Sura, Verse
1 3, 106| dan de straf, omdat gij placht te verwerpen". ~
2 3, 143| 143. En gij placht deze dood te wensen voordat
3 6, 30 | dan de straf, omdat gij placht te verwerpen." ~
4 6, 94 | afgesneden en hetgeen gij placht te beweren is verloren gegaan. ~
5 8, 35 | daarom de straf omdat gij placht te verwerpen." ~
6 10, 28 | zullen zeggen: "Voorzeker gij placht ons niet te aanbidden." ~
7 16, 27 | medegoden, ter wille van wie gij placht te strijden?" Degenen, die
8 19, 55 | 55. Hij placht zijn volk gebeden en aalmoezen
9 23, 66 | werden u verkondigd, doch gij placht u af te keren. ~
10 23, 105| niet verkondigd? Maar gij placht ze te verloochenen. ~
11 23, 109| gedeelte van Mijn dienaren dat placht te zeggen: "O, onze Heer,
12 23, 110| deden vergeten omdat gij hen placht uit te lachen. ~
13 28, 74 | Mijn mededingers, die gij u placht te verbeelden?"
14 29, 48 | 48. En voordien placht gij geen boek te lezen,
15 34, 42 | straf van het Vuur die gij placht te verloochenen." ~
16 36, 64 | thans binnen, omdat gij haar placht te loochenen. ~
17 37, 21 | Dag der Beslissing die gij placht te verloochenen. ~
18 37, 28 | zullen zeggen: "Voorwaar, gij placht ons op de goede weg tegen
19 37, 52 | 52. Die placht te zeggen: "Bevestigt gij
20 40, 75 | gij op aarde ten onrechte placht te jubelen en omdat gij
21 52, 14 | Dit is het Vuur dat gij placht te loochenen." ~
22 52, 16 | vergolden voor hetgeen gij placht te doen. ~
23 52, 19 | genoegen wegens hetgeen gij placht te doen. ~
24 62, 8 | inlichten over hetgeen gij placht te doen." ~
25 66, 7 | worden voor hetgeen gij placht te doen. ~
26 67, 27 | worden: "Dit is wat gij placht te vragen." ~
27 72, 4 | voorzeker, de dwaas onder ons placht over Allah leugen te spreken. ~
28 77, 43 | beloning voor hetgeen gij placht te doen." ~
29 83, 17 | gezegd: "Dit is hetgeen gij placht te loochenen!" ~
|