Sura, Verse
1 2, 35 | verblijf gij met uw gade in de tuin en eet overvloedig, waar
2 2, 265| versterkende, is als een tuin op hooggelegen grond, die
3 2, 266| wensen dat er voor hem een tuin was met palmbomen en wijnstokken
4 2, 266| nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin) een vurige wervelwind treft
5 7, 19 | vertoef met uw vrouw in de tuin en eet, wat gij wilt, maar
6 7, 22 | bedekken met bladeren uit de tuin. En hun Heer riep hen en
7 17, 91 | 91. "Of tenzij gij een tuin hebt met dadelpalmen en
8 18, 35 | 35. En hij ging zijn tuin binnen, terwijl hij onrechtvaardig
9 18, 39 | zeidet gij niet, toen gij de tuin binnentraadt: 'Het is zoals
10 18, 40 | iets beters geven dan uw tuin en bliksemstralen uit de
11 18, 42 | wegens hetgeen hij aan de tuin had besteed, terwijl het
12 20, 117| hij u derhalve niet uit de tuin verdrijven, anders zult
13 20, 121| bekleden met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam
14 25, 8 | moeten worden of hij had een tuin moeten hebben om (de vruchten)
15 25, 15 | Zeg: "Is dit beter of de tuin der eeuwigheid die de rechtvaardigen
16 26, 85 | een der erfgenamen van de Tuin der Zaligheid. ~
17 30, 15 | werken verrichtten in een tuin gelukkig worden. ~
18 43, 72 | 72. Dit is de Tuin, die u is gegeven (als beloning)
19 53, 15 | 15. Waarnaast de Tuin van Verblijf is. ~
20 56, 89 | hem geluk en geur en een tuin van verrukking; ~
21 68, 17 | Wij de eigenaars van een tuin beproefden toen zij zwoeren
22 68, 20 | 20. Waardoor (de tuin) werd als een gemaaid veld. ~
23 68, 26 | 26. Maar toen zij de tuin zagen, zeiden zij: "Voorwaar,
24 68, 32 | onze Heer ons een betere tuin dan deze zal geven, wij
25 69, 22 | 22. In een verheven tuin, ~
26 70, 38 | Verwacht elk hunner de tuin van verrukking binnen te
27 76, 12 | standvastigheid belonen met een tuin en kleren van zijde. ~
28 88, 10 | 10. In een verheven tuin ~
|