Sura, Verse
1 2, 40 | 40. "O kinderen Israëls! Gedenkt Mijn gunsten, welke Ik u
2 2, 47 | 47. O kinderen Israëls! Gedenkt Mijn gunsten, die Ik u bewees,
3 2, 122| O, gij kinderen Israëls, gedenkt Mijn gunsten die Ik u bewees,
4 2, 152| 152. Gedenkt Mij daarom en Ik zal u gedenken
5 2, 198| berg ) Arafaat weggaat, gedenkt dan Allah te het Sacrale
6 2, 198| het Sacrale Monument en gedenkt Hem, omdat Hij u heeft geleid,
7 2, 200| wijdingen hebt verricht, gedenkt dan Allah, zoals gij uw
8 2, 200| Allah, zoals gij uw vaderen gedenkt en zelfs meer dan dat. En
9 2, 203| 203. En gedenkt Allah gedurende het vastgestelde
10 2, 231| spot met Allah's geboden en gedenkt Allah's gunst aan u en (
11 2, 231| Allah's gunst aan u en (gedenkt) het Boek en de wijsheid,
12 2, 239| wanneer gij veilig zijt, gedenkt dan Allah, zoals Hij u heeft
13 3, 30 | 30. (Gedenkt) de Dag, waarop iedere ziel
14 3, 103| en weest niet verdeeld en gedenkt de gunst van Allah, die
15 4, 103| het gebed hebt beëindigd, gedenkt dan Allah, staande, zittende
16 5, 7 | 7. En gedenkt Allah's gunst aan u en het
17 5, 11 | 11. O, gij die gelooft, gedenkt Allah's gunst aan u toen
18 5, 109| 109. Gedenkt de dag, waarop Allah de
19 7, 69 | overvloedig in kracht toenemen. Gedenkt daarom de gunsten van Allah,
20 7, 74 | hieuwt huizen uit de bergen. Gedenkt daarom de gunsten van Allah
21 7, 86 | het oneffen te maken. En gedenkt, hoe gij weinigen waart
22 7, 171| u hebben gegeven vast en gedenkt wat er in staat, opdat gij
23 8, 26 | 26. En gedenkt, toen gij weinigen waart
24 8, 45 | ongelovigen) ontmoet en gedenkt Allah vaak, opdat gij moogt
25 28, 74 | 74. Gedenkt de dag waarop Hij hen zal
26 33, 41 | 41. O, gij die gelooft! Gedenkt Allah veelvuldig. ~
27 43, 26 | 26. En (gedenkt) hoe Abraham tot zijn vader
28 62, 10 | naar Allah's genade, en gedenkt Allah vaak, opdat gij moogt
29 87, 15 | die de naam van zijn Heer gedenkt en bidt. ~
|