Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
nevens 5
niemand 118
niemands 1
niet 1642
niet-arabisch 1
nietig 2
nietige 1
Frequency    [«  »]
2162 u
1996 in
1890 wij
1642 niet
1579 hen
1522 voor
1422 hun

Koran

IntraText - Concordances

niet

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1642

                                                     bold = Main text
     Sura, Verse                                     grey = Comment text
1501 60, 8 | verbiedt u niet, degenen, die niet tegen u om de godsdienst 1502 60, 10 | gelovig zijn, zendt haar niet terug naar de ongelovigen. 1503 60, 10 | Deze vrouwen zijn voor hen niet wettig, noch zijn de ongelovigen 1504 60, 10 | huwelijksgift hebt gegeven. En houdt niet vast aan huwelijksbanden 1505 60, 13 | die gelooft, bevriendt u niet met een volk op hetwelk 1506 61, 2 | waarom zegt gij hetgeen gij niet doet? ~ 1507 61, 3 | dat gij zegt hetgeen gij niet doet. ~ 1508 61, 5 | leidt het opstandige volk niet. ~ 1509 61, 7 | het onrechtvaardige volk niet. ~ 1510 61, 14 | terwijl een ander deel niet geloofde maar Wij hielpen 1511 62, 3 | die dezen (gelovigen) nog niet hebben ontmoet. Hij is de 1512 62, 5 | zijn met de Torah en deze niet naleven, zijn als een ezel 1513 62, 5 | het onrechtvaardige volk niet. ~ 1514 63, 3 | gedrukt en zij begrijpen niet (meer). ~ 1515 63, 6 | hetzelfde of gij wel of niet voor hen om vergiffenis 1516 63, 6 | vraagt, Allah zal hen stellig niet vergeven. Voorzeker, Allah 1517 63, 6 | leidt het opstandige volk niet. ~ 1518 63, 7 | huichelaars begrijpen dit niet. ~ 1519 63, 8 | huichelaars echter weten het niet. 1520 63, 9 | rijkdommen en uw kinderen u niet afleiden van de gedachtenis 1521 63, 10 | Heer! Waarom hebt Gij mij niet voor een wijle uitstel verleend, 1522 64, 5 | 5. Heeft het verhaal u niet bereikt van degenen die 1523 64, 7 | ongelovigen denken dat zij niet zullen worden opgewekt. 1524 65, 1 | uw Heer. Verdrijft haar niet uit haar vertrekken, noch 1525 65, 1 | ziel onrecht aan. Gij weet niet; misschien zal Allah daarna 1526 65, 3 | onderhouden vanwaar gij het niet verwacht. En voor hem, die 1527 65, 4 | die haar menstruatie nog niet hebben gehad. En de wachtperiode 1528 65, 8 | Hoe vele steden kwamen niet in opstand tegen het gebod 1529 66, 6 | hard en streng, die Allah niet ongehoorzaam zijn in hetgeen 1530 66, 7 | verontschuldigt u vandaag niet! U zal slechts vergolden 1531 66, 8 | profeet alsmede de gelovigen niet zal vernederen. Hun licht 1532 66, 10 | baatten haar echtgenoten haar niet tegen Allah, en er werd 1533 67, 6 | 6. En voor degenen die niet in hun Heer geloven is de 1534 67, 10 | gebruikt, zouden wij ons niet onder de bewonerg van het 1535 67, 14 | 14. Zou Hij Die schiep niet alles weten? Hij is Aldoordringend, 1536 67, 16 | in de Hemel is, dat Hij u niet zal doen verzwelgen als 1537 67, 17 | in de Hemel is, dat Hij niet tegen u een orkaan zal zenden? 1538 67, 19 | 19. Hebben zij de vogelen niet boven hun (hoofden) gezien, 1539 68, 3 | er is een loon voor u dat niet zal ophouden. ~ 1540 68, 8 | gehoorzaam de loochenaars niet. ~ 1541 68, 28 | onder hen sprak: "Zeide ik niet tot u: 'Waarom looft gij ( 1542 68, 28 | Waarom looft gij (God) niet?'" ~ 1543 68, 42 | prostreren, maar zij zullen dat niet kunnen doen. ~ 1544 68, 43 | ontbrak (en zij deden het niet). ~ 1545 68, 44 | naderen, op een wijze die zij niet kennen. ~ 1546 68, 48 | gebod van uw Heer en wees niet als de man van de vis toen 1547 68, 49 | gunst van zijn Heer hem niet had bereikt dan zou hji 1548 69, 3 | 3. Gij weet niet wat plaats zal hebben. ~ 1549 69, 10 | boodschapper van hun Heer niet, daarom greep Hij hen met 1550 69, 25 | O was mijn boek mij maar niet gegeven! ~ 1551 69, 26 | 26. En had ik maar niet geweten wat mijn oordeel 1552 69, 28 | Mijn rijkdom heeft mij niet gebaat, ~ 1553 69, 33 | 33. Want hij geloofde niet in Allah, de Grote. ~ 1554 69, 39 | 39. En bij alles wat gij niet ziet, ~ 1555 70, 10 | een vriend zal een vriend niet vragen, ~ 1556 70, 15 | 15. Stellig niet! Waarlijk het is een laaiend 1557 70, 25 | bedelaar en voor hem die niet bedelen kan ~ 1558 70, 39 | 39. Stellig niet! Wij zijn het Die hen hebben 1559 70, 41 | brengen en Wij kunnen (daarin) niet worden verhinderd. ~ 1560 71, 4 | Allah kan, wanneer hij komt, niet worden uitgesteld, als gij 1561 71, 15 | 15. "Hebt gij niet gezien, hoe Allah de zeven 1562 71, 21 | Heer, zij gehoorzamen mij niet, en volgen iemand wiens 1563 72, 10 | 10. Wij weten daardoor niet of voor degenen die op aarde 1564 72, 23 | Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzamen is het Vuur 1565 72, 25 | 25. Zeg hun: "Ik weet niet of hetgeen waarmede gij 1566 73, 16 | gehoorzaamde de boodschapper niet, daarom grepen Wij hem met 1567 73, 20 | nacht. Hij weet, dat gij het niet kunt volhouden, en daarom 1568 74, 10 | 10. Niet gemakkelijk voor de ongelovigen. ~ 1569 74, 16 | 16. Stellig niet; want hij was vijandig tegenover 1570 74, 31 | En Wij hebben hun getal niet vastgesteld, dan tot beproeving 1571 74, 31 | het Boek en de gelovigen niet zullen twijfelen. En dat 1572 74, 43 | antwoorden: "Wij behoorden niet tot hen die plachten te 1573 74, 53 | zij vrezen het Hiernamaals niet! ~ 1574 75, 3 | mens dat Wij zijn beenderen niet kunnen verzamelen? ~ 1575 75, 16 | 16. Beweeg uw tong er niet mede om deze (woorden) haastig ( 1576 75, 31 | hij (mens) nam de Waarheid niet aan, noch bad hij. ~ 1577 75, 37 | 37. Was hij niet een kleine levenskiem die 1578 75, 40 | 40. Is Hij dan niet bij machte de doden te doen 1579 76, 19 | 19. En jonge mensen, die niet verouderen, zullen om hen 1580 76, 27 | voorbijgaande wereld en denken niet aan de zware Dag (des Oordeels). ~ 1581 77, 16 | de vroegere (ongelovigen) niet vernietigd? ~ 1582 77, 20 | 20. Schiepen Wij u niet uit een kleine levenskiem ~ 1583 77, 25 | 25. Hebben Wij de aarde niet gemaakt om ~ 1584 77, 35 | waarop zij (de schuldigen) niet mogen spreken, ~ 1585 77, 48 | neder!" dan buigen zij zich niet. ~ 1586 78, 6 | 6. Hebben Wij de aarde niet als een bed gespreid? ~ 1587 78, 8 | 8. En hebben Wij u niet in paren geschapen? ~ 1588 78, 9 | En hebben Wij uw slaap niet tot rusten bestemd? ~ 1589 78, 10 | En hebben Wij de nacht niet als een mantel gemaakt. ~ 1590 78, 11 | 11. En hebben Wij de dag niet voor (het zoeken) naar levensonderhoud 1591 78, 12 | 12. En hebben Wij niet zeven sterke (hemelen) boven 1592 78, 14 | 14. En zenden Wij niet vanuit de wolken regen neder 1593 78, 38 | opgesteld staan, zullen zij niet spreken, met uitzondering 1594 79, 15 | het verhaal van Mozes u niet bereikt? ~ 1595 79, 21 | verwierp het en gehoorzaamde niet; ~ 1596 80, 7 | 7. Hoewel gij er niet voor aansprakelijk zijt 1597 80, 7 | aansprakelijk zijt als hij zich niet loutert. ~ 1598 80, 23 | hetgeen Hij hem gebood, niet volbracht. ~ 1599 81, 22 | 22. En uw metgezel is niet krankzinnig. ~ 1600 81, 25 | 25. En dit is niet het woord van Satan de vervloekte. ~ 1601 82, 16 | 16. En zij zullen er niet aan kunnen ontsnappen. ~ 1602 83, 4 | 4. Weten zulke mensen niet dat zij zullen herrijzen ~ 1603 83, 33 | 33. Maar zij waren niet als bewakers over hen gezonden. ~ 1604 84, 20 | wat scheelt hen, dat zij niet geloven? ~ 1605 84, 21 | voorgedragen, werpen zij zich niet ter aarde neer, ~ 1606 85, 17 | van de heerscharen u dan niet bereikt, ~ 1607 87, 6 | onderwijzen zodat gij het niet vergeet - ~ 1608 88, 17 | 17. Zien zij niet naar de wolken, hoe zij 1609 88, 23 | hij die zich afwendt en niet gelooft, ~ 1610 89, 6 | 6. Weet gij niet hoe uw Heer met de Aad handelde? ~ 1611 89, 17 | maar gij ontziet de wees niet. ~ 1612 90, 8 | 8. Hebben Wij hem niet twee ogen gegeven? ~ 1613 90, 10 | 10. Hebben Wij hem dan niet de twee hoofdwegen getoond? ~ 1614 90, 11 | Maar hij besteeg de heuvel niet. ~ 1615 90, 19 | 19. Maar zij, die niet in Onze tekenen geloven 1616 91, 15 | vreest de gevolgen hiervan niet. ~~ 1617 92, 11 | zullen zijn rijkdommen hem niet baten. ~ 1618 93, 3 | 3. Uw Heer heeft u niet verlaten, noch is Hij mishaagd 1619 93, 6 | 6. Vond Hij u niet als wees, en beschermde 1620 93, 7 | 7. En vond Hij u niet zoekende en leidde Hij u? ~ 1621 93, 8 | 8. En vond Hij u niet in armoede en verrijkte 1622 93, 9 | Daarom verdruk de wees niet, ~ 1623 93, 10 | 10. En snauw de bedelaar niet af. ~ 1624 94, 1 | 1. Hebben Wij uw borst niet voor u verruimd? ~ 1625 94, 2 | 2. En uw last niet van u weggenomen? ~ 1626 94, 4 | 4. En uw roem niet verheven? ~ 1627 95, 8 | 8. Is Allah niet de Rechter aller rechters ? ~~ 1628 96, 5 | de mens datgene wat deze niet kende, ~ 1629 96, 6 | 6. In het geheel niet. Voorwaar, de mens wordt 1630 96, 14 | 14. Weet hij niet dat Allah alles ziet? ~ 1631 96, 15 | 15. Neen, wanneer hij niet ophoudt, zullen Wij hem 1632 96, 19 | 19. Neen, gehoorzaam hem niet, maar werp u neder en zoek 1633 98, 1 | de afgodendienaren konden niet worden bevrijd, vóórdat 1634 100, 9 | 9. Weet zo iemand dan niet, dat hetgeen in de graven 1635 101, 10 | 10. En gij weet niet, wat dit is. ~ 1636 105, 1 | 1. Hebt gij niet vernomen, hoe uw Heer de 1637 105, 2 | 2. Heeft Hij hun plannen niet teniet gedaan? ~ 1638 107, 3 | 3. Hij wekt anderen niet op de armen te voeden. ~ 1639 109, 2 | 2. Ik bid niet aan, wat gij aanbidt, ~ 1640 109, 5 | 5. Nogmaals gij wilt niet aanbidden wat ik aanbid. ~ 1641 111, 2 | rijkdommen en daden zullen hem niet baten. ~ 1642 112, 3 | 3. Hij verwekte niet, noch werd Hij verwekt. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1642

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License