201 33, 52 | 52. Het is u hierna niet toegestaan vrouwen te huwen
1202 33, 53 | de huizen van de profeet niet binnen tenzij gij uitgenodigd
1203 33, 53 | wordt tot een maaltijd, doch niet wachtend tot deze gereed
1204 33, 53 | hebt vertrekt dan en blijft niet praten. Dat is lastig voor
1205 33, 53 | voor u, maar Allah aarzelt niet om de waarheid (te zeggen).
1206 33, 53 | haar hart. En het past u niet de boodschapper van Allah
1207 33, 59 | worden onderscheiden en niet lastig worden gevallen.
1208 33, 60 | in de stad veroorzaken, niet ophouden, zullen Wij u zeker
1209 33, 63 | bij Allah," gij weet het niet; het kan zijn dat het Uur
1210 33, 69 | gij die gelooft! weest niet zoals degenen die Mozes
1211 34, 3 | ongelovigen zeggen: "Het Uur zal niet over ons komen." Zeg: "Ja,
1212 34, 3 | de aarde verborgen, zelfs niet het gewicht van een atoom,
1213 34, 8 | waanzinnige?" Neen, zij die niet in het Hiernamaals geloven
1214 34, 9 | 9. Hebben zij dan niet gezien naar hetgeen vóór
1215 34, 14 | onzichtbare gekend hadden, zij niet zolang in een toestand van
1216 34, 25 | 25. Zeg: "Gij zult niet worden ondervraagd omtrent
1217 34, 28 | meeste mensen begrijpen het niet. ~
1218 34, 31 | stellig aan deze verkondiging niet geloven, noch in hetgeen
1219 34, 31 | hoogmoedigen zeggen: "Waart gij niet geweest dan zouden wij zeker
1220 34, 33 | waarbij gij ons geboodt niet in Allah te geloven en gelijken
1221 34, 34 | zeiden: "Waarlijk, wij willen niet geloven in hetgeen waarmee
1222 34, 35 | en kinderen en wij zullen niet worden gestraft." ~
1223 34, 36 | meeste mensen begrijpen het niet." ~
1224 34, 41 | U! Gij zijt onze Vriend, niet zij. Neen, zij aanbaden
1225 34, 49 | gekomen en de leugen zal niet meer beginnen, noch wederkeren." ~
1226 35, 5 | tegenwoordige leven u daarom niet misleiden, noch laat de
1227 35, 7 | strenge straf voor hen die niet geloven. Maar er is vergiffenis
1228 35, 8 | Hij wil. Laat uw ziel dus niet wegkwijnen uit verdriet
1229 35, 10 | straf en hun plan zal te niet worden gedaan. ~
1230 35, 12 | 12. De twee wateren zijn niet gelijk; het ene zoet, smakelijk
1231 35, 14 | aanroept, zullen zij uw roep niet horen en indien zij uw roep
1232 35, 14 | roep horen, zullen zij u niet kunnen antwoorden. En op
1233 35, 17 | 17. Dat is voor Allah niet moeilijk. ~
1234 35, 19 | 19. De blinde is niet gelijk aan de ziende; ~
1235 35, 22 | die in hun graven zijn, niet doen horen. ~
1236 35, 27 | 27. Hebt gij niet gezien, dat Wij water van
1237 35, 36 | hel. Voor hen zal de dood niet worden verordend opdat zij
1238 35, 37 | antwoorden): "Gaven Wij u niet een leven, lang genoeg dat
1239 35, 39 | aarde heeft gemaakt. Hij die niet gelooft, zijn ongeloof zal
1240 35, 41 | aarde in stand opdat zij niet vergaan. En indien zij uit
1241 35, 44 | 44. Hebben zij niet op aarde gereisd en gezien
1242 36, 6 | waarschuwen welks vaderen niet zijn gewaarschuwd en dat
1243 36, 7 | hunner, want zij geloven niet. ~
1244 36, 9 | hen gesluierd, zodat zij niet kunnen zien. ~
1245 36, 10 | of gij hen waarschuwt of niet; zij willen niet geloven. ~
1246 36, 10 | waarschuwt of niet; zij willen niet geloven. ~
1247 36, 18 | slecht voorteken; als gij niet ophoudt, zullen wij u gewis
1248 36, 22 | zult worden teruggebracht, niet zou aanbidden? ~
1249 36, 31 | 31. Hebben zij niet gezien, hoeveel geslachten
1250 36, 31 | hen hebben vernietigd, die niet tot hen terugkeren? ~
1251 36, 35 | toebereiden. Willen zij dan niet dankbaar zijn?
1252 36, 36 | en van hetgeen zijn nog niet kennen. ~
1253 36, 40 | 40. De zon mag de maan niet achterhalen noch kan de
1254 36, 60 | 60. "Gelastte Ik u niet, o gij kinderen van Adam,
1255 36, 60 | van Adam, dat gij Satan niet zoudt dienen, daar hij een
1256 36, 68 | in kracht. Willen zij dan niet begrijpen? ~
1257 36, 69 | de profeet) het dichten niet geleerd, noch is het voor
1258 36, 71 | 71. Hebben zij niet gezien, dat onder de dingen
1259 36, 73 | dranken. Willen zij dan niet dankbaar zijn? ~
1260 36, 75 | 75. Dezen kunnen hen niet helpen maar zij zullen als
1261 36, 76 | Laat daarom hun spraak u niet verdrieten. Voorwaar, Wij
1262 36, 77 | 77. Heeft de mens niet begrepen dat Wij hem hebben
1263 36, 81 | hemelen en de aarde schiep, niet in staat hun gelijken te
1264 37, 25 | scheelt u dat gij elkander niet helpt?" ~
1265 37, 56 | gij deedt mij ook bijna te niet gaan." ~
1266 37, 57 | 57. "En ware het niet door de gunst van mijn Heer,
1267 37, 58 | 58. Zullen wij niet sterven, ~
1268 37, 91 | en zeide: "Waarom eet gij niet, ~
1269 37, 92 | Wat scheelt u, dat gij niet spreekt?" ~
1270 37, 124| zijn volk zeide, "Wilt gij niet godvruchtig zijn? ~
1271 37, 138| s avonds. Wilt gij dan niet begrijpen? ~
1272 37, 143| 143. Indien hij niet behoorde tot hen die Ons
1273 37, 155| 155. Wilt gij dan niet nadenken? ~
1274 37, 164| 164. En er is niet één onzer of hij heeft een
1275 38, 8 | zij hebben Mijn straf nog niet ondergaan. ~
1276 38, 22 | vreesde. Zij zeiden: "Vrees niet, wij zijn twee procesvoerders,
1277 38, 22 | ons in waarheid en handel niet onrechtvaardig en leid ons
1278 38, 26 | en volg (hun) begeerten niet, anders zullen zij u van
1279 38, 27 | en alles wat er tussen is niet tevergeefs geschapen - Dat
1280 38, 44 | er mee, en breek uw eed niet." Wij vonden hem standvastig.
1281 38, 62 | onder de bozen rekenden, niet meer zien?" ~
1282 38, 63 | bespot of zien onze ogen hen niet?" ~
1283 38, 74 | 74. Doch Iblies niet, hij toonde hoogmoed en
1284 39, 3 | een ondankbare leugenaar niet. ~
1285 39, 7 | onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van ondankbaarheid onder
1286 39, 9 | weten gelijk aan hen die niet weten?" Maar alleen de verstandigen
1287 39, 13 | Zeg: "Indien ik mijn Heer niet gehoorzaam, vrees ik de
1288 39, 20 | Allah breekt Zijn belofte niet. ~
1289 39, 21 | 21. Hebt gij niet gezien, dat Allah water
1290 39, 29 | onder hen begrijpen dit niet. ~
1291 39, 36 | 36. Is Allah niet toereikend voor Zijn dienaar?
1292 39, 37 | doen afdwalen. Is Allah niet Machtig, de Heer der Vergelding? ~
1293 39, 42 | sterven en ook van hen die niet sterven tijdens hun slaap.
1294 39, 45 | dergenen die in het Hiernamaals niet geloven samen, maar wanneer
1295 39, 49 | meesten onder hen beseffen het niet. ~
1296 39, 50 | baatte hen hetgeen zij deden niet; ~
1297 39, 51 | treffen en zij kunnen Ons niet ontsnappen. ~
1298 39, 52 | 52. Weten zij niet dat Allah de voorziening
1299 39, 53 | buitensporig zijt geweest, wanhoopt niet aan de barmhartigheid van
1300 39, 54 | komt, want dan zult gij niet meer worden geholpen. ~
1301 39, 55 | gij het (naderen er van) niet bemerkt; ~
1302 39, 57 | 57. Of opdat zij niet moge zeggen: "Had Allah
1303 39, 58 | opdat zij de straf ziende, niet moge zeggen: "Ik wilde dat
1304 39, 67 | 67. Zij waarderen Allah niet volgens Zijn Waardigheid.
1305 40, 4 | bedrijvigheid in het land u niet bedriegen. ~
1306 40, 5 | om de Waarheid er mee te niet te doen. Dan greep Ik hen
1307 40, 12 | 12. Dit kwam omdat gij niet geloofdet toen Allah de
1308 40, 20 | Hem kunnen in het geheel niet richten. Voorzeker, Allah
1309 40, 21 | 21. Hebben zij niet over de aarde gereisd en
1310 40, 27 | aan de Dag des Oordeels niet gelooft." ~
1311 40, 28 | een grote leugenaar is, niet. ~
1312 40, 50 | Kwamen uw boodschappers niet tot u met duidelijke bewijzen?"
1313 40, 56 | niets dan trots, die zij niet kunnen verwerkelijken. Zoekt
1314 40, 57 | meeste mensen beseffen het niet. ~
1315 40, 58 | blinden en de zienden zijn niet gelijk; noch zijn zij, die
1316 40, 59 | geloven de meeste men sen het niet. ~
1317 40, 69 | 69. Hebt gij degenen niet gezien, die over de tekenen
1318 40, 78 | vermeld en anderen hebben Wij niet genoemd en geen boodschapper
1319 40, 82 | 82. Hebben zij niet op aarde gereisd en gezien
1320 40, 82 | zij verwierven baatte hen niet. ~
1321 40, 85 | gezien kon hun geloof hun niet meer baten. Dit is Allah'
1322 41, 4 | wenden zich af, zodat zij niet luisteren. ~
1323 41, 7 | geven en aan het Hiernamaals niet geloven. ~
1324 41, 15 | machtiger dan wij?" Wisten zij niet dat Allah, Die hen schiep
1325 41, 16 | vernederender zijn en zij zullen niet worden geholpen. ~
1326 41, 22 | 22. Gij waart niet in staat u te verschuilen,
1327 41, 24 | verontschuldiging vragen, behoren zij niet tot hen aan wie deze wordt
1328 41, 26 | ongelovigen zeggen: "Luistert niet naar deze Koran, maar maakt
1329 41, 28 | omdat zij Onze tekenen niet erkenden. ~
1330 41, 30 | engelen nederdalen: "Vreest niet, noch treurt; maar verheugt
1331 41, 34 | Het goede en kwade zijn niet gelijk. Daarom weerstaat (
1332 41, 37 | de maan; derhalve werpt u niet neder voor de zon of de
1333 41, 40 | tekenen verdraaien zijn niet voor Ons verborgen. Is dan
1334 41, 41 | 41. Voorzeker, zij die niet in de Vermaning geloven
1335 41, 44 | Waarom zijn zijn verzen niet duidelijk gemaakt? Is Arabisch
1336 41, 45 | het woord van uw Heer er niet aan was voorafgegaan zou
1337 41, 46 | uw Heer is in het geheel niet onrechtvaardig jegens Zijn
1338 41, 49 | 49. De mens wordt niet moe het goede te vragen;
1339 41, 50 | komt mij toe en ik denk niet dat het Uur zal plaatsvinden.
1340 41, 53 | dit de Waarheid is. Is het niet genoeg dat uw Heer Getuige
1341 42, 13 | deze godsdienst en weest er niet in verdeeld." Voor de afgodendienarenis
1342 42, 14 | onder elkander. En ware het niet dat een Woord reeds van
1343 42, 15 | volg hun slechte begeerten niet, maar zeg: "Ik geloof in
1344 42, 21 | voor het laatste gericht niet uitgevaardigd,dan zou de
1345 42, 31 | 31. En gij kunt op aarde niet ontkomen noch hebt gij een
1346 42, 40 | Allah. Voorzeker, Hij houdt niet van de onrechtvaardigen. ~
1347 42, 48 | zich afwenden hebben Wij u niet als wachter over hen gezonden.
1348 42, 51 | 51. Het is voor een mens niet mogelijk dat Allah tot hem
1349 42, 52 | gebod geopenbaard. Gij wist niet wat het Boek noch wat het
1350 43, 5 | 5. Zullen Wij u dit dan niet in herinnering brengen,
1351 43, 13 | want wij konden die zelf niet onderwerpen. ~
1352 43, 20 | had gewild zouden wij hen niet hebben aanbeden." Zij hebben
1353 43, 30 | tovenarij en wij zullen er niet in geloven." ~
1354 43, 31 | zegt: "Waarom is deze Koran niet aan een groot man uit de
1355 43, 33 | 33. Ware er niet (het gevaar) dat alle mensen
1356 43, 39 | handeldet, zal het u heden niet baten dat gij samen dezelfde
1357 43, 51 | het koninkrijk van Egypte niet aan mij toe? En stromen
1358 43, 51 | En stromen deze rivieren niet op mijn bevel? Kunt, gij
1359 43, 51 | mijn bevel? Kunt, gij dat niet inzien? ~
1360 43, 52 | 52. Of ben ik niet beter dan deze onaanzienlijke
1361 43, 53 | geschonken of komen engelen niet in processie met hem?" ~
1362 43, 61 | Uur. Twijfelt er daarom niet aan, maar volgt Mij. Dit
1363 43, 62 | 62. En laat Satan u niet verleiden. Voorzeker, hij
1364 43, 66 | hen komt, terwijl zij het niet voorzien. ~
1365 43, 75 | 75. En deze zal voor hen niet verlicht worden en zij zullen
1366 43, 80 | overleg en hun beraadslaging niet horen? Ja zeker! Onze boodschappers
1367 43, 88 | Heer, dit is een volk dat niet gelooft." ~
1368 44, 19 | 19. En verheft u niet tegen Allah. Zeker, ik kom
1369 44, 21 | mij alleen, indien gij mij niet gelooft." ~
1370 44, 29 | hemel en de aarde weenden niet om hen noch werd hun uitstel
1371 44, 35 | enige dood want wij zullen niet worden opgewekt. ~
1372 44, 38 | en alles wat er tussen is niet als spel geschapen. ~
1373 44, 39 | meesten hunner begrijpeen het niet. ~
1374 45, 8 | ze trotseert alsof hij ze niet hoorde. - Geef hem tijding
1375 45, 10 | hetgeen zij verwierven zal hen niet baten noch de afgoden die
1376 45, 14 | die de dagen van Allah niet vrezen, moeten vergeven,
1377 45, 18 | begeerten der onwetenden niet. ~
1378 45, 26 | meeste mensen begrijpen het niet. ~
1379 45, 31 | worden): "Werden Mijn woorden niet aan u voorgedragen? Doch
1380 45, 32 | zeidet gij: "Wij weten niet wat het Uur is: wij vermoeden
1381 45, 32 | vermoeden het slechts en zijn er niet zeker van." ~
1382 45, 35 | Daarom zullen zij op die Dag niet uit het Vuur worden genomen,
1383 46, 3 | en alles wat er tussen is niet anders dan in waarheid geschapen
1384 46, 5 | kunnen antwoorden en die niet wet,en dat men hen aanroept? ~
1385 46, 10 | het onrechtvaardige volk niet. ~
1386 46, 11 | was, zouden zij ons daarin niet voorgegaan zijn. " En omdat
1387 46, 11 | omdat zij de rechte weg niet hebben gevolgd, zeggen zij: "
1388 46, 26 | in hetgeen waarin Wij u niet hebben gevestigd en Wij
1389 46, 28 | nabijheid, te komen, hen dan niet? Neen, zij faalden hier
1390 46, 32 | gehoor geeft kan op aarde niet ontvluchten, noch kan hij
1391 46, 33 | 33. Hebben zij niet ingezien dat Allah, Die
1392 46, 33 | hemelen en de aarde schiep en niet moe werd door hen te scheppen,
1393 46, 34 | er worden gezegd: "Is dit niet de waarheid?" Zij zullen
1394 46, 35 | waren, en wees omtrent hen niet haastig. De Dag, waarop
1395 47, 4 | hun werken zal Hij zeker niet vruchteloos maken. ~
1396 47, 10 | 10. Hebben zij op aarde niet gereisd en gezien wat het
1397 47, 15 | daarin stromen water dat niet bederft; en stromen melk
1398 47, 15 | stromen melk waarvan de smaak niet verandert en stromen wijn,
1399 47, 22 | 22. Zult gij dan niet door u af te wenden verderf
1400 47, 24 | 24. Willen zij dan niet over de Koran nadenken,
1401 47, 29 | Allah hun boosaardigheden niet aan het licht zou brengen? ~
1402 47, 32 | 32. Voorzeker, zij die niet geloven en (anderen) van
1403 47, 32 | geworden, zullen Allah stellig niet schaden doch Hij zal hun
1404 47, 33 | boodschapper en maakt uw werken niet nutteloos. ~
1405 47, 34 | zijn, Allah zal hen zeker niet vergeven. ~
1406 47, 35 | 35. Weifelt daarom niet noch roept om vrede, want
1407 47, 35 | met u en Hij zal uw daden niet teniet doen. ~
1408 47, 36 | zal Hij u belonen en zal u niet om uw (gehele) bezit vragen. ~
1409 47, 38 | dezen zullen uw gelijken niet zijn. ~~
1410 48, 11 | hielden ons bezig (zodat wij u niet konden helpen); vraag daarom
1411 48, 11 | zeggen met hun tong hetgeen niet in hun hart is. Zeg: "Wie
1412 48, 13 | 13. En voor degenen, die niet in Allah en Zijn boodschapper
1413 48, 15 | Zeg: "Gij zult ons zeker niet volgen. Allah heeft het
1414 48, 21 | overwinning, die gij nog niet hebt kunnen behalen, maar
1415 48, 25 | 25. Zij zijn het die niet geloofden en u van de Heilige
1416 48, 25 | te bereiken. En ware het niet om de gelovige mannen en
1417 48, 25 | mannen en vrouwen die gij niet kent en die gij hadt kunnen
1418 48, 25 | vechten, maar Hij deed dat niet) opdat Hij in Zijn barmhartigheid
1419 49, 1 | gij die gelooft, weest niet voorbarig bij Allah en Zijn
1420 49, 2 | gelovigen, verheft uw stem niet boven de stem van de profeet
1421 49, 2 | van de profeet en spreekt niet hardop tot hem, zoals gij
1422 49, 2 | spreekt, opdat uw werken niet vruchteloos mogen worden
1423 49, 6 | opdat gij sommige mensen niet in onwetendheid schaadt
1424 49, 11 | waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen
1425 49, 11 | zij. En belastert elkander niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen.
1426 49, 12 | een zonde. En spionneert niet, noch belastert elkander.
1427 49, 14 | Zeg: "Gij gelooft nog niet, maar zegt liever: Wij hebben
1428 49, 14 | het geloof is uw hart nog niet binnengedrongen. Maar indien
1429 49, 15 | boodschapper geloven en daarna niet twijfelen, doch met hun
1430 50, 6 | 6. Zien zij niet naar de hemel boven hen
1431 50, 27 | onze Heer, ik maakte hem niet opstandig maar hij was te
1432 50, 28 | zal antwoorden: "Redetwist niet in Mijn tegenwoordigheid,
1433 50, 29 | vonnis door Mij geveld kan niet worden veranderd en Ik ben
1434 50, 29 | en Ik ben in het geheel niet onrechtvaardig jegens Mijn
1435 50, 31 | rechtvaardigen worden gebracht en niet ver verwijderd. ~
1436 50, 36 | hoevele geslachten hebben Wij (niet) vóór hen vernietigd, die
1437 50, 45 | zij zeggen en gij zijt er niet om hen te dwingen. Vermaan
1438 51, 19 | en ook voor degenen die niet konden bedelen. ~
1439 51, 21 | ook in uzelf, wilt gij dat niet inzien? ~
1440 51, 27 | hen. Hij zeide: "Wilt gij niet eten?" ~
1441 51, 28 | vrezen. Zij zeiden: "Vrees niet" en zij gaven hem blijde
1442 51, 45 | 45. En zij konden niet opstaan noch konden zij
1443 51, 59 | gezellen. Laat hen derhalve niet wensen dit te verhaasten. ~
1444 52, 15 | dan toverkunst of ziet gij niet? ~
1445 52, 33 | verzonnen"? - Neen, zij willen niet geloven - ~
1446 52, 47 | meesten hunner beseffen het niet. ~
1447 53, 11 | 11. Het hart loog niet over wat het zag. ~
1448 53, 17 | 17. Wendde zijn oog zich niet af, noch ging het de grens
1449 53, 26 | hoevele engelen zijn er niet in de hemelen wier voorspraak
1450 53, 27 | 27. Zij, die niet in het Hiernamaals geloven
1451 53, 32 | moeder. Prijst daarom uzelf niet om reinheid. Hij kent de
1452 53, 36 | 36. Is hem niet verteld over hetgeen in
1453 53, 39 | 39. En dat de mens niet meer kan krijgen dan hetgeen
1454 53, 51 | Samoed, en Hij spaarde (hen) niet, ~
1455 54, 5 | waarschuwingen helpen hen niet. ~
1456 55, 8 | Opdat gij het evenwicht niet zoudt verstoren. ~
1457 55, 9 | recht en doet aan de maat niet tekort. ~
1458 55, 20 | versperring geplaatst welke zij niet kunnen passeren. ~
1459 55, 33 | dit zonder gezag stellig niet kunnen doen. ~
1460 55, 35 | worden gezonden en gij zult u niet kunnen verweren. ~
1461 55, 60 | beloning van goedheid kan niet anders dan goedheid zijn. ~
1462 56, 17 | mannen onder hen rondgaan die niet zullen verouderen ~
1463 56, 57 | waarom wildet gij deWaarheid niet erkennen? ~
1464 56, 60 | verordend en Wij kunnen niet worden tegengehouden ~
1465 56, 61 | toestand te brengen die gij niet kent. ~
1466 56, 70 | maken. Waarom zijt gij dan niet dankbaar? ~
1467 56, 85 | dan gij, maar gij ziet dit niet, ~
1468 56, 86 | 86. Waarom dan, als gij niet onderdanig zijt, ~
1469 56, 87 | 87. Brengt gij haar niet terug indien gij waarachtig
1470 57, 8 | 8. Wat scheelt u dat gij niet in Allah gelooft, terwijl
1471 57, 10 | 10. Waarom geeft gij niet terwille van Allah, terwijl
1472 57, 10 | vóór de overwinning zijn niet gelijk maar hoger in rang
1473 57, 14 | gelovigen) roepen: "Waren wij niet met u?" Zij zullen antwoorden: "
1474 57, 16 | de gelovigen de tijd nog niet aangebroken dat hun hart
1475 57, 16 | nedergedaald is? En laten zij niet worden zoals zij die het
1476 57, 23 | 23. Opdat gij niet moogt treuren over hetgeen
1477 57, 27 | kloosterleven schreven Wij hun niet voor, maar zij vonden dit
1478 57, 27 | zoeken. Zij namen dit echter niet in acht zoals het behoorde.
1479 58, 2 | dezen zijn hun moeders niet; hun moeders zijn alleen
1480 58, 4 | elkander aanraken. En wie dat niet doen kan, moet zestig arme
1481 58, 7 | 7. Ziet gij niet, dat Allah alles weet wat
1482 58, 8 | 8. Hebt gij degenen niet waargenomen, wie de geheime
1483 58, 8 | een groet, waar Allah u niet mee begroet; maar onder
1484 58, 8 | Waarom straft Allah ons niet voor hetgeen uw (tegen de
1485 58, 9 | beraadslaagt, spreekt dan niet over zonde, overtreding
1486 58, 10 | gelovigen maar het kan hun niet schaden dan met Allah's
1487 58, 13 | raadpleging? Indien gij dat niet doet en Allah heeft zich
1488 58, 14 | 14. Hebt gij degenen niet gezien, die zich bevrienden
1489 59, 2 | eerste verbanning. Gij dacht niet dat zij zouden weggaan en
1490 59, 2 | tot hen, vanwaar zij Hem niet verwachtten, en wierp schrik
1491 59, 7 | en de reiziger, opdat het niet alleen in omloop moge zijn
1492 59, 12 | slaan en dan zullen zij niet geholpen worden. ~
1493 59, 13 | omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
1494 59, 14 | 14. Zij zullen u niet bestrijden zelfs allen tezamen,
1495 59, 14 | omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
1496 59, 19 | 19. En weest niet als degenen die Allah vergaten,
1497 59, 20 | bewoners van het paradijs zijn niet gelijk: de bewoners van
1498 60, 1 | vijanden en uw vijanden niet tot vrienden! Biedt gij
1499 60, 5 | 5. Onze Heer, maak ons niet tot een voorwerp van beproeving
1500 60, 8 | 8. Allah verbiedt u niet, degenen, die niet tegen
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1642 |